Ook wind beïnvloedt route zeevarende zaden

18 juni 2015 door Eos-redactie

Niet enkel de stroming van het water bepaalt waar op de oceaan drijvende zaden en vruchten terechtkomen. Ook de wind speelt een rol.

Niet enkel de stroming van het water bepaalt waar op de oceaan drijvende zaden en vruchten terechtkomen. Ook de wind speelt een rol. Hoe groot die rol is, hangt af van de bouw van het plantdeeltje.

Terwijl u dit leest, dobberen er op het oceaanoppervlak miljoenen propagules, zijnde biologische materialen zoals zaden, vruchten, plantdelen, … Sommige leggen honderden kilometers af. Waar ze terechtkomen hangt af van de water- en windstromen, terwijl hun bouw bepaalt in welke mate die krachten invloed hebben. Dat blijkt uit een studie door biologen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), verschenen in het vakblad PLoS ONE.

De resultaten van het onderzoek laten zien hoe sommige zaden en vruchten aanpassingen vertonen die de invloed van wind bevorderen, terwijl andere zaden net een hoge densiteit hebben zodat slechts een verwaarloosbaar deel van hun volume boven het wateroppervlak komt. ‘De zaden van Heritiera littoralis, bijvoorbeeld, hebben een rugzeil en een lage densiteit, waardoor ze sterk lijken op kleine zeilbootjes’, vertelt Tom Van der Stocken, onderzoeker aan de VUB. ‘Naast waterstromen hangt de eindbestemming van deze zaden sterk af van de heersende windsterkte en –condities tijdens hun reis. De zaden van de algemene mangrovesoorten Rhizophora mucronata en Ceriops tagal zijn dan weer langwerpig en kunnen zowel horizontaal als verticaal drijven, waardoor sommige eerder één kant opgeblazen worden door de wind en andere, zelfs van dezelfde soorten, vooral door zeestromingen meegevoerd worden in een andere richting.’

Dit onderzoek richtte zich doelbewust op propagule van mangroven, zegt Van der Stocken. ‘Mangrovezaden en –vruchten vertonen grote verschillen in vorm en densiteit. Dat laat toe om de rol van die factoren grondig te bestuderen. Bovendien zijn mangroven een van de belangrijkste, maar tegelijk meest bedreigde ecosystemen in de tropische en subtropische gebieden. Ondanks hun ecologische en socio-economische waarde zijn mangrovewouden in de laatste vijftig jaar wereldwijd al meer dan veertig procent van hun oorspronkelijke oppervlakte verloren, en dat gaat nog door. In die context van habitatfragmentatie en overmatige exploitatie is het erg belangrijk om verspreidings- en vestigingsmechanismen te begrijpen.’

De wetenschappers verrichten veldwerk in Kenia en stroomgootexperimenten aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ). Van der Stocken werkt ook samen met NASA's Jet Propulsion Laboratory, om met behulp van hun wind- en zeestromingdata een eerste werelddekkend verspreidingsmodel voor mangroven te maken. (tn)