Hoe merk je dat je een hartinfarct hebt?

In het kort

Eens je in het ziekenhuis raakt met een acuut hartinfarct, heb je pakweg 9 op 10 kans om het er levend en wel van af te brengen.

Een heel aantal patiënten haalt het niet tot het ziekenhuis, omdat ze het hartinfarct niet herkennen.

Vooral "foute stereotiepes", zoals jonge vrouwen, hebben daarom een hogere kans op overlijden.

De symptomen van een hartinfarct zijn vaak moeilijk bij jezelf te herkennen. Zelfs voor een professor cardiologie.

“Hoe kan dit nu?”. Dit vraagt Christine me midden in de nacht terwijl ik haar vertel dat ze een hartinfarct doormaakte. Ik begrijp haar vraag wel. Mensen denken snel dat een hartinfarct iets is voor oude mannen met een ongezonde levensstijl. “Wat denk je nu zelf?”, vraag ik. “Misschien stop ik beter met roken?”. Berouw komt na de zonde, maar dit lijkt me inderdaad heel verstandig.

Ik vertel haar dat hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak zijn bij vrouwen in Vlaanderen. Ze kijkt verrast op. Een hartinfarct is helemaal geen exclusieve mannenziekte. Het is ook niet voorbehouden voor ouderen, of enkel voor rokers. Iedereen kan een hartinfarct krijgen. Hoewel het totale aantal hartinfarcten daalt in de Westerse wereld, neemt de bijdrage van jonge mensen zelfs toe.

Christine, 51 jaar en nooit ziek geweest, heeft geluk bij een ongeluk. Ze voelde zich plots helemaal niet lekker rond tien uur de vorige avond, net toen ze in haar luie zetel aan een pakje chips begon. Rustig blijven, dacht ze, het zijn misschien gewoon slechte chips die me misselijk maken. Even afwachten. Maar toen ze begon te zweten en een spannend gevoel op de borst kreeg, wist ze dat ze onmiddellijk hulp moest zoeken.

Fast forward drie uur. Het is één uur in de vroege morgen. Pas uit m’n bed, en abrupt uit m’n eerste slaap, voer ik een dringende hartkatheterisatie uit bij Christine. Hoewel er ongetwijfeld een stukje van haar hart afgestorven is in de luttele uren tussen het begin van haar symptomen en het terug open maken van haar verstopte kransslagader, heeft Christine inderdaad geluk gehad. Ze herkende snel de symptomen van haar hartinfarct. Ook zocht en kreeg ze snel medische hulp. En, bovenal, ze overleefde haar hartinfarct tot ze in de handen van onze vakkundige spoedartsen en -verpleegkundigen was. 24/7 live. Snelheid is essentieel bij een infarct: iedere minuut die verloren gaat leidt tot afsterven van meer hartspiercellen.

Snel naar het ziekenhuis gaan is cruciaal

Geluk voor Christine? Eens je in het ziekenhuis raakt met een acuut hartinfarct, heb je pakweg 9 op 10 kans om het er levend en wel van af te brengen. Tot zover het goede nieuws. Helaas: een op drie tot een op twee mensen (recente gegevens ontbreken voor België) sterft bij een hartinfarct nog voor ze in het ziekenhuis raken of zelfs voor ze iemand kunnen verwittigen. Bovendien toonde mijn collega Sofie Gevaert, cardiologe in het UZ Gent, aan dat het risico op overlijden bij dames met een hartinfarct in België, dubbel zo hoog ligt dan bij mannen, ondanks de meest geavanceerde invasieve behandelingen. Dit komt ten dele omdat dames op gemiddeld oudere leeftijd een infarct doormaken, maar als we enkel naar jonge infarct-patiënten kijken blijft de mortaliteit nog steeds flink hoger bij vrouwen dan bij mannen. Geluk, inderdaad.

Hoe herken je een hartinfarct?

Christine had bovendien vrij typische symptomen voor een hartinfarct en ze herkende deze symptomen meteen. Typisch bij een hartinfarct is een vrij lang durende hevige druk of beklemming in het midden van de borstkas, uitstralend naar de linker arm en keel. Alles draait dus om snel de symptomen van een infarct te herkennen, en snel hulp te zoeken, juist? Ja natuurlijk, maar …. de realiteit is ingewikkelder dan dit. Veel mensen hebben namelijk helemaal geen typische symptomen bij een hartinfarct. Sommigen, vooral ouderen, dames en mensen met diabetes hebben minder vaak ‘klassieke’ symptomen: enkel vage pijn in de maagstreek, bijvoorbeeld, of misselijkheid en braken. Anderen zweten heel hevig en voelen zich gewoon ontzettend ziek of slap. Grieperig. Nog anderen hebben voornamelijk hoge rugpijn. Nog meer beangstigend: je kan een infarct doormaken zonder je er veel erg in hebt. Pech.

Atypische symptomen leiden tot een hoger risico op overlijden bij een hartinfarct. Dit komt omdat deze patiënten minder snel medische hulp zoeken.

