Alva en Farnese lieten geen sporen achter in ons DNA

16 januari 2018 door SST

Spaanse soldaten hebben hier tijdens de Tachtigjarige Oorlog veel minder bastaardkinderen verwekt dan werd aangenomen.

1576. De Spaanse furie raast door Antwerpen. Credit: Franz Hogenberg.

Tijdens de eerste fase van de Tachtigjarige Oorlog werden steden en dorpen in de Zuidelijke Nederlanden gebrandschat en geplunderd door Spanjaarden. Zoveel staat vast. Maar de claim dat de soldaten van Filips II en de Hertog van Alva ook (tien)duizenden bastaardkinderen zouden hebben verwekt, berust wellicht op propaganda.

Evolutionair geneticus Maarten Larmuseau (KU Leuven) ontkrachtte enkele jaren geleden al de mythe dat meer dan één op de tien Belgen en Nederlanders bastaardkinderen zouden zijn. Al vier eeuwen lang schommelt het aantal kinderen dat niet door de partner van de vrouw is verwekt rond de 1 procent. Dat kon Larmuseau aantonen met genealogisch én genetisch onderzoek.

Nu heeft de Leuvense wetenschapper, in samenwerking met collega-onderzoekers van zijn universiteit, een andere mythe ontkracht. Ten tijde van de furiën (van circa 1576 tot 1585) zouden de Spanjaarden zo driest tekeer zijn gegaan in onze contreien dat hun gedrag tot vandaag zichtbaar is in ons uiterlijk en onze genetische make-up.

De Leuvense genetici zochten op het Y-chromosoom van meer dan 1.300 Vlaamse en Nederlandse mannen naar twee typisch Spaanse genvarianten. Die mutaties zijn kenmerkend voor het Iberische vasteland en komen zelfs massaal voor bij mannen uit Catalonië en het Baskenland.

In het album Het Spaanse Spook vechten Suske en Wiske tegen de troepen van de Hertog van Alva.

Het DNA-onderzoek leverde geen resultaten op. De bevolking van de Lage Landen heeft daarmee niet méér ‘Spaans bloed’ in haar aderen dan bijvoorbeeld de Engelsen of de (Noord-)Fransen – van wie de voorouders geen Spaanse furie hebben gekend. De mannen in het onderzoek hadden allen een familiestamboom die terugging naar steden en dorpen die in het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werden getroffen door een zogenaamde furie. Het ging om plaatsen zoals Mechelen, Zichem, Lier, Breda en natuurlijk Antwerpen.

Larmuseau zegt dat hij ervan versteld staat hoezeer deze ‘Spaanse legende’ nog leeft in Vlaanderen en Zuid-Nederland. ‘Tijdens voordrachten voor genealogische verenigingen is er altijd wel iemand die polst naar de overerving van Spaanse genen. Meestal met de toevoeging dat hij of zij iemand kent met een ‘overduidelijk Spaans uiterlijk’ – lees: een kleine gestalte en donker haar.’

Dat de Spanjaarden, aangevoerd door illustere figuren zoals de Hertog van Alva en landvoogd Alexander Farnese, niet bepaald vriendelijk omgingen met de inwoners van de Zuidelijke Nederlanden, is natuurlijk bekend. Maar dat ze zoveel kinderen bij Vlaamse en Nederlandse vrouwen hebben verwekt dat hun ‘bloed’ vandaag nog altijd door onze aderen stroomt, is een brug te ver.

‘Zelfs bij verkrachtingen op grote schaal is het moeilijk om een duidelijk genetisch signaal terug te vinden binnen een populatie’, zegt Larmuseau. ‘Daarvoor heb je structurele migratiebewegingen nodig, waarbij gemeenschappen verhuizen en zich elders gaan settelen. Denk aan de Vikingen in Oost-Engeland, de Feniciërs in hun handelsposten aan de kusten van de Middellandse Zee, en de katholieken uit Noord-Frankrijk die ten tijde van de Spaanse furie naar Vlaanderen kwamen.’

De bevolking van de Lage Landen heeft niet méér ‘Spaans bloed’ in haar aderen dan pakweg de Engelsen of de Fransen

Deze Noord-Fransen, die de plaats innamen van Vlamingen die naar de Noordelijke Nederlanden waren gevlucht, schijnen wél hun plaats in onze huidige genenpool te hebben veroverd, alsook in ons namenregister. ‘Kijk maar naar namen zoals Seynave, Vandelanotte, en natuurlijk naar die van mij’, zegt Larmuseau.

De furiën, waarvan de Antwerpse variant de bekendste is, waren een gevolg van massale muiterij onder de Spaanse soldaten. Die kregen van hun koning Filips II vanaf 1575 nauwelijks nog soldij uitbetaald, want de Spaanse schatkist was leeg. Als reactie daarop gingen ze steden en dorpen in de Zuidelijke Nederlanden plunderen. Daarbij werden tienduizenden burgers gedood en werden huizen en gebouwen massaal verwoest.

Tijdens de jarenlange strijd tegen de Spaanse overheerser ontstonden in de Lage Landen de kiemen van wat je een nationale identiteit zou kunnen noemen. In 1588 werd bijvoorbeeld de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden opgericht. Tegelijkertijd raakte de lokale folklore verweven met de mythe – propaganda avant la lettre – waarin de Spanjaarden steevast als verkrachtende tirannen werden afgeschilderd.