Veelzijdige verentooi versnelt evolutie

03 juli 2013 door Eos-redactie

De Europese spreeuw is een mooi beest, maar in vergelijking met de kleurrijke leden van haar uitgebreide Afrikaanse familie een saaie vogel. Hoe komt dat?

De spreeuw is een mooi beest, maar in vergelijking met de kleurrijke leden van haar uitgebreide Afrikaanse familie is ze een saaie vogel. Wetenschappers vragen zich al langer af hoe het komt dat bepaalde families een dergelijke kleurenrijkdom ontwikkelen. De overleving van een individu komt het vermoedelijk niet ten goede, want kleurrijke vogels trekken de aandacht van roofdieren en nestrovers.

Waarschijnlijk hebben we hier dus te maken met seksuele selectie: als dat bij het andere geslacht in de smaak valt, rust de evolutie vogels desnoods uit met een potsierlijke pauwenstaart. Dat verklaart echter nog niet waarom er uit een minder opvallende voorouder zoveel verschillende soorten ontstonden, met zoveel verschillende kleurpatronen.

Amerikaanse wetenschappers denken dat ze onder de microscoop het antwoord hebben gevonden. De kleur van de verentooi bij spreeuwen worden veroorzaakt door melanosomen, celorganellen met lichtabsorberende pigmenten erin. Die zijn gewoonlijk staafvormig, maar sommige spreeuwen hebben ook afgeplatte en/of holle exemplaren, die nieuwe kleurschakeringen mogelijk maken.

Uit een analyse van de stamboom van de Afrikaanse spreeuwen bleek dat vertakkingen met de modieuze melanosomen in de loop van de evolutie niet alleen tien tot zelfs veertig keer sneller van kleur veranderden, maar ook veel meer nieuwe soorten hebben gevormd. Waarschijnlijk valt de populatie bij het verschijnen van nieuwe tinten uiteen in vogels die dat wel en niet aantrekkelijk vinden, wat na enkele generaties kan leiden tot het ontstaan van nieuwe soorten. (tv)