Operatie ondergaan? Niet vanzelfsprekend voor 5 miljard mensen

5 miljard mensen wereldwijd - tweederde van de wereldbevolking - heeft geen tijdige toegang tot veilige chirurgische, anesthetische of verloskundige zorg, waardoor operabele aandoeningen ongeveer 30% uitmaken van de ‘global burden of disease’.

Jaarlijks sterven hierdoor ongeveer 18.6 miljoen mensen onnodig, hetgeen meer dan viermaal het sterftecijfer is door malaria, HIV en tuberculose samen, de drie voornaamste focuspunten binnen global health.

Wereldwijd gebeuren ieder jaar 313 miljoen operatieve interventies, maar desalniettemin vindt slechts 6% hiervan plaats in het armste eenderde van de wereldbevolking, net dat aandeel waar de nood het hoogst is.

Bovendien betekent het louter verkrijgen van chirurgische zorg niet automatisch adequate zorg, daar 7 miljoen patiënten jaarlijks door een majeure complicatie getroffen worden, en 1 miljoen patiënten peri- (tijdens de operatie) of postoperatief (na de operatie) sterven. Met name in ontwikkelingslanden zijn dergelijke risico’s niet ondenkbaar, met complicatiecijfers oplopend tot 15% van de uitgevoerde operaties, waarvan minstens de helft te voorkomen is.

Amper 6% van de operaties wereldwijd gebeurt in het armste eenderde van de wereld, net daar waar de nood het hoogst is.

Verder kent ook algemene anesthesie zware gevolgen, die kunnen oplopen tot fatale complicaties in 1 op 133 procedures in sommige landen in sub-Saharisch Afrika - in tegenstelling tot ontwikkelde landen, waar dit slechts in 1 op meer dan 100,000 plaatsvindt.

Ziekenhuizen en kleinere zorgcentra in ontwikkelingslanden, met name meer afgelegen districtziekenhuizen, hebben immers een gebrek aan zowel personeel (Afghanistan heeft bijvoorbeeld slechts 9 anesthesisten voor 32 miljoen mensen) als materiaal (minder dan de helft van de ziekenhuizen heeft anesthesiemachines) en medicatie (slechts tweederde beschikt over ketamine, amper de helft over inhalatie-anesthesie), hetgeen deze schrijnende cijfers in de hand werkt.

Ten slotte sterven jaarlijks meer dan 300.000 vrouwen tijdens de bevalling, ten gevolge van gebrek aan keizersnedemogelijkheden of adequate zorg, hetgeen, net als doodgeboortes of complicaties ten gevolge van bloedingen, obstructies en infecties, door veilige chirurgie en anesthesie voorkomen zou kunnen worden.

Daarenboven blijven veel vrouwen achter met complicaties als vaginale fistels na een bevalling, hetgeen door de sterke reuk vaak resulteert in het uitstoten van dergelijke vrouwen uit hun gemeenschap. Hoewel makkelijk te behandelen, is de kennis hierover vaak ontbrekend, of het dichtstbijzijnde zorgcentrum uren tot dagen verder.

Een jonge vrouw staat op het punt te bevallen in de slecht uitgeruste kraamkliniek van Bentiu, Zuid-Soedan.

Om deze precaire situatie aan te pakken is er naast de nodige financiering een dringende nood aan chirurgen, anesthesisten en verloskundigen. Om de extra 143 miljoen operaties per jaar uit te kunnen voeren om iedereen toegang tot veilige en tijdige operatieve zorg te bieden, zijn er tegen 2030 2.28 miljoen extra dergelijke specialisten nodig2.

Naast de vele levens die kunnen worden gered op deze manier, stimuleert het op middellange termijn ook de economische groei van naties, hetgeen ontwikkelingslanden des te meer ten goede komt. Men schat immers dat ontwikkelingslanden tegen 2030 12.3 triljoen dollar aan economische productiviteit verliezen indien chirurgische opwaardering uitblijft, terwijl dit probleem kan worden voorkomen door een globale investering van ‘slechts’ 350 miljard dollar2.

Bovendien heeft toegang tot chirurgische zorg ook op populatieniveau een bewezen kosteneffectiviteit die beter is dan voormalige foci als antiretrovirale therapie voor HIV/aids en malariacampagnes (kosten per geredde disability-adjusted life years/DALY’s, een maat voor de gezonde jaren die men verliest door beperkingen en vroegere dood door een aandoening).

Op 22 mei 2015 adopteerde de 68ste World Health Assembly (WHA) in Genève de baanbrekende resolutie ‘Strengthening emergency and essential surgical care and anaesthesia as a component of universal health coverage’, hetgeen de start van het volwaardige chirurgische aspect van Global Health betekende.

Daarnaast houden ook de nieuwe Post-2015 Global Goals on Sustainable Development van de VN nu rekening met dit aspect van de globale gezondheidszorg. Desalniettemin is er nog immer sprake van een tekort aan financiering, daar er immers geen “Global Fund for Surgery” bestaat, zoals deze wel zijn ontwikkeld (zij het na tientallen jaren promoten) voor aids, tuberculose en malaria door de Wereldbank, WHO en de Gates Foundation.

Global Surgery heeft zich pas recent weten te profileren op de internationale agenda, maar is desalniettemin cruciaal voor miljoenen levens en de globale ontwikkeling. Wereldleiders en individuele naties dienen aangespoord te worden om gezondheidssystemen te verbeteren, en hand in hand samen te werken om iedereen gelijke toegang te bieden tot veilige chirurgie zorg, voor jong en oud, rijk en arm, overal ter wereld.