Klimaatgeschiedenis aflezen uit wormenfeces

11 juli 2013 door Eos-redactie

De samenstelling van wormenfeces kan helpen om duizenden jaren klimaatverandering in kaart te brengen.

De samenstelling van wormenfeces kan helpen om duizenden jaren klimaatverandering in kaart te brengen.

Een studie van de University of York toont aan dat kalkachtige, gekristalliseerde restanten van wormenfeces variëren naar gelang van de temperatuur waarbij ze gevormd zijn. De ‘kalkbolletjes’ kunnen op die manier aantonen welk klimaat er heerste in de tijdsperiode waarin ze door de regenworm geproduceerd werden.

De calcietkristallen in kwestie zijn tot 2 mm dik en bevatten voornamelijk calciumcarbonaat. Doordat de verhouding van de verschillende zuurstofisotopen in het kristal verschillen naar gelang van de temperatuur, is het mogelijk om de weersomstandigheden in te schatten op het moment dat de kristallen binnen in de worm gevormd werden. “Regenwormen scheiden meerdere keren per dag zulke kristallen uit,” zegt onderzoekster Emma Versteegh. “We kunnen de temperatuurverschillen dus opmeten over de verschillende seizoenen heen, maar ook de geografische variaties nagaan.”

De kalkbolletjes die het team momenteel onderzoekt, worden opgegraven in de buurt van de bekende Stonehenge-site in het Verenigd Koninkrijk en zijn tot duizenden jaren oud. Op termijn moet het mogelijk zijn om de klimaatveranderingen in kaart brengen over periodes van duizenden en zelfs honderdduizenden jaren.

In 1881 had Charles Darwin de opvallende kalkuitscheidingen van de regenwormen uitgebreid bestudeerd. Darwin wist toen al dat de wormen de kristalletjes aanmaakten om de zuurtegraad in hun darmstelsel te neutraliseren. (adw)