Pourbus Troubadour (7) - Van Pourbus tot Don Quichote

In het merendeel van de blogs bewierook ik de unieke landschapsgeschiedenis van de Zwinstreek. Maar Pourbus Troubadour staat of valt met zijn gastgezinnen. Dit laatste couplet is een lofdicht op hun gastvrijheid.

Net als vorig jaar was het scala aan gastgezinnen enorm divers. In het eerste deel van mijn tocht waren de huiskamers eerder klassiek en het publiek erg verscheiden; van een groep yogi & tai-chiërs in Cadzand, over de Stichting Stadsraad van Aardenburg, tot een club metaaldetectoristen in Oostburg. In het tweede deel van de tocht kreeg ik vooral opvallende huiskamers te zien en bestond het publiek uit buren en omwonenden. De dynamiek was elke avond anders en de sfeer steeds gezellig.

Eén van de meest gedenkwaardige plaatsen waar ik dit jaar verbleef, was ongetwijfeld de Maneschijnhoeve in Sint Anna ter Muiden. Het gaat om een beschermde boerderij die teruggaat tot de 17de eeuw. Gastheer Alex en gastvrouw Patricia hebben die hoeve de voorbije jaren volledig gerenoveerd en in ere hersteld. Vooral de keuken is een pareltje van 17e-eeuwse boerderijarchitectuur, inclusief originele tegelvloer en beschilderde houten beddenkasten. Aangezien de keuken de grootste ruimte van het huis was en het gastgezin zo’n 25 mensen had uitgenodigd, werd het concept ‘huiskamerlezing’ die avond dus omgevormd tot ‘keukenlezing’.

De Maneschijnhoeve in Sint Anna ter Muiden, met enigmatische code boven de voordeur.

Mijn gastheer had bovendien een speciaal verzoek. Op de gevel boven de voordeur hing namelijk een enigmatische code die hij maar niet ontcijferd kreeg. Ik moest hem echter al snel teleurstellen omdat dergelijke symbooltaal allesbehalve mijn specialiteit is. Bij deze speel ik het raadsel graag door naar dit breder forum der wetenschap: wie kan wat (zinnigs) maken van deze code?

De 17de-eeuwse keuken liep aardig vol tijdens de 'keukenlezing'.

Tot mijn grote spijt moest ik mijn gastheer die avond zelfs een tweede maal teleurstellen. Ondanks de hoge verwachtingen bleek zijn hoeve niet op de kaart van Pourbus te staan. Toen ik na de lezing nog aan het nakaarten was, kreeg ik zoals quasi elke avond de vraag van een van de toehoorders of haar huis toevallig niet op de kaart stond. Doorgaans eindigen dit soort verzoeken (net zoals dat even tevoren bij de gastheer het geval was) in slecht gemaskeerde ontgoocheling. Maar deze keer was het wel raak. De hoeve van Veronique stond wel degelijk op de kaart. Mét naam en toenaam, zodat er geen twijfel kon bestaan: het Gistelhof in de buurt van Heile. Nietsvermoedend over het zout dat haar woorden strooiden in Alex’ gekwetste cartografische trots, riep Veronique luid naar de gastheer dat haar boerderij wél op de kaart stond. De ongelovige blik waarmee Alex terugstaarde was veelzeggend. Enthousiast ging Veronique verder op haar elan: “Dat er toch iets abnormaals was aan haar huis, met die muren van een meter dik” en “dat ik de volgende dag maar eens op de koffie moest komen om het met mijn eigen ogen te zien”. Dergelijke onverwachte uitnodigingen zijn natuurlijk gesneden brood voor een troubadour! Zeker omdat ik de volgende dag opnieuw vergezeld zou worden door twee lokale experten van het zuidelijke deel van de kaart: Wim De Clercq en Gerben Verbrugghe, die respectievelijk onderzoek doen naar middeleeuws Middelburg en Sint-Margriete. Bovendien werd er voor de volgende dag veel regen werd voorspeld en dan is een koffiepauze altijd mooi meegenomen.

