Mezensterfte baart vogelliefhebbers zorgen

Ieder broedseizoen melden vogelliefhebbers dode kool- en pimpelmezenkuikens die ze terugvinden in hun tuinen. Dit jaar is de sterfte zorgwekkend hoger dan andere jaren met meer dan 4.500 meldingen, ‘mogelijk door het verhoogd gebruik van insecticiden tegen de buxusmot’.

Lees ook:

 

Vogelbescherming Vlaanderen en de Vereniging voor ecologisch leven en tuinieren (Velt) ontvangen ieder jaar tijdens het broedseizoen meldingen van dode mezen. De meldingen zijn afkomstig van burgers die dode kool- of pimpelmezen vinden in hun tuinen of nestkastjes. Het gaat dan voornamelijk om een of meerdere jonge vogeltjes die dood worden aangetroffen in de nesten. Er blijkt echter meer aan de hand. Sinds 2017 stijgt het aantal meldingen gestaag tot wel meer dan 4.500 dit jaar en die massale mezensterfte baart de onderzoekers grote zorgen. Ze willen dan ook uitgebreid onderzoeken wat de oorzaak is en kijken in de richting van insecticiden. Het zou kunnen dat oudervogels hun jongen per ongeluk enkele vergiftigde rupsen te eten gaven.

SOS Mezen

‘Sinds 2 jaar is het aantal meldingen van dode kool- en pimpelmezen sterk gestegen’, zegt Geert Gommers, coördinator van de dienst Kennis van Velt. ‘De sterfte loopt waarschijnlijk samen met het verhoogd gebruik van pesticiden door bijvoorbeeld de bestrijding van de buxusmot. De rupsen van deze mot tasten buxus aan waardoor deze bomen ernstig beschadigd raken. Om zulke schade te voorkomen gebruiken tuineigenaars insecticiden om de motten te verdelgen. De grote vraag is nu of er een relatie bestaat tussen de vogelsterfte en het insecticidegebruik, maar dat weten we pas zeker tegen september’.

Het onderzoek, dat de naam SOS Mezen draagt, liep van 15 maart tot 15 juni. Tijdens deze periode kon iedereen in Vlaanderen die dode mezen vond een melding maken op sosmezen.be en de dieren invriezen voor verder onderzoek. De vogels werden daarbij in een plastic zak opgeborgen met een briefje waarop de datum stond waarop de vogels werden gevonden. Het ophalen van de mezen vindt momenteel plaats tot 30 juni en alle vogels zullen vervolgens aan het laboratorium worden bezorgd. Het labo onderzoekt de lichaampjes dan op de mogelijke aanwezigheid van pesticiden. De meeste meldingen kwamen uit Oost-Vlaanderen (1.400), gevolgd door Antwerpen (983) en West-Vlaanderen (916).

Mezensterfte tegengaan

In september wordt duidelijk of de mezensterfte te wijten is aan het gebruik van insecticiden. In tussentijd kunnen burgers 3 acties ondernemen om de mezen in hun tuin te helpen, zegt Gommers: ‘zorg zeker dat er voldoende voedsel aanwezig is in de tuin. Door een diversiteit aan planten te hebben, worden verschillende insecten aangetrokken. Vooral rupsen zijn belangrijk, want door het zachte vlees krijgen de jonge vogels genoeg vocht binnen. Een tuin met veel variatie is het beste. Ten tweede kunnen burgers zorgen voor genoeg nestgelegenheid door nestkastjes te voorzien waar de mezen in kunnen broeden. Tenslotte is het van belang om in afwachting van de resultaten geen meer pesticiden te gebruiken’.

Meldingen van dode mezen maken kan niet meer. De resultaten van het pesticidenonderzoek worden begin september 2019 verwacht.