‘Rommel-DNA’ speelt rol bij huidkanker

24 maart 2016 door Eos-redactie

Vlaamse onderzoekers ontdekken gen dat cruciaal is voor de meest agressieve vorm van huidkanker.

Niet-coderend RNA werd vroeger ook wel eens ‘rommel DNA’ genoemd omdat gedacht werd dat het niet bijdraagt aan de opbouw van het organisme. Toch slaagden teams van de UGent, de KU Leuven en de VIB erin een niet-coderend RNA-gen (IncRNA) te identificeren dat een cruciale rol speelt bij melanoom, de meest agressieve vorm van huidkanker.

Het bewuste IncRNA-gen, dat de naam SAMMSON kreeg, kwam niet alleen voor in 90 procent van de onderzochte melanomen, het was ook volledig afwezig in melanocyten –¬ de normale pigmentcellen in de huid die de voorlopercellen zijn van melanomen¬ – en het was ook nergens te bespeuren in andere weefsels of in goedaardige pigmentafwijkingen zoals moedervlekken.

Daarnaast ontdekten de onderzoekers nog dat melanoomcellen afhankelijk zijn van het SAMMSON-gen. Verminderden ze de aanwezigheid van het gen, dan stierven de kankercellen massaal af, en dat bij elk type melanoom. Het gen bleek namelijk een belangrijke rol te spelen in de werking van de mitochondriën, de energiecentrales van de cel. Werd SAMMSON door therapie uitgeschakeld, dan werd ook de energieproductie in de melanoomcellen uitgezet en stierven de cellen af.

Aangezien het gen alleen in melanoomcellen voorkomt, is de kans klein dat deze therapie gezonde cellen zal aantasten. Toch moet toxicologisch onderzoek de mogelijke risico’s van een behandeling nog in kaart brengen vooraleer ze kan worden opgestart. Verder onderzoek moet ook nog uitwijzen of de aanwezigheid van SAMMSON een goede indicator kan zijn om huidkanker op te sporen.

Het onderzoek verscheen in Nature. (ev)