Artificiële intelligentie spoort angsten bij kinderen op

Computergestuurde intelligentie hoeft niet per definitie Hollywoodallures te hebben om opmerkelijk te zijn. Wat dacht u bijvoorbeeld van een algoritme dat angsten en depressies bij kinderen proactief op het spoor komt?

‘We gingen op zoek naar een snelle en objectieve manier om angsten en depressies te detecteren bij kinderen bij wie dit in de grote meerderheid van de gevallen niet gediagnosticeerd wordt.’ Zo formuleert onderzoekleidster en klinisch psychologe Ellen McGinnis (University of Vermont) het uitgangspunt van de studie waarvan de resultaten verschenen in het Journal of Biomedocal and Health Information.

Haar team kwam uit bij een algoritme dat de stemopname analyseerde van een controlegroep van 71 kinderen tussen 3 en 8. Er was hen gevraagd in drie minuten tijd een zelfverzonnen verhaaltje te vertellen. Achteraf zouden ze te horen krijgen hoe interessant het was. Bij die stressfactor kwamen er nog een paar bij terwijl ze aan het vertellen waren. Neutrale of negatieve feedback, een zoemer die aangaf hoeveel tijd ze nog hadden enzovoort.

Bij de testgroep zat een aantal jongens en meisjes bij wie al internaliserende gedragsproblemen gediagnosticeerd waren: een overmatige controle over de emoties, die naar binnen worden gericht en zo tot innerlijke onrust leiden. Een overkoepelende noemer, met andere woorden, voor sociale teruggetrokkenheid, angsten, depressie en psychosomatische klachten.

Het algoritme wees die kinderen 80% accuraat aan én identificeerde in totaal acht spraakkenmerken, waarvan er drie het meest indicatief bleken te zijn voor een internaliserend gedragsprobleem. Die kinderen vertelden kort samengevat hun verhaaltje met een lagere stem dan de anderen, monotoner en met meer herhalingen. Ergo, concludeert prof. McGinnis, het algoritme kan gebruikt worden als proactief diagnosemiddel.

Verschillende verantwoordelijken van organisaties die werken rond de mentale gezondheid van kinderen reageren terughoudender. Zij wijzen nadrukkelijk op het blijvend belang van persoonlijke gesprekken bij zowel het stellen van de diagnose als het uitstippelen van een mogelijke remedie.