Biologisch mechanisme dat prikkelbaredarmsyndroom veroorzaakt ontrafeld

De bevindingen maken de baan vrij voor een efficiëntere behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom en andere voedselintoleranties.

Bijna 20 procent van de wereldbevolking lijdt aan het prikkelbaredarmsyndroom (PDS).  Patiënten hebben het niet onder de markt. Niet alleen krijgen ze last van buikpijn of ernstig ongemak telkens als ze bepaalde voedingsmiddelen eten. Doordat ze niet allergisch blijken voor die voedingsmiddelen en er bij hen ook geen glutenintolerantie of andere gekende aandoeningen kunnen worden vastgesteld, worden ze vaak niet serieus genomen door artsen en krijgen ze geregeld te horen dat het allemaal tussen hun oren zit. 

Hoewel glutenvrije en andere diëten deze patiënten enige verlichting kunnen bieden, bleef het lang onduidelijk waarom. Professor Guy Boeckxstaens, gastro-enteroloog aan de KU Leuven, brengt daar nu verandering in. Samen met zijn team legde hij op basis van onderzoeken bij muizen en mensen een mechanisme bloot dat bepaalde voedingsmiddelen linkt aan de activering van mestcellen en aan de pijn en het ongemak die daarop volgen. ‘Met deze nieuwe inzichten leveren we bijkomend bewijs dat we met een echte ziekte te maken hebben’, vertelt prof. Boeckxstaens. Eerder toonde hij samen met zijn collega’s aan dat het blokkeren van histamine - een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem dat wordt vrijgegeven door mestcellen - verlichting kan bieden aan mensen met PDS.

Onderzoek bij muizen en mensen

In een gezonde darm reageert het immuunsysteem niet op voedsel. Daarom wilde het team eerst uitzoeken wat deze tolerantie doet afbreken. De onderzoekers vertrokken van het idee dat mensen met PDS vaak aangeven dat hun symptomen begonnen zijn na een maag-darminfectie, zoals een voedselvergiftiging. Ze onderzochten of het kon dat als iemand een infectie oploopt terwijl hij of zij een bepaald voedingsmiddel in de darmen heeft zitten, dit het immuunsysteem gevoelig kan maken voor dat voedsel.

Ze infecteerden muizen met buikgriep en gaven hen tegelijkertijd ovalbumine, een eiwit dat in dit soort experimenten vaak als antigeen gebruikt wordt om een immuunrespons uit te lokken. Van zodra de infectie verdwenen was, kregen de muizen opnieuw ovalbumine om te kijken of hun immuunsysteem er gevoelig voor was geworden. De ovalbumine zelf zorgde er inderdaad voor dat de mestcellen geactiveerd werden, dat er histamine vrijkwam en dat er meer buikpijn en spijsverteringsintolerantie optrad. Dit was niet het geval bij muizen die wel ovalbumine kregen maar niet met buikgriep waren geïnfecteerd.

De onderzoekers ontdekten vervolgens de verschillende stappen in de immuunrespons die de opname van ovalbumine met de activering van de mestcellen verbond. Opmerkelijk was dat deze immuunrespons alleen optrad in het deel van de darm dat geïnfecteerd was door de verstorende bacterie. En dat meer algemene symptomen van een voedselallergie uitbleven.

Prof. Boeckxstaens denkt dat dit wijst op een spectrum van voedselgerelateerde immuunziekten. ‘Aan de ene kant van het spectrum ligt PDS waarbij de immuunrespons op een voedselantigeen zeer lokaal is. Aan de andere kant liggen de voedselallergieën, veralgemeende aandoeningen met ernstige mestcelactivatie die een impact hebben op de ademhaling, de bloeddruk, enzovoort.’

De onderzoekers keken vervolgens of mensen met PDS op dezelfde manier reageerden. Ze injecteerden voedselantigenen die geassocieerd worden met PDS – zoals gluten, tarwe, soja en koemelk - in de darmwand van twaalf PDS-patiënten. Ze kregen gelokaliseerde immuunreacties die vergelijkbaar waren met die van de muizen. Bij gezonde vrijwilligers bleven dergelijke reacties uit. 

Efficiëntere behandeling

Door het relatief kleine aantal mensen dat deelnam aan de studie moeten de resultaten wel verder onderzocht worden. Maar prof. Boeckxstaens is er nu al van overtuigd dat het mechanisme dat hij en zijn team hebben ontrafeld klinisch relevant is, zeker in combinatie met de eerdere klinische studie die een verbetering liet zien tijdens de behandeling van PDS-patiënten met antihistaminica. 

De bevindingen maken de baan vrij voor een efficiëntere behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom en van andere voedselintoleranties. Een groter klinisch onderzoek naar de behandeling met antihistaminica is momenteel aan de gang. ‘Dat we het mechanisme dat leidt tot mestcelactivatie nu kennen, is cruciaal’, vertelt prof. Boeckxstaens. ‘Het zal leiden tot nieuwe therapieën voor deze patiënten. Mestcellen laten veel meer verbindingen en mediatoren vrij dan alleen histamine, dus als je de activering van deze cellen kunt blokkeren, denk ik dat een veel efficiëntere behandeling mogelijk is.’

De studie werd gepubliceerd in Nature.