‘Studie met gg-mais ondermaats’

29 november 2012 door DDC

De Franse studie die tumoren vond bij ratten op een dieet van genetisch gemodificeerde mais vertoont ernstige tekortkomingen, oordeelt de Europese voedselveiligheidsinstantie

Eind september ging het nieuws over een Franse studie naar de gezondheidseffecten van genetisch gemodificeerde mais de wereld rond. Wetenschappers van de Universiteit van Caen, onder leiding van Gilles-Eric Séralini meldden dat ratten die een leven lang genetisch gemodificeerde mais eten vroeger sterven en meer tumoren ontwikkelen dan ratten op een normaal dieet. Ook het herbicide Roundup, waartegen de mais resistent is gemaakt, zou ernstige gezondheidseffecten hebben. Verschillende wetenschappers bekritiseerden de conclusies van het onderzoek en de manier waarop het was uitgevoerd.

Ook de European Food Safety Authority (EFSA) heeft de studie inmiddels grondig onder de loep genomen. De manier waarop het onderzoek is opgezet vertoont ‘ernstige tekortkomingen’, oordeelt EFSA, en ‘beantwoordt niet aan de wetenschappelijke standaard.’ Daardoor is het volgens de voedselveiligheidsinstantie onmogelijk om op basis van de studie conclusies te trekken over de schadelijkheid van de transgene mais of het herbicide waarmee die wordt behandeld. Het is volgens EFSA daarom niet nodig om eerdere risico-evaluaties van de transgene mais te herbekijken.

EFSA haalt onder meer het te beperkte aantal ratten, een gebrek aan informatie over het voedsel dat de dieren kregen en tekortkomingen in de statistische analyses als belangrijkste gebreken aan. De autoriteit had extra informatie gevraagd aan de onderzoekers, maar kreeg die niet. Op negen november publiceerden de Franse wetenschappers wel een reactie op de internationale kritiek op hun werk in het tijdschrift Food and Chemical Toxicology, waarin ook het originele onderzoek was gepubliceerd. Daarin weerleggen ze de argumenten van de critici, maar volgens EFSA bevat die publicatie ‘weinig relevante informatie’ en blijven de belangrijkste vragen onbeantwoord.

EFSA ging voor de evaluatie ook te rade bij zes nationale controle-instanties, waaronder de Belgische Bioveiligheidsraad. Die oordeelde al in oktober dat het onderzoek geen relevante nieuwe informatie aanbrengt en onvoldoende basis biedt voor de conclusies die de wetenschappers trekken. De studie is ‘wetenschappelijk erg zwak’, klinkt het, en ‘had nooit mogen worden gepubliceerd in de wetenschappelijk tijdschrift’. Soortgelijk onderzoek – waarbij de ratten langer worden bestudeerd dan bij klassieke toxiciteitsproeven het geval is – maar dan beter uitgevoerd, kan volgens de Bioveiligheidsraad wel nuttig zijn om de bevindingen van de Franse onderzoekers te bevestigen of te ontkrachten. (ddc)