Waarom anticonceptiemiddelen soms falen

Sommige vrouwen dragen een actief gen dat zorgt voor de afbraak van de werkzame stoffen in anticonceptiemiddelen.

Vrouwen die zwanger raken terwijl ze anticonceptiemiddelen gebruiken, dragen mogelijk een gen dat de werkzame stoffen in het middel afbreekt. Zo blijkt uit onderzoek van de University of Colorado Anschutz Medical Campus in de Verenigde Staten.

Anticonceptiemiddelen, zoals de pil en het spiraaltje, zijn nooit honderd procent betrouwbaar. Waarom niet is onduidelijk. Artsen schrijven het vaak toe aan een verkeerd gebruik van het anticonceptiemiddel. Het Amerikaanse onderzoeksteam vermoedde dat er meer aan de hand kon zijn.

Om dat verder uit te pluizen, onderzochten ze 350 vrouwen met een anticonceptiestaafje. Dat is een klein plastic onderhuids implantaat dat progesteron uitscheidt. Doordat het hormoon in het bloed terecht komt, vindt er geen eisprong plaats. 

Alle deelnemers ondergingen een genetische screening. De wetenschappers zagen dat bij vijf procent van de vrouwen een specifiek gen actief was, het CYP3A7*1C-gen. Het gen maakt het CYP3A7-enzym aan, althans in foetussen. Normaal gezien wordt het gen uitgeschakeld nog voor de geboorte waardoor het gen geen enzymen meer aanmaakt. Het enzym breekt de werkzame stoffen van anticonceptiemiddelen, zoals progesteron af. Waardoor vrouwen met een actief gen het risico lopen toch zwanger te raken terwijl ze anticonceptiemiddelen gebruiken. Vooral anticonceptiemiddelen met een lage dosis werkzame stoffen vergroten de kans.

Volgens de onderzoekers denken artsen vaak onterecht dat de vrouw een fout maakte als ze zwanger is geraakt terwijl ze anticonceptie gebruikte. Het kan ook aan haar genen liggen. Artsen moeten daar rekening mee houden in de omgang met deze vrouwen, menen de wetenschappers.

De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad Obstetrics & Gynecology.