Microbioloog Jeroen Raes: ‘De darmflora vormt een apart orgaan in ons lichaam’

Op en in ons lichaam krioelt het van de bacteriën. Ze veroorzaken of voorkomen ziektes, beïnvloeden ons brein en sturen zelfs ons gedrag. Een gesprek met Jeroen Raes over diagnosekits, darmflorapillen en databanken met persoonlijke bacteriën.

In lezingen vertelt microbioloog Jeroen Raes (KU Leuven/VIB) graag dat we een wandelende kolonie bacteriën zijn. ‘Er leven zo’n honderd biljoen bacteriën op en in ons lichaam – dat is een getal met veertien nullen. Tegenover elke menselijke cel in ons lijf hebben we ongeveer 1,2 cellen van bacteriële oorsprong. We zijn dus half mens en half bacterie.’

Enkele jaren geleden startte Raes het ambitieuze Vlaams Darmfloraproject op. Hij verzamelde stoelgangmonsters van meer dan vijfduizend vrijwilligers – nooit eerder was zoiets op deze schaal gebeurd. Met het project hoopte hij de ultieme vraag te kunnen beantwoorden: wat is nu precies een gezonde darmflora?

Wanneer ik pols of de vraag ondertussen al opgelost is, schatert hij het uit. ‘Ik weet dat ik al jaren verkondig dat we daar binnenkort in gaan slagen. Het is nog steeds niet gelukt. Maar ik maak me sterk dat we het raadsel de komende jaren volledig gaan kraken.’

Zelf bestudeert u de darmflora, andere onderzoekers specialiseren zich in mond-, huid- of vaginale flora. Zijn dat volledig gescheiden systemen of vormen ze een groot samenwerkend geheel?

‘Het zijn zeer verschillende ecosystemen, met specifieke omgevingsomstandigheden. De huidflora is bijvoorbeeld compleet uniek. Onze huid is zeer droog en arm aan voedingsstoffen, in tegenstelling tot pakweg onze darmen. En de vaginale flora gedijt dan weer in een veel zuurdere omgeving.’

Een dieet met veel vezels, weinig vet en weinig vlees creëert optimale omstandigheden voor een gezonde darmflora. © Rob Stevens

‘Toch zijn de verschillende flora’s niet altijd gescheiden systemen. Er is kruisbestuiving mogelijk. Bacteriën die normaal alleen in de fecale flora huizen zien we soms plots opduiken in de vaginale flora. Of bacteriën die dominant zijn in de mondflora verschijnen in de darmflora. Het gaat dan waarschijnlijk over tijdelijke indringers, niet over natuurlijke bewoners.’

De bacteriën die we met ons meedragen zijn over het algemeen onze bondgenoot. Wat is het opmerkelijkste dat ze voor ons doen?

‘Ik vind het bijzonder straf om te zien hoe de darmflora een extra metabool orgaan vormt in ons lichaam. Die bacteriën verteren ons voedsel, en tegelijk produceren ze een hele reeks chemische stoffen. Die stoffen kunnen we zelf niet aanmaken, maar zijn wel belangrijk voor de werking van onze darmen en ons immuunsysteem. Het gaat dan over bepaalde vitamines, en een hele hoop stoffen waarvan we nog niet weten waarvoor ze precies dienen.’

‘Bacteriën vormen een barrière die op dagelijkse basis honderden of zelfs duizenden infecties tegenhoudt’

‘Heel wat wetenschappers werken nu rond de zogeheten hersen-darmas. Darmbacteriën maken stoffen aan die vermoedelijk onze hersenontwikkeling beïnvloeden. Ze zouden zelfs mee bepalen hoe we denken en wat onze gevoelens zijn.’

‘We mogen ook niet onderschatten hoe belangrijk bacteriën zijn als verdedigingsmechanisme. Ze willen hun plekje in ons lichaam niet delen met indringers. Zo verhinderen ze dat kwaadaardige ziekmakers zich nestelen in ons lichaam. Ze vormen een barrière die op dagelijkse basis honderden of zelfs duizenden infecties tegenhoudt.’

Wat is tot nu toe het belangrijkste resultaat van het Vlaams Darmfloraproject?

‘Onze darmflora is een samenwerkende vennootschap van duizenden bacteriën. De precieze samenstelling is niet bij iedereen gelijk. Samen met een internationaal onderzoeksteam wisten we te achterhalen dat je mensen op basis van hun darmflora kan opdelen in vier enterotypes, een beetje zoals je dat met de bloedgroep kan doen. Enterotypes zijn darmbacteriegemeenschappen die meer voorkomen dan andere, bijvoorbeeld omdat ze stabieler zijn.’

‘We ontdekten bijvoorbeeld dat in de diverse enterotypes verschillende bacteriën centraal staan. En we begrijpen steeds beter wat dat te betekenen heeft. Van het zogeheten Prevotella-darmtype weten we dat het sterk gelinkt is aan mensen die vaak vezelrijke voeding eten. En dat het vaak opduikt in rurale gebieden en in afgelegen gemeenschappen in Afrika en Zuid-Amerika. De Bacterioides 1- en Ruminococcus-darmtypes komen dan weer vooral in de westerse wereld voor.’

