Waarom tikt de biologische klok van vrouwen zo snel?

Tussen de leeftijd van 25 en 40 jaar neemt de kans dat een vrouw zwanger wordt drastisch af. Met een nieuwe beeldvormingstechniek ontdekken onderzoekers nieuwe oorzaken daarvan.  

Hoe ouder een vrouw wordt, hoe lager haar kansen om zwanger te worden. Decennialang dachten wetenschappers dat de afnemende kwaliteit van de eicellen en hun slinkende aantal daarvan de belangrijkste oorzaken waren. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat er meer aan de hand is: ook cellen, zenuwen en bindweefsels in de omgeving van de eicellen blijken daarbij een cruciale rol te spelen.

Diana Laird, hoogleraar verloskunde, gynaecologie en reproductieve wetenschappen aan de universiteit van San Francisco, wilde in kaart brengen hoe de normale veroudering van de eierstokken (de organen die de eicellen van een vrouw opslaan en vrijgeven) eruitziet bij muizen en mensen. Samen met haar team ontwikkelde ze daarvoor een nieuwe driedimensionale beeldvormingstechniek waarmee ze de eicellen in de eierstokken van muizen en mensen kon visualiseren zonder de organen in dunne lagen te hoeven snijden, zoals tot nu toe het geval was.

Bij muizen die qua leeftijd vergelijkbaar waren met vrouwen van 30 tot 40, constateerden de onderzoekers een dramatische daling van zowel de onrijpe eicellen die ze nog in reserve hadden, als van de groeiende eicellen die begonnen te rijpen voor de eisprong. Maar toen de onderzoekers de menselijke eierstokken in 3D bekeken, deden ze een onverwachte ontdekking: eicellen zitten niet gelijkmatig verspreid over de eierstok, maar in clusters die omgeven zijn door eicelvrije zones. En naarmate de leeftijd van de vrouwen toeneemt, neemt ook de dichtheid van de eicellen in deze clusters af, wat zou kunnen betekenen dat de omgeving rond een eicel van invloed kan zijn op hoe lang ze meegaat en hoe goed ze rijpt.

De onderzoekers bestudeerden vervolgens bijna 100.000 cellen die ze in de eierstokken van muizen en mensen vonden en identificeerden er 11 belangrijke celtypen. Tot hun verrassing vonden ze in de eierstokken ook glia, een type ondersteunende cellen die doorgaans worden geassocieerd met zenuwen en het meest bestudeerd zijn in de hersenen.

‘De veroudering van de eierstokken heeft niet alleen te maken met de eicellen zelf, maar met het hele ecosysteem eromheen’

Tegelijkertijd bleek dat sympathische zenuwen – zoals die die betrokken zijn bij de ‘vecht- of vluchtreactie’ – dichte netwerken vormen in de eierstokken en dat die met het ouder worden nog dichter worden. Toen de onderzoekers deze zenuwen bij muizen verwijderden, hadden de dieren meer eicellen in reserve, maar minder die volgroeid waren. Dit zou kunnen betekenen dat de zenuwen helpen bepalen wanneer eicellen beginnen te groeien.

‘Dit alles wijst op een geheel nieuwe onderzoekslijn over hoe zenuwen en andere celtypes communiceren met eicellen’, aldus Laird. ‘Het vertelt ons dat de veroudering van de eierstokken niet alleen te maken heeft met de eicellen zelf, maar met hun hele ecosysteem errond.’

Het team van Laird wil nu onderzoeken hoe de veroudering van de eierstokken in verschillende situaties verandert, en of bepaalde medicijnen het tijdstip of de snelheid van de veroudering van de eierstokken kunnen beïnvloeden. Uiteindelijk hopen ze manieren te vinden om de veroudering van de eierstokken te vertragen of uit te stellen. Dat zou niet alleen de vruchtbaarheid van vrouwen ten goede kunnen komen, maar ook hun algemene gezondheid, meer bepaald door het risico te verkleinen op ziekten zoals hart- en vaatziekten die vaker voorkomen bij vrouwen na de menopauze. Het uitstellen van de veroudering van de eierstokken zou misschien zelfs een algemene gezonde veroudering kunnen bevorderen.

Muizen zijn geen mensen, of toch een beetje?

Een belangrijke conclusie uit het nieuwe onderzoek was ook de gelijkenis tussen de eierstokken van muizen en mensen. ‘Tot nu toe was het enigszins onduidelijk of we muizen konden gebruiken als model voor mensen in het kader van onderzoek naar de eierstokken, want we hebben heel verschillende vruchtbare periodes’, aldus Laird. ‘Maar de overeenkomsten die we in dit onderzoek hebben gezien, geven ons het vertrouwen dat we verder kunnen gaan met het bestuderen van de eierstokken van muizen en dat we de resultaten van dat onderzoek kunnen blijven extrapoleren naar mensen.’