Kernproeven helpen legaal van illegaal ivoor te onderscheiden

01 juli 2013 door Eos-redactie

Door het gehalte aan radioactieve koolstof in slagtanden te vergelijken met de evolutie van de concentratie in de atmosfeer, kunnen wetenschappers de leeftijd van slagtanden achterhalen.

Als het stropen van olifanten aan het huidige tempo doorgaat, zouden de dieren nog deze eeuw kunnen uitsterven. Sinds 1989 is de internationale handel in ivoor verboden. Ouder ivoor mag echter wel nog verhandeld worden. Amerikaanse wetenschappers hebben een nieuwe techniek ontwikkeld om de ouderdom van ivoor te bepalen, en zo legaal van illegaal ivoor te onderscheiden.

De slagtanden van olifanten groeien laagje per laagje en blijken te weerspiegelen hoeveel radioactieve koolstof er in de lucht zat op het moment dat ze werden gevormd. De hoeveelheid radioactieve koolstof in de atmosfeer steeg in de jaren 1950 en 1960 als gevolg van proeven met kernwapens, om vervolgens geleidelijk weer te dalen tot natuurlijke achtergrondwaarden. Planten nemen bij de fotosynthese ook de radioactieve koolstof op en die komt zo terecht in nagels, haar en (slag)tanden van dieren.

Door het gehalte aan radioactieve koolstof in slagtanden te vergelijken met de evolutie van de concentratie in de atmosfeer, kunnen de wetenschappers achterhalen wanneer de weefsels zijn gevormd en in sommige gevallen ook wanneer het dier is gestorven.

Volgens de onderzoekers kan hun techniek ook worden gebruikt in de strijd tegen de stroperij op neushoorns en andere bedreigde diersoorten. Ze testten hun techniek niet alleen uit op slagtanden, maar ook op apenharen, nijlpaardtanden en hoorns van oryxen of spiesbokken.

Eerder ontwikkelden wetenschappers aan de University of Washington al een methode om op basis van een DNA-analyse te achterhalen waar in beslag genomen slagtanden vandaag komen.

Jaarlijks worden meer dan 30.000 olifanten afgeslacht. Volgens de meest recente cijfers blijven er nog zo'n 400.000 Afrikaanse olifanten over. (ddc)