Natuur & Milieu

‘Kopgevechten’ gaven giraffen lange nek

Nieuw onderzoek levert bewijs aan voor een hypothese die al even rondgaat: de lange nek van giraffen heeft niet alleen te maken met voedsel, maar ook met seks.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

De basis van het nieuwe bewijs is de analyse van 17 miljoen jaar oude fossiele resten. Van een nieuw ontdekte vroege voorouder van de giraf met name, de Discokeryx xiezhi, die leefde in het Mioceen. In dit tijdvak verspreidden de graslanden zich en in het kielzog daarvan bloeiden – kort samengevat – onder meer slurfdieren, vroege varkens en giraffen. Gevolg: een toenemende concurrentie om voedsel, ook met de eveneens florerende hertachtigen, antilopen en geitachtigen.

Vanuit de gedachtegang van Charles Darwin gold de giraf lange tijd als een schoolvoorbeeld van natuurlijke selectie en adaptieve evolutie. De nek was, volgens deze theorie, een instrument in de strijd om voedsel. Door zijn uitzonderlijke lengte maakte hij het namelijk mogelijk tot bij de bladeren in de boomtoppen te geraken in de Afrikaanse savanne. Zo konden de Giraffidae een natuurlijke voorraadkamer aanspreken die voor concurrerende herkauwers onbereikbaar was en bleef. Een recentere denkpiste wijst echter op een heel andere maar al even levensnoodzakelijke mogelijke verklaring: paring en dus voortplanting. Een hypothese waarvoor een onderzoeksteam onder leiding van Shi-Qi Wang (Chinese Academy of Sciences) en Jin Meng (American Museum of Natural History) nieuw bewijs zegt te hebben gevonden.

Een reconstructie van de biotoop van de Discokeryx xiezhi (centraal bovenaan met letter ‘a’) en zijn tijdgenoten, zo’n 17 miljoen jaar geleden in het Junggar-bekken in het noordwesten van het huidige China. (© Wang et al., Science)

Hun onderzoekfocus lag enerzijds op de vorm van de schedel van de Discokeryx xiezhi, die doet denken aan een helm. Anderzijds stelden ze vast dat zijn hoofd-halsgewrichten bijzonder complex waren. Zoals bij heel veel dieren en hun verre voorouders hangt paring bij de girafachtigen samen met gevechten tussen de mannetjes. In dit geval ‘kopgevechten’: het op elkaar inbeuken met een zo stevig mogelijk hoofd, waarbij maximaal soepele en krachtige nekslagen een evident voordeel zijn. Wang en Meng stellen nu dat nooit eerder in de evolutie van de gewervelde dieren zo’n optimale combinatie van de kop als wapen en de nek als krachtbron is vastgesteld als bij de Discokeryx xiezhi.

Belangrijk daarbij is wel dat dit volgens hen niet betekent dat we de voedselverklaring dan maar moeten schrappen. Uit isotopenonderzoek van het tandglazuur van het fossiel leiden zij af dat de nieuw ontdekte voorouder van de giraf wel degelijk ook een specifieke niche in het ecologisch systeem voor zijn rekening nam die onbereikbaar was voor andere herbivoren uit zijn tijd. ‘Waaruit blijkt,’ vat Wang de onderzoekconclusies samen, ‘dat de evolutionaire voorgeschiedenis van de giraf complexer is dan vaak wordt geponeerd. Bovenop concurrentie voor voedsel speelt ook seksuele machtsontplooiing een belangrijke rol in het tot stand komen van zijn lange en in het dierenrijk unieke nek.’