Vorming steenkool creëerde omgekeerd broeikaseffect

11 oktober 2017 door SST

Driehonderd miljoen jaar geleden zat onze planeet in een diepvries, aangedreven door een gebrek aan – jawel – koolstofdioxide in de atmosfeer.

Fossiele brandstoffen zoals steenkool brengen we tegenwoordig meteen in verband met CO2 en met de opwarming van het klimaat. Maar miljoenen jaren geleden was het precies omgekeerd. Toen de huidige steenkool-, olie- en bruinkoolreserves werden gevormd, werd een massale hoeveelheid koolstofdioxide begraven in de ondergrond. CO2 dat bomen en planten aan de atmosfeer hadden onttrokken. Het gehalte aan CO2 in de atmosfeer slonk zo drastisch dat het natuurlijke broeikaseffect begon te sputteren en de aarde afkoelde en transformeerde tot een sneeuwbal.

Duitse klimaatwetenschappers hebben de geologische periodes waarin dit gebeurde (het Carboon en het Perm, ruwweg van 360 tot 250 miljoen jaar geleden) nu onderzocht met nauwkeurige klimaatmodellen. Daarbij vonden ze dat de veranderingen van de rotatie van de aarde om haar as en rond de zon niet voldoende zijn om de ijskoude ‘sneeuwbalaarde’ te kunnen verklaren. Op basis van grondstalen en fossiele plantenresten concludeerden ze dat ook de lage concentratie van CO2 – het belangrijkste broeikasgas in de atmosfeer – een beslissende invloed moest hebben gehad.

De onderzoekers denken dat de CO2-concentratie driehonderd jaar geleden flirtte met de ondergrens van 100 ppm (parts per million). Wetenschappers gaan ervan uit dat de aarde bij 40 ppm volledig zou bevriezen. Tegenwoordig zitten we ruim boven 400 ppm, waarover de wetenschappers nog willen waarschuwen dat we er absoluut alles aan moeten doen om onder de 450 ppm te blijven, anders zou het klimaat niet alleen (veel) te warm worden maar ook op hol kunnen slaan.