Een op de vijf tumoren heeft dubbele mutatie

Een grootschalige studie naar de aard van kankertumoren wijst op een blinde vlek in het onderzoeksveld.

Tot voor kort dachten kankeronderzoekers dat er in DNA onmogelijk op dezelfde plek twee mutaties konden ontstaan. Als onderzoekers zoiets tegenkwamen, werd het beschouwd als een technische fout en niet verder onderzocht. Uit een grootschalige studie, uitgevoerd door wetenschappers van de KU Leuven en het Londense Francis Crick Institute, blijkt de kans op twee onafhankelijke mutaties een stuk groter dan verwacht.

De onderzoekers analyseerden 2.658 stukjes DNA, afkomstig van 38 verschillende tumoren. In 21 procent van de onderzochte tumoren vonden ze een dubbele mutatie, dus twee onafhankelijke mutaties op dezelfde positie in het DNA. 

DNA is opgebouwd uit twee ketens van nucleotiden, waarbij een keten afkomstig is van de moeder en een keten van de vader. Elke nucleotide bestaat uit een stikstofbase adenine (A), guanine (G), thymine (T) of cytosine (C), een suikergroep (desoxyribose), en een fosfaatgroep. De desoxyribose en de fosfaatgroep verbinden de nucleotiden in een keten en vormen zo de 'ruggengraat' van het DNA.

De basen van beide DNAketens liggen tegenover elkaar, waarbij A altijd paart met T en G altijd met C. De volgorde van de basen in het DNA vormt een code die het organisme informatie geeft hoe het eiwitten kan maken. Als cellen zich delen, wordt DNA gekopieerd, zodat iedere cel dezelfde informatie bevat.

Bij die deling kunnen foutjes of mutaties ontstaan, die kunnen leiden tot kanker. Dat beide strengen identiek zijn, werd tot nu beschouwd als een bescherming tegen mutaties. Als een van beide basen veranderde, zou de tegenoverliggende base de juiste informatie geven en er zo voor zorgen dat het juiste eiwit gemaakt wordt, dachten onderzoekers. Statistisch gezien is de kans op twee onafhankelijke mutaties op dezelfde plaats immers heel klein.

Nu blijkt echter dat zo’n dubbele mutatie voorkomt bij een op de vijf tumoren. Het team van de KULeuven werkt aan nieuwe informaticaprogramma’s, zodat ook andere wetenschappers dubbele mutaties kunnen opsporen en onderzoeken. ‘Deze dubbele mutaties werden niet meegenomen in de analyse van kankergenomen. Onze studie toont aan dat ze van belang zijn en dat er nood is aan computerprogramma’s die ze kunnen detecteren’, besluit auteur Jonas Demeulemeester.

Bron: KU Leuven