Jeroen Raes: ‘Mensen kan je in groepen opdelen op basis van hun darmflora, net zoals je met de bloedgroep.’ © Rob Stevens

‘Het verschil tussen die laatste twee houdt onder andere verband met de transittijd – de tijd die verloopt tussen het doorslikken van je voeding en het afscheiden van de resten. Heb je een iets tragere transittijd, dan behoor je vaak tot het Ruminococcus-darmtype, met een snellere transittijd tot het Bacterioides 1-enterotype. Bij een extreem snelle transittijd zit je in het Bacterioides 2-darmtype, wat we associëren met diarree en ontstekingen.’

‘Soms zijn de verbanden die we vinden minder duidelijk. Je zou door de associatie tussen Prevotella en vezelrijk eten kunnen denken dat dit darmtype gezonder is dan andere, ware het niet dat dit enterotype ook verband houdt met aandoeningen zoals artritis. Wanneer welk darmtype goed is en wanneer niet is nog onduidelijk. Die nuances moeten we nog verder uitzoeken.’

Onderzoekers brengen ziektes steeds vaker in verband met een verstoord evenwicht in de darmflora. Al is het niet altijd duidelijk wat de oorzaak is en wat het gevolg. Zijn er al ziektes waarvan onomstotelijk bewezen is dat ze ontstaan door een verstoorde darmflora?

‘Bij darmziektes als de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa weten we al heel lang dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen darmflora en ontstekingen. In de jaren 1970 en ’80 voerde wijlen maag-darmarts Paul Rutgeerts (KU Leuven) interessante experimenten uit. Toen hij de darmflora bij patiënten weghaalde, zag hij de ontsteking verminderen. En als hij het weefsel weer in contact bracht met die darmflora, dan keerde de ontsteking terug. Zulke experimenten zijn nu ethisch niet meer mogelijk maar waren wetenschappelijk zeer verhelderend.’

‘Ook bij patiënten met diabetes type 2 en obesitas beginnen we te zien dat de darmflora een belangrijke rol speelt. Ze is gelinkt aan de overgang van die ziektes naar het metabool syndroom. Dat is een combinatie van een verhoogd cholesterolgehalte, een hoge bloeddruk, overgewicht en een hoge bloedsuikerspiegel. Het syndroom gaat gepaard met een meer algemene staat van ontsteking en de ontwikkeling van hart- en vaatziektes.’

‘Binnen de vijf jaar zullen we de eerste darmfloragebaseerde diagnostische kits op de markt zien’

‘Het oorzakelijke verband tussen darmflora en ziektes neemt natuurlijk niet weg dat er vaak sprake is van een vicieuze cirkel: de verstoorde darmflora kan evengoed de oorzaak zijn als het gevolg van een ziekte. Patiënten met de ziekte van Crohn zijn vaak genetisch voorbestemd om een ontstekingsziekte in de darmen te ontwikkelen. Door die ontsteking raakt hun darmflora verstoord. Ze spelen goede bacteriën kwijt en houden bacteriën over die de ontsteking kunnen uitlokken. Er ontstaat een cyclus van ontstekingen die steeds erger worden.’

Sommige ziektes zouden vroeg op te sporen zijn in de darmflora. Wanneer denkt u dat artsen op die manier diagnoses gaan stellen?

‘We zitten daar heel dichtbij. We ontdekken steeds meer diagnostische signalen voor ziektes als diabetes type 2 en dikkedarmkanker. En we leren veel over de natuurlijke variatie van de darmflora – tussen individuen onderling, tussen populaties en in de tijd. We kunnen met een grotere betrouwbaarheid op zoek gaan naar zulke merkers. We zijn er nog niet helemaal, maar ik denk dat we binnen de vijf jaar de eerste darmfloragebaseerde diagnostische kits op de markt zullen zien.’

Er lopen studies naar databanken met persoonlijke bacterieculturen. Als je darmflora verstoord raakt en je ziek wordt, kan je de originele gezonde darmflora opnieuw toegediend krijgen.

‘Dat is nog heel pril. Zulke databanken aanleggen is ook bijzonder moeilijk. Niet alle gezonde bacteriën houden het tien jaar vol in een diepvriezer. En we hebben er geen idee van waartoe een behandeling met een onvolledige darmflora kan leiden. Je vindt ongetwijfeld commerciële spelers die zulke behandelingen nu al aanbieden, maar het is moeilijk te voorspellen welke toekomst er voor zulke databanken is weggelegd.’

Voorkomen is beter dan genezen. Kunnen we zelf iets doen om onze darmflora gezond te maken en te houden?

‘Dat is de vraag van 1 miljoen. Op dit moment kan ik daar geen specifiek advies in geven. Wat ik wel kan zeggen is dat een gevarieerd dieet met veel vezels, weinig vet en weinig vlees optimale omstandigheden creëert voor een gezonde darmflora.’

‘Er zijn wel uitzonderingen. De belangrijkste zijn patiënten met het prikkelbaredarmsyndroom. Die reageren heel slecht op vezelrijke voeding, omdat ze moeite hebben met de gasvorming die gepaard gaat met de fermentaties die darmbacteriën uitvoeren. Idealiter krijgt elke patiënt persoonlijk advies.’

Dit is een ingekorte versie van een interview dat eerder is verschenen in de Eos-special Microben in en op je lijf. Lees het volledige artikel via deze link.