Chimpansees zijn toch niet zo altruïstisch

21 december 2016 door Eos-redactie

Chimpansees helpen elkaar niet als er voor henzelf niets inzit.

Het kan chimpansees weinig schelen of een soortgenoot door hun acties beter of slechter af is, meldt een internationaal team onderzoekers in Nature Communications. De dieren zijn volgens de wetenschappers veeleer ‘onverschillig’ dan altruïstisch.

De wetenschappers zetten telkens twee chimpansees in twee kooien naast elkaar. In de ene kooi bevond zich een doosje met gepelde pinda’s, in de andere een pin. In één scenario zorgde het verwijderen van de pin ervoor dat de buur de pinda’s uit het doosje kon halen. In een tweede zorgde dat er net voor dat het doosje vast kwam te zitten en het andere dier niet bij de pinda’s kon. In beide gevallen viel er voor de bediener van de pin zelf niets te winnen.

Aanvankelijk verwijderden de dieren de pin vaak, maar hun enthousiasme nam snel af naarmate ze doorkregen dat er voor henzelf niets in zat. Er was bovendien geen verschil tussen beide scenario’s: chimpansees die hun buur een lekker hapje konden bezorgen verwijderden de pin niet vaker dan dieren die hun buur de pinda’s konden ontzeggen.

Volgens de wetenschappers plaatst het onderzoek vraagtekens bij de theorie dat altruïsme een erg oude eigenschap is, die we samen met de chimpansees hebben geërfd van een gemeenschappelijke voorouder. Dat andere experimenten toch altruïstisch gedrag bij chimpansees konden aantonen, komt volgens de onderzoekers mogelijk doordat ze de dieren tot altruïstisch gedrag verleidden door de manier waarop ze waren opgezet.

Al wat je zegt…

Primatoloog Frans de Waal (Emory Univeristy), die zelf altruïstisch gedrag bij chimpansees aantoonde, heeft zijn bedenkingen bij die conclusies. ‘Er zijn inmiddels een zestal studies die prosociaal gedrag (vrijwillig gedrag dat een ander ten goede komt, red.) hebben aangetoond bij chimpansees en bonobo’s, een ongeveer een dozijn die hetzelfde hebben gedaan bij apen. Het lijdt weinig twijfel dat primaten zich prosociaal kunnen gedragen.’

De Waal keert de redenering om. Het probleem ligt niet bij de methodologie van de experimenten die altruïstisch gedrag aantonen, maar bij de opzet van de proeven die dat niet kunnen. ‘Het is mogelijk dat de opstelling de dieren niet aansprak, of dat ze het niet begrepen. Voor negatieve resultaten zijn veel meer mogelijke verklaringen te bedenken dan voor positieve. Dus in plaats van alle positieve studies in vraag te stellen, zouden de onderzoekers beter hun eigen methode kritisch evalueren.’

Ook primatologe Mariska Kret (Universiteit Leiden) is niet overtuigd, en betwijfelt of de dieren wel doorhadden wat de bedoeling was. Het is bovendien de vraag of de gebruikte chimpansees representatieve proefkonijnen zijn. ‘De dieren komen uit een opvangcentrum en zijn gered uit erbarmelijke omstandigheden. Vaak is hun moeder doodgeschoten en zijn ze vervolgens gevangen. Net als bij mensen leidt dat bij chimpansees tot veel psychosociale problemen. Dat heeft een impact op het gedrag van de dieren.’