De duurzame voedingsdriehoek

Gezonde kost is niet altijd duurzame kost, en omgekeerd. Hoe kan je gezond eten en tegelijk het milieu zo weinig mogelijk belasten? Eos werkt een gezonde en duurzame voedingsdriehoek voor je uit.

'Eet meer vis’, zeggen de voedingsdeskundigen. ‘De zeeën zijn overbevist’, waarschuwen de biologen. ‘Eet elke dag noten’, klinkt het alternatief. Maar die slorpen veel water op, kijk maar naar de problemen met de droogte in Californië. Zuivel bekleedt een prominente plaats in de voedingsdriehoek, terwijl de veeteelt, vooral de rundveehouderij, een belangrijke bron van broeikasgassen is.

Zo zijn er nog wel meer voorbeelden van producten die gezond zijn voor je lichaam, maar minder goed zijn voor het milieu. Voedsel is naar schatting goed voor ongeveer een kwart tot een derde van de broeikasgasuitstoot. Als je de klimaatverandering binnen de perken wil houden en het milieu wil ontzien, is je bord een goede plaats om te beginnen.

De duurzame voedingsdriehoek van Eos

Onder meer in Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben experts zich al gebogen over die kwestie. Onlangs ontwikkelden onderzoekers van het Nederlandse Voedingscentrum en de Vrije Universiteit Amsterdam een index die voor de ruim 400 meest geconsumeerde voedingsmiddelen de milieu-impact en de invloed op de gezondheid weerspiegelt.

Voor dat eerste baseerden de wetenschappers zich op de broeikasgasuitstoot van elk product. Dat is maar één aspect, maar wel een dat sterk gelinkt is met andere. Voor producten met een hoge uitstoot heb je doorgaans ook veel land, energie en water nodig. Om de impact op de gezondheid te bepalen, keken de onderzoekers naar de hoeveelheid energie, verzadigd vet, suiker, vezels en belangrijke voedingsstoffen zoals eiwitten en essentiële vetzuren in elk product.

De uitkomst van het onderzoek vertoont sterke overeenkomsten met een studie die het studiebureau Blonk Consultants eerder uitvoerde in opdracht van de Stichting Natuur & Milieu. De onderzoekers vertrokken van een aantal randvoorwaarden. Zo gingen ze ervan uit dat we de klimaatverandering moeten beperken tot 2 graden Celsius, met de nodige uitstootreducties als gevolg, en dat we geen natuur mogen opofferen voor extra landbouwgrond.

Vervolgens keken ze hoe we binnen die randvoorwaarden alle nodige voedingsstoffen kunnen binnenkrijgen met zo klein mogelijke ingrepen. Het resultaat is een ‘Menu van Morgen’.