Kan hormoontherapie zwangerschapsmisselijkheid voorkomen?

Zeven op tien vrouwen hebben tijdens de zwangerschap last van zwangerschapsmisselijkheid. Hoewel dat waarschijnlijk altijd al zo geweest is, hebben onderzoekers pas onlangs een mogelijke oorzaak gevonden. Het hormoon GDF15 zou een belangrijke rol spelen.

Ochtendmisselijkheid of, aangezien de symptomen zich niet aan een uur houden, zwangerschapsmisselijkheid komt vooral in het eerste trimester van de zwangerschap voor. De ernst kan variëren. Sommige vrouwen ervaren slechts lichte hinder, terwijl anderen door hevige misselijkheid zelfs niet meer kunnen eten of drinken. Die ernstige vorm wordt Hyperemesis Gravidarum (HG) genoemd en kan in extreme gevallen zelfs levensbedreigend zijn. Nieuw onderzoek wijst het GDF15-hormoon aan als schuldige. 

Growth differentiation factor of GDF15 is een hormoon dat van nature aanwezig is in het lichaam. Anders dan bij de meeste hormonen, wordt GDF15 niet in één bepaald orgaan aangemaakt maar kunnen verschillende soorten cellen het hormoon produceren. Vermoedelijk maken cellen GDF15 aan om het lichaam te laten weten dat er een stressor aanwezig is, zoals een beschadiging of zuurstoftekort. Wat de precieze functie is, is nog niet helemaal duidelijk. Wel weten we dat het GDF-hormoon inwerkt op de hersenstam en het centrum voor evenwicht en coördinatie, het cerebellum. Daar zorgt het voor misselijkheid en braakneigingen. Ook bij chemotherapie zorgt deze boosdoener voor de nare bijwerkingen die patiënten kunnen ervaren. 

In een reeks onderzoeken bestudeerden Britse en Amerikaanse wetenschappers[1] hoe GDF15 precies bijdraagt aan zwangerschapsmisselijkheid. Zij deden een aantal opmerkelijke vaststellingen.  

‘Symptoombestrijding tijdens de zwangerschap is een heikel punt’

Vrouwen die, wanneer ze niet zwanger zijn een relatief hoge concentratie GDF15 in hun bloed hebben, blijken tijdens de zwangerschap minder vaak last te hebben van misselijkheid en HG. Via de placenta wisselen moeder en kind verschillende stofjes uit. Een deeltje van de placenta bezorgt de moeder grote hoeveelheden GDF15 die haar symptomen sterk beïnvloeden. Wanneer een vrouw al van voor de zwangerschap hoge concentraties van het GDF-hormoon in het bloed had, bleek ze beter bestand tegen de bijkomende dosis van de placenta. Bij moeders die voor hun zwangerschap slechts lage concentraties GDF15 gewend waren, zorgde de extra dosis vaker voor misselijkheid en HG. Volgens de onderzoekers maken van nature hogere concentraties voor de zwangerschap vrouwen minder gevoelig voor het hormoon, ook wel desensitisatie genoemd. Daardoor zou een vrouw de hogere concentraties beter verdragen wanneer ze zwanger is.

Behandelingen

Maar er is meer. In aanvullend genetisch onderzoek ontdekten de onderzoekers dat je genen bepalen hoeveel GDF-15 je aanmaakt. Een mutatie op het gen dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van het hormoon zorgt voor een verminderde productie. Dat gen is niet noodzakelijk hetzelfde bij moeder en kind, en dat verschil zou volgens dit onderzoek cruciaal zijn. Een moeder mét de genetische mutatie, waardoor ze weinig GDF15 aanmaakt en er gevoeliger voor is, kan namelijk een foetus dragen zonder de mutatie. De placenta produceert dan een veel hogere dosis dan de moeder gewend is. Daardoor zou het risico op zwangerschapsmisselijkheid en HG bij die vrouw veel groter zijn. In het omgekeerde geval, wanneer enkel de foetus de mutatie op het gen heeft en de placenta daardoor minder GDF15 aanmaakt, zou de moeder volgens de onderzoekers veel minder last ervaren.

Volgens de onderzoekers laten deze resultaten een licht schijnen op mogelijke (preventieve) behandelingen. Ze stellen voor om vrouwen die gevoelig zijn aan het GDF15-hormoon al voor de zwangerschap bloot te stellen. Door de concentratie langzaam op te drijven, kan het lichaam zich voorbereiden op de dosis die de foetus via de placenta zal voorzien.

Maar als desensitisatie de oplossing is, zouden de symptomen dan niet milder moeten worden naarmate je al vaker zwanger bent geweest? ‘Er zijn aanwijzingen dat de symptomen alvast niet erger worden bij volgende zwangerschappen maar veel weten we nog niet’, zegt Dr. Bruno Lapauw, endocrinoloog van Universitair Ziekenhuis Gent. ‘Het is best mogelijk dat de periode tussen zwangerschappen doorgaans te lang is waardoor het effect van eventuele desensitisatie al verdwenen is.’ Lapauw ziet preventieve mogelijkheden in de toekomst maar is voorzichtig als het over een behandeling tijdens de zwangerschap gaat. ‘Symptoombestrijding tijdens de zwangerschap is een heikel punt. We hebben zwangerschapsmisselijkheid al eens “succesvol” behandeld (met thalidomide red.), maar die medicijnen bleken achteraf een blijvende impact op de foetus te hebben. De kindjes werden met aandoeningen geboren en soms ervaart zelfs de volgende generatie nog problemen.’ 

Kan een zwangerschap langer dan 42 weken duren?

Lees hier het antwoord