Wenkkrabben kampen met evolutionair dilemma

17 juli 2013 door Eos-redactie

Grote, lichte scharen om vrouwtjes te versieren of kleine, zware scharen om concurrenten te verschalken? Dat evolutionaire dilemma lossen wenkkrabben per soort anders op.

Grote, lichte scharen om vrouwtjes te versieren of kleine, zware scharen om concurrenten te verschalken? Dat evolutionaire dilemma lossen wenkkrabben per soort anders op.

Organismen willen maar één ding: hun genetisch materiaal doorgeven. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste soorten gebruiken ingewikkelde paringsrituelen om uit te maken welke genen de beste zijn. Om vrouwelijke soortgenoten te overtuigen, hebben sommige mannetjes allerlei slimmigheidjes ontwikkeld, zoals een felgekleurd verenkleed of grote, opvallende scharen.

Soms impliceren die aanpassingen wel dat bepaalde uiterlijke kenmerken hun initiële functie dreigen te verliezen. Een evolutionair dilemma waar onder andere de wenkkrab (Uca) mee kampt. Onderzoekers van de Gonzaga University en het Smithsonian Tropical Research Institute gingen na hoe de Uca dat evolutionaire probleem oplost. Het team onderzocht daarvoor de scharenmorfologie van de mannetjeswenkkrab van 21 soorten.

Terwijl de vrouwtjes twee kleine scharen hebben, zien we bij de mannetjes een kleine en een grote schaar. Met die laatste wuiven ze om vrouwtjes te verleiden. Daarvoor moet de schaar groot, opvallend en vooral licht zijn. Om rivalen te verslaan heeft hij anderzijds een kleine, zware en sterke schaar nodig.

De onderzoekers ontdekten dat elke wenkkrabsoort zijn eigen oplossing heeft voor het evolutionaire probleem. Sommige soorten kiezen resoluut voor een leven als donjuan, terwijl andere soorten de voorkeur geven aan een eenzaam bestaan als vechtersbaas. De bevindingen staan beschreven in het vakblad BMC Evolutionary Biology. (il)