Klimaatverandering nekt ook 'neutrale' dieren

01 maart 2013 door A

Door klimaatverandering slinkt ook de populatie van veel dieren die nauwelijks last zouden moeten hebben van de verandering.

Door klimaatverandering slinkt ook de populatie van veel dieren die nauwelijks last zouden moeten hebben van de verandering. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral koudeminnende dieren en 'neutrale' dieren vertrekken uit Nederland of gaan dood; warmteminnende dieren zijn juist aan een opmars bezig.

Onderzoekers van het CBS keken hoe de populaties groeiden of slonken van verschillende diersoorten vanaf het jaar 2000. Daaruit bleek dat er 12 procent meer dieren zijn die van warmte houden, terwijl het aantal 'neutrale' soorten daalde met 18 procent. Van de dieren die wel van kou houden, is 40 procent sinds 2000 verdwenen. Dat kan om allerlei dieren gaan, zoals vlinders, vogels, maar ook eencelligen en zoogdieren.

Volgens Paul Opdam, hoogleraar ecologie en ruimtelijke planning aan de Universiteit van Wageningen, is er een aantal mogelijke verklaringen voor de terugloop van die 'neutrale dieren'. Zowel hij als het CBS omschrijft die dieren overigens als soorten waarvan de populatie niet zou moeten afnemen in Nederland door de klimaatsverandering, omdat ze daar niet gevoelig voor zijn.

,,Dat komt omdat Nederland in het midden ligt van hun verspreidingsgebied, hun areaal. Temperatuur heeft dan weinig invloed'', aldus Opdam. ,,Maar er is meer aan de hand. Zo komen er door klimaatverandering meer extreme weersomstandigheden voor, kunnen neerslagpatronen veranderen en kan de vegetatie bijvoorbeeld dichter worden of sneller groeien. Sommige soorten kunnen daar niet tegen en dan daalt de populatie'', verklaart Opdam.

Op de grenzen van de arealen verdwijnen soorten wel door de temperatuursverandering. Als die daar te veel stijgt, voldoet die niet meer en sterven koudeminnende dieren ten zuiden van die grens uit. Aan de noordzijde van het verspreidingsgebied warmt het ook op, vandaar dat de soort zich juist daar meer gaat voortplanten. Voor warmteminnende dieren verschuift hun areaal op dezelfde manier. Die nemen dan langzaam de plek in van de koudeminnende dieren op een bepaalde plaats.

Opdam benadrukt dat er nog veel onderzoek wordt gedaan naar alle effecten en neveneffecten van klimaatverandering.