Podcast

Hoeveel geschiedenis zit verborgen in DNA?

Onze band met de enigmatische neanderthaler, historische migraties en epidemieën: de sporen ervan zijn nog te zien in ons DNA. Hoe ontrafel je die geschiedenis? Genetisch genealoog Maarten Larmuseau (KU Leuven) legt het uit in onze podcast Vraag Het Aan.

In deze aflevering ontdek je onder andere...

  • ... hoe en waar wetenschappers oud DNA vinden
  • ... hoe ver in de tijd je terug kan gaan met behulp van DNA
  • ... wat oud DNA ons leert over de evolutie van de mens
  • ... hoeveel neanderthaler wij vandaag nog zijn, en wat dat betekent
  • ... hoe historisch DNA ​​belangrijke historische vraagstukken kan oplossen
  • ... hoeveel van je eigen geschiedenis je kan achterhalen met behulp van DNA-onderzoek

Voorsmaakje: Zijn neanderthalers verre verwanten, neven of onze voorouders?

DNA is een soort archiefdocument. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

‘DNA is opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen die we A, C, T en G noemen. Het is in de volgorde van die vier bouwstenen, van die vier lettertjes, dat de erfelijke informatie vervat zit. Ons genoom is eigenlijk een kookboek dat geschreven is met een alfabet van die vier letters. Nu en dan verandert de volgorde van bepaalde lettertjes. Het zijn kleine mutaties die zich opstapelen in ons genoom, en die we overerven van onze ouders, grootouders, overgrootouders en alle verdere voorouders. Door die mutaties te vergelijken tussen mensen en met DNA uit archeologische vondsten, kunnen we bijvoorbeeld historische migraties lokaliseren.’

Hoe lang gaat DNA mee?

‘Zodra iemand sterft of DNA achterlaat via bijvoorbeeld speeksel of bloed, beginnen DNA-molecules te splitsen en af te breken. Zo verliest DNA geleidelijk zijn informatiewaarde. Toch kan DNA dat in perfecte omstandigheden werd bewaard - koel, droog en zonder temperatuurschommelingen - zelfs tot twee miljoen jaar later nog bruikbaar zijn voor onderzoek. Dan spreek ik bijvoorbeeld over mammoet-DNA. Het oudste menselijke DNA is ongeveer veertigduizend jaar oud.’

Wat kan het oud-DNA-onderzoek ons leren over het ontstaan van de mens?

‘Dat wij een hybride soort zijn, en dat onze evolutie enorm complex is. Vroeger werden we afgebeeld als de aap die rechtop ging staan en dan kwam opeens de mens en intussen zit hij achter de pc. Dat beeld is veel te eenvoudig. We hebben te weinig vondsten om een beeld te scheppen over hoe de mens geëvolueerd is. Dankzij het werk van Svante Pääbo, die daarvoor vorig jaar de Nobelprijs voor Geneeskunde kreeg, weten we dat we een grotere band hebben met de neanderthaler dan we dachten. Hier bij ons, in niet-Afrikaanse populaties, dragen we allemaal ten minste twee procent neanderthaler-DNA in ons. Alle niet-Afrikaanse mensen dragen dus nog altijd sporen van een hybridisatie of een kruising die er geweest is tussen de Homo Sapiens die uit Afrika kwam en de neanderthalers die al tienduizenden jaren in Europa rondtrokken.’

Merken we daar nog iets van?

‘Die twee procent blijkt niet zo lukraak te zijn. Die erfenis kunnen we bijvoorbeeld linken aan bepaalde aandoeningen en kenmerken die relevant zijn voor de huidskleur. Wij hebben dus genen van die neanderthalers die tot op vandaag effect hebben. Het gaat trouwens niet alleen over die neanderthalers, maar bijvoorbeeld ook over de Denisovans, een mensensoort die zeker in het DNA van mensen in Zuid-Azië sporen heeft nagelaten. De mens is een enorm hybride soort.’

Hoe herkent men neanderthaler-DNA in menselijk DNA?

Lees hier het antwoord