Baby's verwerken vreemde talen die ze in de baarmoeder hebben gehoord op vrijwel dezelfde manier als hun moedertaal, blijkt uit nieuw onderzoek.
Baby's beginnen al voor hun geboorte met het verwerken van taal. Een onderzoeksteam aan de Universiteit van Montreal heeft ontdekt dat pasgeborenen die in de baarmoeder korte verhaaltjes in vreemde talen hebben gehoord, die talen op dezelfde manier verwerken als hun moedertaal.
De studie is de eerste waarin met behulp van hersenscans wordt aangetoond wat neurowetenschappers en psychologen al lang vermoedden. Eerder onderzoek had al aangetoond dat foetussen en pasgeboren baby's bekende stemmen en ritmes kunnen herkennen Ook was al bekend dat ze zelfs kort na de geboorte al een voorkeur hebben voor hun moedertaal. Maar die bevindingen waren vooral gebaseerd op signalen op basis van gedrag – zuigpatronen, hoofdbewegingen of veranderingen in de hartslag – en niet op direct bewijs uit de hersenen.
'We kunnen niet zeggen dat baby's een taal prenataal ‘leren’', zegt Anne Gallagher, neuropsycholoog aan de Universiteit van Montreal en hoofdauteur van het onderzoek. Wat we wel kunnen zeggen, is dat pasgeboren baby's tijdens de zwangerschap vertrouwd raken met een of meer talen. Dat geeft hun hersennetwerk bij de geboorte vorm.
Aan het experiment deden 60 mensen mee, allemaal ongeveer 35 weken zwanger. Van hen stelden 39 hun foetus bloot aan 10 minuten vooraf opgenomen verhalen in het Frans (hun moedertaal) en nog eens 10 minuten van dezelfde verhalen in het Hebreeuws of Duits, minstens om de dag tot aan de geboorte. Deze talen werden gekozen omdat hun akoestische en fonologische eigenschappen sterk verschillen van het Frans en van elkaar, legt co-hoofdauteur en neuropsycholoog Andréanne René uit. De andere 21 deelnemers maakten deel uit van de controlegroep. Hun foetussen werden blootgesteld aan het Frans in hun natuurlijke omgeving, zonder speciale input.
Tussen de eerste 10 uur en drie dagen na de geboorte observeerde het team hoe de hersenen van de pasgeborenen reageerden op Duits, Hebreeuws en Frans met behulp van functionele nabij-infraroodspectroscopie (fNIRS), een niet-invasieve beeldvormingstechniek die veranderingen in de zuurstofvoorziening van het bloed in de hersenen meet.
Alle onderzochte baby's vertoonden verhoogde activiteit in de linker temporale kwab, het taalverwerkingscentrum van de hersenen, wanneer ze iemand Frans hoorden spreken. Maar alleen de baby's die vóór de geboorte aan Hebreeuws of Duits waren blootgesteld, vertoonden een vergelijkbare hersenactiviteit bij het luisteren naar die talen. Pasgeboren baby's die vóór de geboorte geen Hebreeuwse of Duitse verhalen hadden gehoord, vertoonden activiteit in hersengebieden voor het verwerken van algemene geluiden en minder activiteit in taalverwerkingsgebieden.
Geen onbeschreven blad
De studie ondersteunt het idee dat de hersenen van pasgeboren baby's geen ‘onbeschreven blad’ zijn. Dat zegt Ana Carolina Coan, expert op het gebied van kinderneurologie en lid van de Braziliaanse Academie voor Neurologie. De omgeving van de zwangere vormt al vóór de geboorte de hersenverwerking van de foetus.
Het is niet duidelijk hoeveel blootstelling aan een bepaalde taal in de baarmoeder nodig is om ervoor te zorgen dat het brein die als taal verwerkt. In eerder onderzoek naar de effecten van de auditieve omgeving op foetussen was de blootstelling enkele uren, in andere studies slechts een kwartier. Gallagher was bezorgd dat de blootstellingstijd in het nieuwe onderzoek niet voldoende zou zijn om enige reactie waar te nemen, maar meer vragen zou voor de deelnemers een te zware belasting kunnen zijn. Daarom waren de duidelijke resultaten van het onderzoek een welkome verrassing, zegt ze.
'Het onderzoek suggereert niet dat moeders hun ongeboren baby's aan vreemde talen moeten blootstellen om ze later slimmer of meertalig te maken', zegt Coan, die niet aan het onderzoek heeft deelgenomen. Maar meer kennis over hoe blootstelling aan taal in de baarmoeder de spraakontwikkeling van een kind beïnvloedt, is belangrijk voor het begrijpen van spraakstoornissen. 'Voor clinici is dit een extra bewijs dat de taalontwikkeling veel eerder begint dan bij de geboorte, wat van belang is voor de opsporing van vertragingen en behandelingen', zegt ze.