Wat de geschiedenis ons leert over pandemieën

Infectieziektes kunnen wegebben, maar echt verdwijnen doen ze bijna nooit.

De pest van de Filistijnen in Ashdod door Pieter van Halen, 1661.

Wanneer zal deze pandemie eindigen? Na al die maanden, meer dan 37 miljoen gevallen en meer dan 1 miljoen doden wereldwijd, beginnen we ons wel af te vragen hoe lang dit nog zal duren.

Sinds het begin van de pandemie worden door epidemiologen en specialisten in de volksgezondheid wiskundige modellen gebruikt om de verspreiding van het coronavirus te trachten voorspellen. Maar infectieziektes modelleren is lastig. Epidemiologen waarschuwen dat ‘modellen geen glazen bollen zijn’. Zelfs uit geavanceerde versies kun je niet per definitie afleiden wanneer de pandemie zal eindigen of hoeveel patiënten eraan zullen overlijden.

In plaats van vooruit te kijken en aanwijzingen te zoeken, kunnen we ook terugkijken in de geschiedenis. Wat maakte een einde aan eerdere uitbraken, en wat niet?

IJdele hoop

Aan het begin van de pandemie hoopten velen dat het coronavirus gewoon geleidelijk aan zou verdwijnen. Volgens sommigen zou dat gebeuren in de warme zomermaanden. Anderen rekenden erop dat zodra genoeg mensen besmet waren geraakt groepsimmuniteit ons van een verdere verspreiding zou behoeden. Geen van beide is gebeurd.

Het is intussen aangetoond dat we de pandemie het best kunnen bedwingen met een combinatie van maatregelen ten voordele van de volksgezondheid: van massaal testen en contactopsporing tot sociale-afstandsregels en het dragen van mondmaskers. Maar aangezien het virus zich over bijna de hele wereld heeft verspreid, kunnen dergelijke maatregelen alleen geen einde maken aan de pandemie. Alle ogen zijn nu gericht op vaccinontwikkeling, die met een ongekende snelheid wordt nagestreefd.

Het coronavirus zal waarschijnlijk endemisch worden en kleinere uitbraken blijven veroorzaken

Toch zal covid-19 volgens experten misschien nooit verdwijnen, zelfs niet met een succesvol vaccin en een effectieve behandeling. Het coronavirus zal waarschijnlijk endemisch worden en kleinere uitbraken blijven veroorzaken, net zoals de griep. Daarmee zou het geen uitzondering vormen in de geschiedenis van pandemieën.

Regel en uitzondering

Het is bijna onmogelijk om ziekteverwekkers volledig uit te roeien. De eerste en nog steeds enige menselijke ziekte waarbij dat is gelukt, is pokken, na massale vaccinatiecampagnes onder leiding van de Wereldgezondheidsorganisatie in de jaren 1960 en 1970. Zulke succesverhalen zijn uitzonderlijk, want het is eerder de regel dat ziektes blijven bestaan.

Malaria is bijna net zo oud als de mensheid zelf, en de ziekte eist nog steeds een hoge tol: in 2018 waren er wereldwijd ongeveer 228 miljoen personen besmet en stierven 405.000 patiënten. Hoewel sinds 1955 vrij succesvolle pogingen werden ondernomen om de ziekte uit te roeien, is ze vandaag nog steeds endemisch in heel wat ontwikkelingslanden. Ook ziektes als tuberculose, lepra en mazelen gaan zo al duizenden jaren mee.

Voeg bij die mix jongere ziekteverwekkers (zoals hiv en het ebolavirus), samen met de griep- en coronavirussen (waaronder SARS, MERS en SARS-CoV-2), en het algehele epidemiologische plaatje wordt duidelijk. Uit onderzoek naar de wereldwijde ziektelast blijkt dat het jaarlijkse sterftecijfer als gevolg van infectieziektes (waarvan de meeste in ontwikkelingslanden voorkomen) bijna een derde van alle sterfgevallen bedraagt.

Notoir voorbeeld

Pestdokter. Credit: Gubbubu, Wikipedia Commons

Zelfs infectieziektes waarvoor nu doeltreffende vaccins en behandelingen bestaan, blijven levens eisen. Geen ziekte die dat beter illustreert dan de pest. Het is de dodelijkste infectieziekte in de geschiedenis van de mens. Zelfs tot op heden wekt de naam horror op.

De pest wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis. De voorbije vijfduizend jaar kostte ze, in talloze lokale uitbraken en minstens drie gedocumenteerde pandemieën, aan honderden miljoenen mensen het leven.

Hoewel de meest beruchte pestpandemie de Zwarte Dood van midden de 14de eeuw dateert, keerde de pest daarna minstens elk decennium terug. Minstens zes eeuwen lang werden verzwakte samenlevingen telkens opnieuw getroffen.

Zelfs al voor de sanitaire revolutie van de 19de eeuw ging elke uitbraak na verloop van maanden of jaren geleidelijk aan wel terug liggen. Dat kwam onder meer door veranderingen in temperatuur en luchtvochtigheid, en door het aantal beschikbare gastheren, vectoren en vatbare personen.

Sommige samenlevingen kwamen de Zwarte Dood snel te boven, andere deden dat nooit. Het middeleeuwse Egypte herstelde nooit van de blijvende schade, met als gevolg het geleidelijke verval van de mammelukken en de verovering door de Ottomanen in minder dan twee eeuwen.

Diezelfde destructieve pestbacterie is zelfs vandaag nog onder ons. Ze herinnert ons eraan hoe hardnekkig en veerkrachtig ziekteverwekkers zijn. Covid-19 zal hopelijk niet millennialang aanhouden. Maar totdat er een succesvol vaccin is, en waarschijnlijk zelfs daarna, is niemand veilig.

De politiek is dan cruciaal: wanneer vaccinatieprogramma's slabakken, kunnen infecties terug oprukken. Kijk maar naar mazelen en polio, die de kop weer opsteken zodra minder wordt gevaccineerd. We kunnen enkel hopen dat we het coronavirus onder controle krijgen en uiteindelijk kunnen uitroeien. Al leert de geschiedenis van pandemieën ons dat we het tegendeel moeten verwachten.

Dit artikel verscheen op The Conversation.

Vertaling: Luca Desmet