Bovendien misleiden atypische symptomen ook de nietsvermoedende arts waardoor de diagnose en behandeling van een hartinfarct te laat of helemaal niet gesteld wordt. Jonge dames hebben niet alleen een hogere kans op overlijden bij een hartinfarct omdat ze minder vaak duidelijke, typische symptomen, maar ook omdat te vaak niemand, inclusief de dame in kwestie, verwacht dat een hartinfarct überhaupt kan bij een relatief jeugdige vrouw. Foute stereotypes, zeg maar.

Jongere vrouwen zijn bovendien sneller gegeneerd om hulp te zoeken voor een aandoening die ze niet bij zichzelf verwachten. Dodelijk. Niemand verwoordt dit beter dan de comédienne Rosie O’Donnell, nadat ze wél door had dat ze een infarct doormaakte, maar in plaats van onmiddellijk hulp te zoeken enkel een aspirientje nam en in bed kroop. Sindsdien is ze een uitgesproken advocaat in bewustwordingscampagnes voor hartinfarcten bij dames, en bracht ze zelfs een armband met de “typische atypische” symptomen uit: HEPPP of zweten, moe, pijn, bleek, braken. “Stent-up” comedian, die Rosie.

Het kan iedereen overkomen, zelfs een professor cardiologie

Stereotype denken is niet het privilege van jongere dames met een hartinfarct, helaas. Nee, het kan iedereen overkomen, zelfs ’n professor cardiologie gespecialiseerd in kransslagaderaandoeningen. Toen ik tijdens een vroege ochtendloop op congres in Orlando in 2015 plots een beklemmend gevoel kreeg in het midden van m’n borstkas wist de cardioloog-in-mij meteen “dit is prijs”, maar zei de struisvogel-in-mij: “naaaah, ik rook niet, ga drie maal per week lopen, heb helemaal geen overgewicht (meer), probeer gezond te eten,… niet bij mij”. Dan doet een mens domme dingen: opnieuw lopen (zelfde klachten natuurlijk), naar huis vliegen, terug gaan werken… Pas toen ik zonder lopen gewoon achter m’n bureau dezelfde beklemmende pijn kreeg én begon te zweten zocht ik de hulp van m’n collega’s, met een stent in m’n kransslagader als gevolg. Ik heb ook geluk gehad, uiteindelijk had ik geen hartinfarct. Ik was wel even dom als Rosie O’Donnell. Dommer. Struisvogel. Dodelijk.

De auteur vier weken na stent implantatie.

Geen hulp zoeken bij een hartinfarct is ‘des mensen’. Atypische symptomen misleiden patiënt en arts, maar ook bij typische klachten steken we onze kop in het zand en zoeken we te vaak géén of te late hulp, met grotere kans op fatale afloop. Er is met andere woorden nog veel werk aan de winkel willen we de érg hoge mortaliteit bij hartinfarcten de wereld uit helpen. Ondanks de fantastische behandelingen die we dagelijks toepassen in het ziekenhuis kan enkel grotere bewustwording van de symptomen van een infarct, betere preventie én meer onderzoek de één kans op twee overlijden bij een infarct vóór het ziekenhuis betekenisvol verminderen.

Bewustmaking kan levens redden

Bewustmakingscampagnes van bijvoorbeeld de Belgische Cardiologische Liga, onze overheden of de mutualiteiten helpen uiteraard. Zing luidop Rosie O’Donnell’s liedje. Preventie door individuele verantwoordelijkheid is daarbij essentieel: een gezonde levensstijl met veel bewegen, fruit, groenten en zonder roken of overgewicht helpen je al een hele weg naar een lang leven zonder fatale hart- en vaatziekten. We moeten trouwens ook als maatschappij véél meer investeren in preventie. Ban roken. Ban suikerhoudende frisdranken. Betaal de fitness terug. Stimuleer nóg meer fietsen naar het werk. Ook hoge bloeddruk en hoog cholesterol herkennen en behandelen via de huisarts of de arbeidsarts is erg belangrijk. En als je dan toch kransslagaderproblemen moet krijgen, dankzij je risicofactoren of ondanks een gezonde levensstijl, zoek dan meteen expert hulp. Iedere minuut kan je laatste zijn.

Daarom mag er gerust opnieuw veel meer geld naar onderzoek over preventie van hart- en vaatziekten gaan. De voorbije tien jaar is het steeds moeilijker geworden om nog fondsen of subsidies te vinden voor basiswetenschappelijk onderzoek naar de preventie van hartinfarcten. Het is alsof de maatschappij hart- en vaatziekten niet meer interessant of ‘sexy’, vindt, en voornamelijk onderzoek naar meer mediagenieke aandoeningen willen sponsoren. Die bejaarde, rokende, obese man verdient onze centen niet, right? Wrong. Denk aan Christine. Steun jonge en minder jonge maar steeds enthousiaste onderzoekers gedreven door een passie om hart-en vaatziekten te bestrijden.

(Bron: KU Leuven Blogt)