Niet enkel soort, maar ook aantal darmbacteriën beïnvloedt gezondheid

Het onderzoek vloeit voort uit meer dan vijfduizend stoelgangstalen die vanaf 2012 in Vlaanderen werden verzameld. Het is een van de grootste darmfloradatabanken in de wereld.

Sinds de ontrafeling van het menselijke genoom, begin deze eeuw, zijn genetici druk in de weer met het zoeken naar verbanden tussen specifieke kenmerken in dat DNA, en ziekten. Die zoektocht heeft al heel wat nieuwe kennis opgeleverd, maar toepassingen van die kennis – in de vorm van nieuwe therapieën – zijn vooralsnog schaars. Logisch ook, letters uitgommen of bijschrijven in de genetische code is een van de meest delicate zaken die je met een lichaam kunt doen.

Antibiotica kan darmbacteriën doden die helpen bij de doeltreffendheid van kankertherapieën

Tot nu focuste het onderzoek naar de menselijke darmflora grotendeels op de samenstelling van het microbioom – in welke verhoudingen waarin verschillende bacteriën voorkomen. Verschillende samenstellingen zijn inmiddels in kaart gebracht, via stoelgangonderzoek, en verbonden aan een zogenaamd ‘enterotype’.

Dat onderzoek heeft al interessante inzichten opgeleverd, bijvoorbeeld dat mensen die lijden aan het chronisch vermoeidheidssyndroom een specifiek enterotype lijken te delen, of – recent nog – dat antibiotica darmbacteriën kan doden die helpen bij de doeltreffendheid van kankertherapieën.

De onderzoeksgroep van microbioloog Jeroen Raes, verbonden aan de KU Leuven en aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), heeft nu een nieuwe doorbraak geforceerd. In het prestigieuze vakblad Nature schrijven Raes & co deze week dat niet alleen de relatieve verhoudingen tussen verschillende soorten darmbacteriën ertoe doen, maar ook hun absolute aantallen. Dat is een nieuwe en belangrijke bevinding, waardoor microbiologen straks niet alleen meer zullen spreken in termen van percentages, maar ook van aantallen.

Grootste darmfloradatabank

Het onderzoek van Raes vloeit voort uit stoelgangstalen die vanaf 2012 worden verzameld in het kader van het Vlaams Darmflora Project. Met stalen van meer dan vijfduizend (overwegend) Vlamingen is het een van de grootste darmfloradatabanken in de wereld. ‘Dankzij de databank konden we een begin maken met het in kaart brengen van de natuurlijke variatie bij gezonde mensen. Mede daardoor zijn we nu een nieuw enterotype op het spoor dat gekenmerkt wordt door uitzonderlijk weinig bacteriën. Onder meer bij Crohn-patiënten komt dit type veelvuldig voor.’

Wat het effect is van dat specifieke darmfloratype op de manifestatie van een auto-immuunziekte zoals Crohn, moet nog worden bekeken. Raes: ‘De grote vraag is nu of dit type de ontwikkeling van de ziekte in de hand werkt. Blijkt dit het geval, dan kunnen we vervolgens gaan bekijken wat we daartegen kunnen doen.’

Op vraag van het VIB vermelden we een e-mailadres waar iedereen terecht kan die vragen omtrent dit onderzoek heeft – een doorbraak in fundamenteel onderzoek is immers niet hetzelfde als een doorbraak in de geneeskunde: patienteninfo@vib.be.