Zo gezegd, zo gedaan. De dag nadien zetten we koers naar de Gistelhoeve. Toen ik vorige jaar op zoek was naar de galgenheuvel van Heile ben ik hier al eens rakelings gepasseerd, maar dat was toen wel aan de andere kant de ingepolderde geul van het Lapscheurse Gat. Zoals beloofd is Veronique thuis om ons te ontvangen. Door enkele renovaties in voorgaande decennia is het moeilijk om zicht te krijgen op de oudste structuren van het huis. In de tuin toont de gastvrouw ons nog enkele opvallende oneffenheden. In het tuinpad vindt Wim natuurstenen bouwmateriaal dat mogelijk tot de 16de-eeuwse fase van de hoeve behoort. Na het afscheid van Veronique hervatten we onze route met een wantrouwende blik op de steeds donkerder wordende hemel. Via de ingedommelde dorpjes Middelburg, Sint-Kruis en Sint-Margriete flirten we voortdurend met de Belgisch-Nederlandse grens. Het is dikwijls zoeken, maar ook hier slagen we erin vooral middeleeuwse wegtracés terug te vinden.

Aangezien ik die avond in Breskens verblijf, neem ik in de namiddag afscheid van Wim & Gerben en fiets ik opnieuw noordwaarts. Het doel? De kruising tussen Westerschelde en Noordzeekust. Mijn volgende gastheer Peter woont daar in appartementencomplex met een toepasselijke naam: Port Scaldis. Niet enkel verwoordt deze naam de unieke waterkundige positie (i.e. de haven/toegang tot de Schelde), het gebouw is bovendien het eerste grootschalige bouwproject in buitendijks gebied in Nederland. Zoals ook op de kaart van Pourbus goed te zien is, was de plek waar nu Port Scaldis staat, vroeger gewoon Westerschelde. Mijn gastheer woont in de penthouse van Port Scaldis. Achter het glas van de 11de verdieping vormen de voorbijschuivende regenbuien een attractief schouwspel. Met de verrekijker kan ik makkelijk de zeehonden spotten die op zandplaten van de Westerschelde rusten en zie ik aan de overkant Vlissingen liggen. Voor de huiskamerlezing heeft Peter de buren uitgenodigd, of ‘de verticale straat’, zoals ze dat hier zeggen.

Port Scaldis, op de grens tussen land en water, bepaalt de skyline van Breskens.

De volgende dag laveer ik tussen de regenbuien door via Biervliet en IJzendijke naar mijn laatste gastgezin: Annelies & Jean. Bij haar kandidatuur als gastvrouw had Annelies alvast een fotoreeks van de archeologische vondsten uit haar tuin meegestuurd; lokaas voor een troubadour! Annelies stelde voor om al vroeg in de namiddag te stoppen met fietsen, zodat ik voldoende tijd zou hebben om haar collectie te bekijken. Aangezien de hemelsluizen andermaal wagenwijd open stonden, ging ik graag in op haar voorstel. Bij het uitbreiden van een vijver was Annelies op talloze fragmenten aardwerk, dierlijk bot en zelfs lederen schoenresten gestoten. Zoals het hoort maakte ze melding van de vondsten bij de bevoegde instanties, waarna ze aan het puzzelen sloeg. Of het voortkomt uit het verlangen naar een grotere vijver of ze gebeten is door een archeologische ontdekkingsdrang is mij onduidelijk, maar zowel de waterpartij als de aardewerkcollectie zijn de voorbije jaren sterk in omvang toegenomen. De vondsten dateren voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw en zijn waarschijnlijk te linken aan de oude boerderij die hier tot voor enkele jaren geleden nog stond. Op de kaart van Pourbus is hier evenwel nog geen bebouwing te bespeuren. De Oude Polder of Yevenepolder die op de kaart staat, verdronk net als de omliggende dorpen Gaternesse en Scoondike in de late 16de eeuw. Het was pas met de herinpoldering van de nieuwe 17de-eeuwse Oranjepolder dat de bewoning op deze locatie een nieuwe start nam. 

