Magma aan recordsnelheid

31 juli 2013 door Eos-redactie

Het duurt gewoonlijk eeuwen voor magma vanuit het diepste van de aarde uitgespuwd wordt. Recent onderzoek van de Columbia University in New York bewijst dat het ook sneller kan.

Het duurt gewoonlijk eeuwen voor magma vanuit het diepste van de aarde uitgespuwd wordt. Recent onderzoek van de Columbia University in New York bewijst dat het ook sneller kan.

Bij de uitbarsting van de Costa Ricaanse vulkaan Irazú in 1963 legde het magma de afstand van de mantel tot de oppervlakte, ongeveer 32 kilometer, af in slechts enkele maanden. Dat blijkt uit een studie van vulkanoloog Phillip Ruprecht in Nature. Hij onderzocht olivijnkristallen die vlak bij de vulkaan werden gevonden.

Olivijn is een groenig vulkanisch gesteente dat wordt gevormd in de aardmantel. Wanneer magma naar het aardoppervlak stijgt, koelt de olivijn af en worden er kristallen gevormd. Die bevatten grote hoeveelheden nikkel, dat voorkomt in de aardmantel maar zich verspreidt naarmate het magma traag naar de oppervlakte komt. Bij een snelle stijging kan het nikkel zich niet verspreiden. Aangezien de kristallen in de directe nabijheid van de Irazú opdoken, oordeelden Ruprecht en zijn team dat het magma veel sneller naar de oppervlakte kwam dan werd aangenomen.

Hoewel het voorspellen van uitbarstingen nog altijd nattevingerwerk is, kunnen vulkanologen dankzij het Amerikaanse onderzoek het mogelijke gevaar bij erupties voortaan beter inschatten. (eb)