Het effect van griepvaccins verschilt met de leeftijd

07 februari 2013 door Eos-redactie

Leeftijdsgebonden verschillen in het immuunsysteem kunnen een invloed hebben op hoe we reageren op een griepvaccin.

Leeftijdsgebonden verschillen in het immuunsysteem kunnen een invloed hebben op hoe we reageren op een griepvaccin.

Een vaccinatie kan je vergelijken met een training van het immuunsysteem om zich te wapenen tegen vreemde indringers. Het voetvolk in dit verhaal zijn de B-cellen en hun wapens de antilichamen. In dit schijngevecht stellen de B-cellen hun wapens beter af op de verzwakte of dode virussen uit het vaccin, en ontwikkelen ze een heel repertorium van potentiële reacties op indringers waarop ze later, wanneer virussen echt aanvallen, een beroep kunnen doen.

Onderzoekers analyseerden alle antilichamen die ze terugvonden in bloedmonsters van vrijwilligers die in 2009 of 2010 een griepvaccin hadden gekregen. Ze verdeelden de vrijwilligers in drie leeftijdsgroepen: kinderen van 8 tot 17, jongvolwassenen van 18 tot 30 en ouderen van 70 tot 100.

Aan de hand van gesofisticeerde DNA sequentietechnieken slaagden de onderzoekers erin het aantal antilichamen te tellen op het moment dat de immuniteitsrespons van de proefpersonen tegen het griepvaccin zijn hoogste punt had bereikt. Na het tellen, vergelijken en groeperen van de gevonden antilichamen, stelden de onderzoekers vast dat het aantal verschillende types antilichamen in het immuunsysteem vermindert met de leeftijd. Of dus dat oudere immuunsystemen minder wapens hebben om uit te kiezen.

Uit de resultaten kan men afleiden dat griepvaccins anders werken bij ouderen dan bij jongeren. Of dit betekent dat het vaccin bij ouderen beter of slechter werkt, is evenwel niet duidelijk. Daarom raden de onderzoekers ten stelligste af dat ouderen zouden stoppen met zich te vaccineren. Beter is het dat ouderen hun blootstelling aan griepvirussen proberen te beperken en medisch advies inroepen als ze symptomen van griep krijgen. (ev)