Krijgt mijn kind autisme?

26 september 2017 door EV

Het risico op autisme is het grootst voor broertjes van een oudere autistische zus.

Amerikaanse onderzoekers analyseerden de geanonimiseerde verzekeringsgegevens van ruim anderhalf miljoen gezinnen met kinderen tussen 4 en 18. Ze deden dat om na te gaan of het klopt dat gezinnen die al een kind met autisme of een gerelateerde stoornis hebben, een groter risico lopen op een tweede kind met de aandoening.

Van de ruim 3,1 miljoen kinderen uit de studie kregen er ongeveer 39.000 de diagnose autisme. Dat is iets meer dan 1,2 procent van de algemene populatie. De verdeling daarvan - 2 procent jongens tegenover 0,5 procent meisjes - bevestigt dat jongens een groter risico lopen op autisme dan meisjes.

Uit de resultaten kwam een opmerkelijk patroon naar voor. Kinderen die geboren worden in een gezin dat al een dochter met autisme heeft, hebben meer kans op de stoornis dan kinderen in gezinnen met al een zoon met autisme. En ook hier blijken jongens het grootste gevaar te lopen: voor broertjes van oudere zussen met autisme is het risico op de stoornis 17 procent, voor broertjes van oudere broers 13 procent, voor zusjes van oudere zussen 7,6 procent en voor zusjes van oudere broers 4 procent.

De onderzoekers hopen dat hun studie de ouders zal helpen hun risico op een volgend kind met autisme beter in te schatten. Ze benadrukken daarbij dat dat risico relatief laag blijft: zelfs in de groep met het grootste risico, zijn er ruim 4 kansen op 5 dat het kind geboren wordt zonder de stoornis.

Daarnaast zijn de onderzoekers ervan overtuigd dat hun studie belangrijk is voor artsen. Die slagen er steeds beter in de stoornis vroeg op te sporen en de behandeling snel op te starten.