Eos Blogs

Studeren in tijden van corona

Vorige maand begon ook aan de Universiteit Antwerpen het nieuwe academiejaar. Daar ging een hoop voorbereidend werk aan vooraf, weet Els Prinsen, professor en voorzitter van de Onderwijscommissie Biologie aan de UAntwerpen. Welke impact heeft de coronacrisis vandaag op het universiteitsleven?

De universiteit neemt de aanwijzingen van de gezondheidsraad heel serieus. Het was dan ook een hoop werk om alles zo in elkaar te doen passen dat de opleidingen zo weinig mogelijk zouden lijden onder de maatregelen.

Lessenroosters werden aangepast. In de gangen, op de trappen en zelfs in de lokalen werden looprichtingen aangebracht, en voor specifieke practica krijgen studenten mondmaskers voor ze de practicumzaal betreden.

De meeste aula’s en grote lokalen beschikken over een goed verluchtingssysteem, dat nu ingesteld is op 100 procent buitenlucht.

Dat maakt dat in code geel studenten les kunnen volgen zonder mondmasker, bij een bezetting van iets meer dan een kwart van de normale capaciteit. In code geel zou men ook de helft van het lokaal mogen opvullen, maar dan blijven de maskers op. In code oranje geldt ook de bezetting van iets meer dan een kwart, maar ook dan blijven de maskers op. In code rood gaan enkel practica ter plaatse door. Voor elk lokaal op de campus is de capaciteit in code geel, oranje met en zonder mondmasker opgelijst. Het academiejaar is in code oranje gestart. Vandaag is code oranje nog steeds van kracht, maar de universiteit hanteert aangescherpte maatregelen.

Studenten moeten hun zitplaats en alles wat ze tijdens het practicum aanraken zelf ontsmetten

Bij plaatsgebrek krijgen de eerstejaars voorrang, omdat zij hun weg in het studentenleven nog moeten zoeken. Zij worden alfabetisch ingedeeld in groepen die beurtelings op de campus les volgen. Voor de hogere jaren is er een reservatiesysteem op Blackboard ontworpen. Wie behoefte heeft om de les live te volgen reserveert dan op voorhand een plaats. De hoeveelheid beschikbare plaatsen is in overeenstemming met de capaciteit van het lokaal. De roosteringsploeg van de faculteit Wetenschappen heeft deze zomer bergen verzet om dit voor alle opleidingen binnen de faculteit te realiseren.

De practica vormen een uitdaging op zich. Een practicum kan je niet op afstand uitvoeren. Iedereen moet aanwezig zijn.

En dat terwijl ook in de laboratoria maar de helft van de plaatsen beschikbaar zijn. Om dat op te lossen worden de groepen in verschillende laboratoria ontvangen, waar dan dezelfde practica doorgaan. Andere practica worden ontdubbeld en worden voor de verschillende groepen ingericht. Studenten hebben genummerde plaatsen wat, indien nodig, contact tracing vergemakkelijkt. Daarnaast moeten studenten hun zitplaats en alles dat tijdens het practicum wordt aangeraakt ontsmetten. De tafel, stoel en zelfs de deurtjes van de kasten.

Ook in de cafetaria, bibliotheek en verblijfsruimtes zijn plaatsen te reserveren. In de bibliotheek kan iedereen terecht die geen stabiele toegang heeft tot een netwerk of wie niet tijdig thuis of op kot geraakt voor een online les. Elke plaats is daar uitgerust met een QR-code die de student scant wanneer zij plaatsnemen en wanneer zij vertrekken.

Voor iedereen die geen plaats heeft in de aula zijn livestreams en opgenomen lessen beschikbaar. Dat is vooral voor de docenten even wennen. Alleen de auditoria beschikten over de juiste apparatuur voor livestreaming, en dus heeft de faculteit voor de kleinere leslokalen geïnvesteerd in draagbare camera’s en statieven en die in kluisjes in het lokaal bewaard worden.

Dat de les gefilmd en gestreamd wordt, vraagt ook een aanpassing in de manier van lesgeven. Wanneer een docent iets aanduidt op een projectie met een laser, is dat op de video of de livestream niet altijd zichtbaar.

De docent moet dus voortdurend rekening houden met zowel de studenten op de banken als studenten thuis. Gelukkig waren er op voorhand optionele snelcursussen beschikbaar om dit in de vingers te krijgen.

Toch is Els Prinsen opgetogen over enkele van deze ontwikkelingen. De professor zag namelijk een significante verbetering in resultaten in het afgelopen semester waarin de lessen opgenomen werden.

‘De studenten scoorden vooral voor inzichtsvragen opmerkelijk beter’, merkte ze op. ‘Gewoonlijk zou je als je een concept niet helemaal begrepen hebt enkel je handboek of cursus, notities en het internet hebben. Nu is er ook de mogelijkheid om de les te herbekijken en dingen op te merken die je de eerste keer gemist hebt.’

Wanneer het op veiligheid aankomt, is error niet echt een optie

Ook zijn alle feestjes afgelast, wat volgens haar ook bijdraagt, al maakt ze zich daarbij wel zorgen om de mentale gezondheid op lange termijn.

Ze is niet de enige die deze veranderingen heeft opgemerkt, haar collega’s in andere richtingen ondervinden hetzelfde.

Zelf ben ik behoorlijk onder de indruk van hoe gestructureerd het loopt op de Universiteit Antwerpen. Onze school kan met haar trial-and-errormethode die veelal voor chaos en verwarring zorgt nog veel leren. Dat bedoel ik niet in kwade zin. De universiteit is een bedrijf dat naast onderwijs ook onderzoeksactiviteiten uitvoert.  Dit maakt dat er een goed gestructureerde preventiedienst is, die op vlak van veiligheid een oogje in het zeil houdt. Alle richtlijnen voor lessen, practica, uitstappen en stages werden op voorhand volledig uitgeschreven en doorgenomen door de preventiedienst. Wij hebben geen uitgebreide preventiedienst. Toch lijkt het me daarom juist des te belangrijker dat we af en toe wat spieken bij het hoger onderwijs.

Want wanneer het op veiligheid aankomt, is error niet echt een optie.