Column

CRISPR versus covid

Ik durf CRISPR weleens de spraakmakendste ontdekking van de 21ste eeuw te noemen. Kan de techniek ook iets betekenen in de huidige gezondheidscrisis?

Het antwoord op die vraag is volmondig ja. CRISPR, de revolutionaire techniek om snel, precies en goedkoop veranderingen aan te brengen in het DNA van om het even welk organisme, kan ons helpen in de strijd tegen het coronavirus SARS-CoV-2. 

Momenteel komen we het dichtst bij een bruikbare toepassing als we het virus simpelweg willen opsporen. Het Amerikaanse voedsel- en geneesmiddelenagentschap FDA heeft onlangs zelfs voor de allereerste keer het gebruik van CRISPR goedgekeurd. Hoewel er heel wat experimentele behandelingen lopen, van kanker tot erfelijke blindheid, kreeg de genbewerkingstechniek nooit eerder goedkeuring voor gebruik in patiënten. Tot nu. Een Amerikaanse coronatest op basis van de techniek zou sneller en eenvoudiger zijn dan de tests die momenteel gebruikt worden.

Ook in de ratrace naar een vaccin komt CRISPR regelmatig in beeld. Heel vaak komt daar namelijk genetisch knip- en plakwerk aan te pas, en minstens even vaak wordt hiervoor tegenwoordig CRISPR gebruikt. Ook in ons land wordt de technologie trouwens ingezet in de zoektocht naar dat felbegeerde vaccin. 

Het wonderlijke aan de technologie is dat ze eigenlijk afkomstig is uit de natuur. Ze werd ontdekt in bacteriën, waar ze deel uitmaakt van een soort afweersysteem. Bacteriën kunnen er virussen mee aan flarden knippen, zodat ze geen verdere schade kunnen veroorzaken nadat ze de bacteriecel hebben binnengedrongen. 

Nooit eerder kreeg de genbewerkingstechniek goedkeuring voor gebruik in patiënten. Tot nu

Dan rijst de logische vraag: kunnen we dat concept niet in een behandeling voor mensen gieten? Zodat een medicijn na toediening het coronavirus in ons lichaam gaat vernietigen? Ook daar zijn onderzoekers mee bezig. In tegenstelling tot de twee bovenstaande voorbeelden staat dit écht nog in de kinderschoenen. We hoeven niet meteen een behandeling te verwachten die infectieuze virussen op commando aan flarden knipt. Een professor beschrijft onze voortgang als volgt: als we ze vergelijken met naar de maan vliegen en veilig terugkeren, dan weten we nu dat we een raket kunnen bouwen die de ontsnappingssnelheid haalt. 

Ten slotte loert nog een vierde toepassing om de hoek. Want was er anderhalf jaar geleden geen Chinese onderzoeker die geprobeerd heeft om kinderen met CRISPR immuun te maken voor het hiv-virus? En zou dat ook kunnen voor het coronavirus? He Jiankui heeft inderdaad een poging gedaan om in twee ongeboren kinderen de receptoren aan te passen waarmee het hiv-virus onze menselijke lichaamscellen binnendringt. En ja, ook het coronavirus gebruikt zo’n ‘landingsplaats’ op menselijke cellen: de ACE2-receptor. 

Alleen zit die receptor niet enkel in ons lijf om als toegangspoort te dienen voor een virus dat amper een paar maanden in ons midden is. Het heeft ook andere functies, en daaraan beginnen morrelen kan gevolgen hebben die niet te overzien zijn. Laat staan dat CRISPR technologisch én ethisch genoeg op punt staat om in menselijke embryo’s genen aan te passen. 

Laten we het onderzoek voeren, en voorzichtig kijken wat we ermee kunnen. Wat zijn het toch waanzinnig boeiende tijden in wetenschapsland.