'De geestelijke gezondheidszorg moet op de schop'

Weg met afgebakende diagnoses en de focus op genezing van psychische stoornissen. Op naar het leren leven met psychische problemen. Hoogleraar psychiatrie Jim van Os pleit voor een nieuwe geestelijke gezondheidszorg (ggz), met online platformen waarin experts, patiënten en andere betrokkenen elkaar ontmoeten.

“Patiënten genezen vrijwel nooit van hun psychische kwetsbaarheden. Beter worden gaat over hoe je omgaat met die kwetsbaarheden.” Van Os noemt dat weerbaarheid. Wie last krijgt van psychische problemen, stapt vaak eerst naar een huisarts. Die verwijst je door om naar een diagnose te zoeken. Hoor je bijvoorbeeld stemmen? Dan leg je al snel een test voor schizofrenie af. Vervolgens, en als de wachtlijsten dat toelaten, start er een behandeling om schizofrenie te ‘genezen’.

Behandelingen gaan uit van evidence-based practice: ze kennen voldoende wetenschappelijk bewijs en werken daarom voor grote groepen mensen. Toch moet het anders, vindt Van Os. “Psychische problemen kun je niet vangen in een exacte diagnose. Dat is een illusie. En de psychische kwetsbaarheden van patiënten blijven eigenlijk altijd bestaan. Bovendien richt het huidige model van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zich te veel op de technische kanten van een behandeling, bijvoorbeeld op specifieke gesprekstechnieken. Er gaat te weinig aandacht naar het belang van de relatie tussen de behandelaar en de patiënt.”

Het huidige ggz-model staat onder druk, schrijft u in het vakblad World Psychiatry. Wat bedoelt u precies?

“Daar zijn twee grote redenen voor. Ten eerste komt het resultaat van een therapie niet door de therapie zelf, maar vooral door de relatie tussen de therapeut en de patiënt. Een behandelaar is empathisch, stelt zich actief en zorgzaam op, motiveert de patiënt en laat hem of haar openlijk over emoties praten. De therapeut daagt ook uit en prikkelt. Daarom hebben een hoop mensen baat bij behandelingen. Toch helpen we patiënten beter als de focus minder op de technische kanten van de behandeling ligt en meer op de relationele.”

“Een tweede punt van kritiek gaat over de grenzen van de diagnoses. Die zijn nu heel zwart-wit: je bent ziek of gezond. Iedereen met dezelfde diagnose krijgt dezelfde behandeling. Het zit eigenlijk meer trapsgewijs in elkaar, en milde problemen moet je anders behandelen dan ernstige. Nu gebeurt dat niet, dus zijn er wachtlijsten voor ggz-instellingen. Twintig procent van de bevolking kampt met psychische problemen. Slechts zes procent krijgt hulp. Bovendien veranderen diagnoses vaak, en een symptoom dat bij de ene stoornis hoort, hoort ook bij een andere. Psychiatrische aandoeningen overlappen elkaar genetisch gezien ook. Dezelfde genen spelen een rol bij verschillende aandoeningen. Dragers van die genen worden sneller psychotisch, angstig of depressief. Een beetje angst, somberheid en wantrouwen hebben we trouwens nodig om het leven te leven. Maar als je blijft hangen in het heftige negatieve ga je onderuit.”

Wat is het alternatief?

“Patiënten genezen vrijwel nooit helemaal van hun psychische kwetsbaarheid. Beter worden bij psychisch lijden is een proces van leren leven met je kwetsbaarheden. Dat doe je door weerbaarheidsbevordering. Werken aan je weerbaarheid betekent focussen op de connecties die je met andere mensen hebt. Het betekent positieve emoties leren te koesteren. ‘Wauw’-momenten, zoals mooie zonsondergangen of vlinders in je buik leer je dan langer te laten voortduren. Weerbaarheid gaat ook over de ontwikkeling van zingeving. Gaat mijn leven ergens naartoe? Hoe zorg ik voor een zinvol leven?”

“Het tegenovergestelde van weerbaarheid zijn bedreigende gevoelens van eenzaamheid, eindigheid of zinloosheid. Je bent weerbaar als je daarmee om weet te gaan.”

“Daarnaast pleit ik voor een public health-systeem. Er moet voor iedereen laagdrempelige hulp beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via e-communities. Dat zijn online platformen of gemeenschappen, samen opgezet door een (ex-)patiënt en een professionele hulpverlener. Samen met collega’s heb ik in 2015 PsychoseNet opgezet. Patiënten kunnen er 24 uur op 24 chatten met lotgenoten, een forum lezen of een vraag stellen aan een expert. Ook vragen over bijvoorbeeld eenzaamheid en de zin van het leven komen daar ter sprake. Patiënten hebben daar behoefte aan. Nu leiden we psychologen en psychiaters niet op om daarover te praten. Zulke e-communities moeten we niet alleen voor psychoses, maar ook voor de andere domeinen oprichten: angst, depressie, posttraumatische stressstoornis … Wie op zo’n platform niet genoeg perspectief vindt om verder te gaan, kan altijd nog met een behandelaar afspreken.”

Hebben mensen met psychische klachten geen behoefte aan een label voor hun problemen?

“Er is zeker behoefte aan duiding, maar ook dat kan via zo’n online platform. Juist daar klop je direct aan als het even niet goed gaat. Je slaapt bijvoorbeeld slechter, drinkt meer alcohol en bent gestrest. Een andere platformgebruiker, zoals een ervaringsdeskundige, kan reageren en tips geven. Naast ervaringsdeskundigen kunnen mensen met klachten ook aankloppen bij een professionele hulpverlener. Bezoekers vertellen mij bijvoorbeeld via PsychoseNet dat ze last hebben van stemmen, maar verder best goed functioneren. Ze zijn bang om naar de huisarts te stappen en de diagnose schizofrenie te krijgen. Stemmen horen is vrij normaal, zeg ik dan, maar je moet het wel een plek geven en ermee leren omgaan. Een eventuele diagnose luidt: stemmen horen. Niet schizofrenie. Ik geef ze vervolgens het adres van een stemmenhoordersgroep.”

Wat kan je zelf doen voor een vriend of familielid?

“Je hoeft geen psycholoog of psychiater te zijn om iemand te helpen. Laat hem of haar rustig zijn verhaal vertellen. Psychische problemen zijn meestal niet zo mysterieus. Probeer op een warme en betrokken manier een relatie op te bouwen of te onderhouden. Vraag door en wees niet bang om kritische vragen te stellen. Je mag best een beetje ruzie maken, als je het daarna maar weer goedmaakt.”

Wat zijn de volgende stappen op weg naar een nieuwe ggz?

“Veel mensen verdienen nu geld aan het huidige ggz-model. Psychologen, psychiaters, managers en beleidsmedewerkers hebben geen baat bij het nieuwe model. Daarom moet de politiek erover beslissen. Bovendien kan de manier waarop de zorg in Nederland is ingericht niet van de ene op de andere dag veranderen.”

“In de tussentijd willen we proefprojecten uitrollen bij ggz-instellingen, rond e-communities en andere experimenten die patiënten hulp bieden bij het leren leven met een stoornis. Startende psychologen en psychiaters zeggen steeds vaker dat ze vooral rond relaties en weerbaarheid willen werken. Ik moedig ze aan om voorbij de technische ingrediënten van het behandelen te praten over hoe de patiënt kan werken aan weerbaarheid. Zo kunnen mensen, ook als ze af en toe stemmen horen, een betekenisvol leven hebben.”