Zelfs de allerkleinste beroerte kan schadelijk zijn

17 december 2012 door Eos-redactie

Een klontertje in het kleinste bloedvaatje van de hersenen kan het gedrag veranderen, blijkt uit een studie bij ratten.

Een klontertje in het kleinste bloedvaatje van de hersenen kan het gedrag veranderen, blijkt uit een studie bij ratten.

 

Onze hersenen zit boordevol bloedvaten. Bekijken we de buitenkant van onze hersenen, dan lopen van elke vierkante millimeter bijna twee dozijn minuscule haarvaatjes het neurale weefsel in. Toch ontdekten Amerikaanse onderzoekers dat zelfs het afsluiten van een zo’n haarvaatje volstaat om de hersenen aan te tasten en het gedrag te veranderen.
 

Bij hun onderzoek gebruikten ze laserlicht om het bloed van ratten te laten klonteren op een precieze locatie, meer bepaald in één enkel bloedvaatje. Bekeken ze de hersenen van de ratten een week later, dan zagen ze op de plaats van de bloedklonter kleine gaatjes die sterk leken op de schade die tijdens een autopsie wordt gezien in de hersenen van overleden dementiepatiënten. De kleine letsels waren evenwel te klein om te worden opgemerkt op conventionele MRI-scans, die een resolutie hebben van ongeveer een millimeter.
 

Om na te gaan of dergelijke minuscule letseltjes het gedrag van de beestjes veranderden, trainden de onderzoekers dorstige ratten om in het donker van een platform naar een ander te springen om water te vinden. Konden de ratten het andere platform voelen met hun snuit of poot, dan waagden ze altijd de sprong. Ook als het platform iets verder stond, en ze het nog net konden voelen met hun snorharen, durfden de ratten het aan om naar het andere platform te springen.
 

Omdat elk snorhaartje van een rat wordt aangestuurd door een specifieke plek in hun hersenen, besloten de onderzoekers de ratten te trainen om met een enkel snorhaar te voelen of het platform bereikbaar was. Zo konden ze de verandering in het gedrag van de ratten bestuderen dat van een specifieke plek in de hersenen werd aangestuurd. Blokkeerden ze het bloedvaatje dat dat deeltje van de hersenen van bloed voorziet dat met het snorhaartje in contact stond, dan waagden de ratten de sprong alleen maar als ze het platform met hun snuit of poot konden voelen.
 

De onderzoekers, die hun studie deze week publiceerden in Nature Neuroscience, pleiten ervoor dat de detectie van MRI-scans wordt verbeterd, zodat ook minuscule schade in de hersenen kan worden opgemerkt. Positief was wel dat de onderzoekers konden vaststellen dat memantine – een medicijn dat nu al wordt gebruikt om de aftakeling van het geheugen van alzheimerpatiënten te remmen – de effecten van het geblokkeerde bloedvaatje verminderde. Ratten die het medicijn kregen toegediend, waagden de sprong ook bij het platform dat zo veraf stond dat ze het alleen met hun snorharen konden voelen. Ook was er na het innemen van het medicijn in hun hersenen minder schade te zien. (ev)