De archeologische vondsten van Annelies: van vijverwand tot huiskamerlezing.

Annelies maakt van de huiskamerlezing gebruik om haar collectie ook eens aan de buren te tonen. De grote tafel in de woonkamer wordt helemaal vrijgemaakt om er haar toptukken tentoon te stellen. Zoals quasi elke avond worden ook boeken over de geschiedenis van Zeeland boven gehaald, samen met oude familiefoto’s en kaartmateriaal van de oude hoeve. Het is geen verassing dat de gastgezinnen die zich kandidaatstellen een sterke historische interesse hebben. Ze hopen hun kennis over de lokale geschiedenis uit te breiden, maar evenzeer willen ze hun passie en interesses delen met vrienden, buren en familie. En daar vinden we elkaar. Eén van de grote drijfveren achter dit project is een zo groot en divers mogelijk deel van de samenleving warm te maken voor geschiedenis, archeologie en landschap.

Huiskamerlezingen staan garant voor een divers publiek en een afwisselende dynamiek.

Een breed maatschappelijk draagvlak creëren voor de drie disciplines waartussen ik mij beweeg is niet evident. Eén van de manieren om het te doen is de macro-benadering, waarin de geschiedenis en het landschap van de mensheid in grote lijnen wordt verteld, zoals de populaire wereldgeschiedenissen van Gombrich (1935) tot Harrari (2017) dat doen. Maar het kan ook aan de hand van een micro-variant, vertrekkend vanuit kleine verhalen zoals Geert Mak dat al jarenlang succesvol doet. De gepersonaliseerde huiskamerlezingen van Pourbus Troubadour sluiten eerder aan bij deze kleinschalige benaderingswijze. Met lokale verhalen probeer ik het landschaps-historisch bewustwordingsproces te bevorderen. In dat opzicht is het te vergelijken met participatieve democratie: onderzoek toont immers aan dat referenda best eerst lokaal worden georganiseerd, zodat burgers gedurende een generatie gewend raken aan het concept én het belang van hun stem. Pas nadien (!) kunnen referenda en volksraadplegingen op een regionaal of nationaal niveau georganiseerd worden. Net zoals veel mensen bewust bezig zijn met de politieke beslissingen die onze toekomst vormgeven, geloof ik dat iedereen ook een intrinsieke interesse heeft in de geschiedenis en omgeving van het huis waarin ze wonen, het perceel waarop dat huis gebouwd is en de straat waar dagelijks doorheen wandelen. Eens die intrinsieke interesse op lokaal niveau is gewekt, kan een meer algemene historische en landschappelijke belangstelling volgen.

Alle etappes van edities Pourbus Troubadour geplot op de kaart.

Na 13 huiskamerlezingen ben ik voorlopig uitgezongen als Pourbus Troubadour. Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat het concept van huiskamerlezingen in mijn vakgebied een goede strategie is om over onderzoek te communiceren en mensen te enthousiasmeren. Ongetwijfeld is het ook toepasbaar op andere thema’s die baat hebben bij een breder draagvlak. Ik denk bijvoorbeeld aan Dichter bij Democratie, Minstreel Migratie, Bard Betonstop of Don Quichote van het windmolenpark. Bij deze een oproep aan al wie zich geroepen voelt: the stage is yours

Tot slot een speciaal woord van dank aan al wie deze tocht heeft mogelijk gemaakt. Op de eerste plaats natuurlijk alle gastgezinnen die mij kost- en inwoon hebben verschaft. Bader Shashit voor het filmen en editeren van de mini-documentaire Bram Vannieuwenhuyze, Dante de Ruijsscher, Gerben Verbrugghe en Wim De Clercq voor de routebegeleiding. Elien Du Rang & Bram Trachet voor de redactie van de blog Ridley Bikes & Bioracer Speedwear voor de sponsoring van fiets en fietskledij. Het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) van de Universiteit Gent voor de financiering van het onderzoek.