Totaalaanpak keldert pestgedrag

16 oktober 2013 door Eos-redactie

Ruim de helft minder pestgedrag op Nederlandse scholen na invoering Fins antipestprogramma.

Er is ruim de helft minder pestgedrag op Nederlandse scholen die het Fins antipestprogramma hebben gevolgd.

In Nederlandse en Vlaamse basisscholen zegt zowat een kwart van de kinderen geregeld gepest te worden. Een kind op de twintig krijgt zelfs wekelijks of dagelijks met pestgedrag te maken. Om die cijfers naar beneden te krijgen, testte socioloog René Veenstra (Rijksuniversiteit Groningen) een Fins antipestprogramma uit. Vorig schooljaar stapten 66 Nederlandse basisscholen in het programma. 33 andere scholen wijzigden hun beleid niet, maar werden ook opgevolgd om als controlegroep te dienen. In totaal was de groep goed voor tienduizend leerlingen tussen 9 en 12 jaar.

De resultaten spreken voor zich: op de scholen die het antipestprogramma introduceerden, verminderde het pestgedrag met meer dan de helft, terwijl de controlescholen een daling van slechts 30% optekenden. Dat op die laatste scholen het pestgedrag ook verminderde, verklaart Veenstra door de media-aandacht voor enkele gevallen van zelfdoding van pestslachtoffers. Terwijl in het voorjaar van 2012 29% van de kinderen van de eerste groep scholen aangaf maandelijks of vaker gepest te worden, was dat in het voorjaar van 2013 13,5%. De groep die zegt dagelijks te worden gepest, nam zelfs met tweederde af. De leerlingen gingen negatiever denken over pesten en kregen meer inlevingsvermogen voor de slachtoffers. Bovendien vonden ze hun leerkrachten daadkrachtiger in het aanpakken van pestgedrag.

Wat maakt de Finse aanpak zo speciaal? Het programma ‘KiVa’ – Fins voor ‘fijn’ en een afkorting van de Finse zin ‘In deze school wordt niet gepest’ – wordt in Finland in meer dan 90% van de basisscholen gebruikt. Het programma focust niet alleen op pestkoppen en hun slachtoffers, maar op de hele klas. Want pestkoppen hebben altijd ‘hulptroepen’ en publiek; slachtoffers hebben soms (stille) verdedigers. KiVa spreekt iedereen aan op zijn rol. Want zodra een pestkop geen publiek meer heeft, is voor hem of haar de lol er vaak af.

De Nederlandse leerlingen kregen gedurende het schooljaar tien lessen waarin onder meer groepsvorming, respect en de gevolgen en de aanpak van pestgedrag centraal stonden. Ze mochten ook geregeld een computerspel spelen waarbij ze in aanraking kwamen met virtueel pestgedrag. Veenstra en zijn team brachten het sociale netwerk in de klas in kaart, op basis van vragenlijsten die de leerlingen invulden. Zo kregen de leerkrachten inzicht in kliekjes, pestkoppen en slachtoffers. Ten slotte vormden enkele leerkrachten per school een zichtbaar ‘anti-pestteam’ als aanspreekpunt voor leerlingen.

Veenstra wil de komende jaren uitzoeken wanneer KiVa het beste werkt, en het uitbreiden naar middelbare scholen en naar pesten bij volwassenen – want ook op het werk en in bejaardentehuizen wordt gepest. (lg)