Orang-oetan: sterk uitgedund, maar genetisch divers

16 oktober 2012 door Eos-redactie

Genetisch onderzoek biedt hoop voor orang-oetan.

Orang-oetans op Sumatra zijn genetisch erg divers, blijkt uit nieuw onderzoek. Dat betekent dat ze recent sterk in aantal zijn afgenomen. Door een aantal stroken bos te beschermen die de dieren als migratieroute gebruiken, kan die genetische diversiteit en daarmee ook de soort misschien in stand worden gehouden.

Tot die conclusies komen Zwitserse wetenschappers die DNA uit haar en uitwerpselen van wilde orang-oetans analyseerden, aangevuld met genetisch materiaal van in beslag genomen dieren die als huisdier werden gehouden. Vooral aan de westkust van het eiland bleek de genetisch variatie tussen de dieren erg groot, hoewel in het gebied vandaag amper een vierhonderdtal orang-oetans leven. Dat wijst er volgens de onderzoekers - onder meer van Zürich Antropological Institute & Museum - op dat het er recent veel meer geweest moeten zijn.

Vooral grootschalige ontbossing wordt de dieren fataal. Op heel Sumatra blijven vandaag naar schatting 6.600 orang-oetans over. Uit de genetische analyse bleek ook dat de dieren in subpopulaties leven, van elkaar gescheiden door grote rivieren en bergen. Die groepen, die vaak maar uit een paar honderd individuen bestaan, dreigen aan inteelt ten onder te gaan.

Maar de onderzoekers vonden ook aanwijzingen voor recente uitwisseling van genetisch materiaal tussen de groepen. Vooral mannetjes blijken lange afstanden af te leggen, op zoek naar een partner. De wetenschappers konden ook een hooggelegen zone op het eiland aanwijzen die de dieren als migratieroute gebruiken. Als we erin slagen dergelijke zones te beschermen, is het misschien nog niet te laat voor de orang-oetan, besluiten ze. Het onderzoek staat in Journal of heredity. (ddc)