Hoe ontwikkelen kinderen een gevoel voor humor?

Wat vinden kinderen op welke leeftijden grappig en vanaf welke leeftijd begrijpen ze wanneer iets ironisch of sarcastisch bedoeld is?

Maak eens een woordspeling of wees sarcastisch als je met een peuter praat en hij zit je waarschijnlijk gewoon aan te staren. Indruk maken op een baby kan nog moeilijker zijn: je trekt de gekste gezichten en je wordt genegeerd, terwijl bijvoorbeeld een kussen dat uit de zetel valt hem luidop doet lachen. Kinderen kweken vanaf jonge leeftijd een gevoel voor humor. Maar wat vinden ze op welke leeftijden grappig en vanaf welke leeftijd begrijpen ze wanneer iets ironisch of sarcastisch bedoeld is?

De ontwikkeling van humor start vanaf het moment dat een pasgeborene oogcontact kan maken en kan lachen

Socialisatie speelt een belangrijke rol in de humorontwikkeling. Voordat kinderen een gevoel voor humor kunnen ontwikkelen, moeten ze begrijpen dat ze een ervaring delen met een andere persoon. Ervaringen delen doen we door te lachen en samen reacties uit te wisselen, een proces dat start vanaf het moment dat een pasgeborene oogcontact kan maken en kan lachen. Volgens de psycholoog Lev Vygotsky bevorderen zulke humoristische sociale interacties de cognitieve ontwikkeling van een kind.

Om grappen te maken en te herkennen (buiten gekke gezichten trekken) moet een kind over enkele elementaire cognitieve vaardigheden beschikken. Die belangrijkste vaardigheden zijn taal, verbeelding en het vermogen om iets op een andere manier te bekijken. Elk kind ontwikkelt deze vaardigheden op eigen tempo en blijft die later bijschaven als puber en volwassene. Om die reden is er geen theorie die de verschillende stadia van humorontwikkeling kan vastleggen op een specifieke leeftijd.

Taal

Bijna alle soorten humor draaien om het herkennen van een incongruentie tussen een concept en een situatie. Met andere woorden: we lachen wanneer iets op een nieuwe, verrassende manier gebruikt wordt. Neem bijvoorbeeld de volgende woordspeling: ‘Toen de professor het zieke hart beluisterde, zei hij: “Hier klopt iets niet.”’ De uitdrukking ‘hier klopt iets niet’ kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. In de figuurlijke betekenis van de uitdrukking kan er iets niet pluis zijn met het hart. Het hart van de patiënt kan ook letterlijk niet kloppen en dan heeft de patiënt een hartstilstand.

Taal lijkt een vereiste voor humor. Maar ook zonder taal kan er humor zijn. Kinderen die de taal niet helemaal machtig zijn vinden fysieke humor gewoonlijk grappiger, zoals een spelletje kiekeboe. Deze fysieke humor vereist minder cognitieve vaardigheden dan op taal gebaseerde grappen, maar beide soorten humor draaien om het herkennen van incongruentie. Bij een spelletje kiekeboe wordt een kind ook verrast: opeens verschijnt iemand uit het niets.

Veel onderzoekers stellen wel dat communicatie van vitaal belang is bij grappen, zowel verbaal als non-verbaal. Bovendien bevordert humor het leren van een taal.

Verbeelding

De verbeelding speelt een belangrijke rol in het herkennen van incongruentie. Hun verbeelding helpt kinderen zich in te leven in andere situaties, zich anders te gedragen dan normaal en bijvoorbeeld te doen alsof ze hun neus van hun gezicht kunnen trekken en verstoppen in hun hand.

Als kinderen hun eigen grappen maken, inspireren ze zich vaak op wat ze aan het leren zijn

Gewoonlijk begint de ontwikkeling van de verbeelding bij kinderen tussen twaalf en achttien maanden oud. Rond die tijd beginnen kinderen ook grappen van hun ouders na te doen en hun eigen humor te ontwikkelen. Kinderen kunnen al vanaf zeven maanden oud bewust gedrag herhalen waar om gelachen wordt, zoals gekke gezichten trekken of een kiekeboe spelen.

Het ontwikkelen van verbeelding is belangrijk voor kinderen om uiteindelijk eigen grappen te kunnen maken. Dat kunnen ze vanaf de leeftijd van ongeveer twee jaar. Dan maken ze vooral grappen gebaseerd op voorwerpen, zoals een onderbroek over het hoofd trekken, of conceptuele grappen, zoals beweren dat een varken blaft.

Als kinderen hun eigen grappen maken, inspireren ze zich vaak op wat ze aan het leren zijn. Dat helpt hen ook om sociale regels te verwerken, bijvoorbeeld zindelijkheidstraining. Een kind van twee à drie jaar kan grappen dat het op de grond gepoept heeft, omdat potjestraining en uitwerpselen op dat moment vaak aan bod komen. Er grapjes over maken is een goede manier om over sociale gewoonten te leren en over gevoelens die daaraan gekoppeld kunnen worden.

Perspectief en misleiding

Begrijpen hoe de menselijke geest in elkaar zit is een andere cognitieve vaardigheid die kinderen kan helpen een gevoel voor humor te ontwikkelen. Belangrijk om te weten is dat elke persoon andere kennis en andere mentale toestanden heeft, en dat mensen ongegronde overtuigingen kunnen hebben of misleid kunnen worden. Ouders kunnen bijvoorbeeld doen alsof ze niet door hebben dat hun kind hen besluipt om hen te doen schrikken. Dit is een voorbeeld waarbij kinderen begrijpen dat hun ouders hen misleiden.

Sommige onderzoeken tonen aan dat die kennis van vitaal belang is voor kinderen om ingewikkeldere grappen met ironie of sarcasme te begrijpen. Volgens een studie kunnen sommige kinderen vanaf drie jaar (gewoonlijk rond vijf jaar oud) bepaalde vormen van ironie begrijpen. In het experiment keken kinderen naar een poppenshow en werden er vragen gesteld over wat ze hadden gezien. Een voorbeeld van ironie is wanneer een pop een bord liet vallen en een andere pop zei dat zijn moeder heel blij ging zijn. Sommige kinderen lachten en begrepen dat dit niet echt zo was en dat de moeder helemaal niet blij ging zijn.

Volgens ander onderzoek is ervaring met humor zelf belangrijker om ironie te kunnen begrijpen dan dingen vanuit een ander perspectief te bekijken en kennis te hebben van de menselijke geest. Grappen maken is iets sociaals en cultureels, dus ironie begrijpen leert men deels door sociale interactie.

Wanneer kinderen een elementaire kennis ontwikkeld hebben over anderen en de verbeelding, kunnen ze hun humor gebruiken om zowel mogelijke als werkelijke gevoelens te onderzoeken. Ze kunnen bijvoorbeeld onzichtbaar speelgoed door de kamer gooien en “Ik ben slordig” roepen, waarop de ouders kunnen reageren alsof ze boos zijn. Zo maken kinderen op een veilige manier kennis met boosheid.

Een gevoel voor humor ontwikkelen gebeurt gestaag en neemt jaren in beslag. We moeten dus geduld hebben. En maar goed ook dat de schuine moppen in de kinderfilms van Disney en Pixar kinderen hun petje nog te boven gaan. Zonder die moppen zou het onverdraaglijk kunnen zijn om die films helemaal uit te kijken.

Vertaling: Annelies Dotselaere