Een van de laatste levende dodo’s raakte tot in Japan

24 april 2014 door Eos-redactie

Een van de laatst levende dodo’s maakte in 1647 de overtocht van Mauritius naar Japan als relatiegeschenk voor de Japanse shogun.

Als icoon van uitgestorven dieren blijft de dodo, eigenlijk een uit de kluiten gewassen duif die niet kan vliegen, tot de verbeelding spreken. In documenten duikt de vogel voor het eerst op in 1598, toen de Nederlandse vice-admiraal Wybrand Van Warwijck voet aan wal zette op het eiland Mauritius. Hij had het dan wel over de ‘walgvogel’. Hoe de vogel aan de naam ‘dodo’ is gekomen, is niet duidelijk. Misschien is er wel een link met het Portugese woord ‘doido’, dat ‘gek’ betekent.

In elk geval verdween het gekke beest van de aardbodem tijdens de Nederlandse bezetting van het eiland van 1598-1710. Eerder dan met de Nederlandse aanwezigheid zou het uitsterven van de bizarre vogel vooral te maken hebben met de invoer van uitheemse dieren zoals katten, varkens en apen. Die lustten wel een hapje dodo, terwijl het dier voordien geen natuurlijke vijanden had en zich ook niet vliegend uit de voeten kon maken.

Rond 1650 was de vogel vermoedelijk al zeldzaam. Daarom is de vondst van de Nederlandse historica Ria Winters van de Universiteit van Amsterdam zo opmerkelijk. In 17de-eeuwse archiefstukken van de Verenigde Oost-Indische Compagnie ontdekte ze dat een van de laatst levende dodo’s in 1647 de overtocht van Mauritius naar Japan maakte als relatiegeschenk voor de Japanse shogun. Wat er na aankomst met de dodo gebeurde blijft onduidelijk, maar vast staat dat Japanse onderzoekers verbonden aan het keizerlijk hof eeuwen later nog een buitengewone interesse hadden in de dodo.

Het onderzoek van Winters werd gepubliceerd in Historical Biology. De historica gaat het transport van exotische dieren in de 17de en 18de eeuw nu verderzetten. Volgens haar speelde Nederland daar een belangrijke rol in. (aa)