Tien feiten en fabels over bloed doneren

Is bloed doneren belastend voor je lichaam? En mag je doneren tijdens je menstruatie? Voor Wereld Bloeddonordag zetten we tien feiten en fabels op een rij.

In 2022 heeft de Dienst voor het Bloed van het Rode Kruis-Vlaanderen in totaal 397 797 bloed-, plasma- en bloedplaatjesdonaties mogen ontvangen. Maar nu, vlak voor de zomervakantie, staat de bloedvoorraad van O negatief - de bloedgroep die alle patiënten mogen ontvangen - toch kritiek. Véronique Van Gaever, donorarts-expert van het Rode Kruis-Vlaanderen, geeft duiding bij tien feiten en fabels over bloeddonatie.

Bij een bloeddonatie moet je nuchter zijn.

FABEL

‘In tegenstelling tot een bloedafname bij de huisarts, is het bij een bloeddonatie net heel belangrijk om vooraf voldoende water te drinken en een lichte maaltijd te eten. Kom dus zeker niet nuchter of met een hongergevoel naar je donatie, want dan heb je minder reserve en loop je mer kans op een flauwte. Maar eet ook geen zware maaltijd, want die kan weer op de maag liggen waardoor onwel wordt na je donatie.  Je eet dus best geen frietjes voor een donatie, maar bijvoorbeeld een boterham en wat fruit.’

‘Na de donatie is het belangrijk om je vocht-, suiker- en zoutbalans te herstellen. Drink dus zeker voldoende na je donatie en eet ook een koekje of een stuk fruit. Alcohol drinken is af te raden vóór een donatie en mijd je ook best de eerste uren na een donatie, want daardoor ben je ook gevoeliger aan een bloeddrukval.’

Een (bloed)donatie is pijnloos.

FEIT

‘In principe is bloed geven pijnloos. Je voelt enkel de prik van de naald. Maar niet iedereen is goed aanprikbaar met de wat dikkere naald die gebruikt wordt bij donatie. Ook daarom is het belangrijk om zeker op voorhand voldoende te drinken. Daardoor zijn de aders beter gevuld en dus ook beter aanprikbaar. En hoe meer de donor ontspannen is, hoe beter het gaat. Als de prik toch niet goed zou verlopen, dan forceren we het niet. Het blijft een vrijwillige donatie waarbij we geen onnodige risico’s nemen.’

Als homoseksuele man mag je sowieso nooit doneren.

FABEL

‘Vorig jaar werd beslist dat de uitsteltermijn voor mannen die seksueel contact hebben met andere mannen van één jaar naar vier maanden gaat. Vanaf juli zal een man vier maanden na het laatste seksueel contact met een andere man dus gewoon mogen doneren.’

‘Bij elk risico (dus ook bij een bijt-, snij- of prikincident) op mogelijke besmetting met Hepatitis B, Hepatitis C, HIV en syfilis zijn we extra waakzaam. Omdat die infectieziektes overdraagbaar zijn via bloed, wordt elke donatie er ook systematisch op getest. Maar die testen hebben een zogenoemde vensterperiode waarin ze een beginnende infectie mogelijk nog niet kunnen aantonen en daarom moet er 4 maanden gewacht worden met doneren.’

‘Mensen schatten hun risico soms niet goed in en weten niet altijd dat bepaalde zaken overdraagbaar via bloed zijn. Daarom zijn we heel voorzichtig en baseren we onze richtlijnen op wetenschappelijke cijfers om de risico’s zoveel mogelijk te beperken. We houden daarbij niet enkel rekening met de donor zelf, maar ook met de onzekerheid over het gedrag van diens sekspartner. Naast de nieuwe regel voor mannen die seks hebben met mannen, geldt voor andere mensen dat ze vier maanden geen bloed mogen doneren als ze een nieuwe sekspartner hebben. Wanneer je sekspartner tot een groep behoort waarin meer hepatitis en HIV voorkomt, is het risico natuurlijk weer groter en kan de uitsteltermijn soms ook oplopen. Daarom vragen we aan donoren om de medische vragenlijst steeds eerlijk in te vullen. Het recht op bloed geven mag nooit boven het recht op veilig bloed krijgen komen te staan.’

Doneren is erg belastend voor je eigen lichaam.

FABEL

‘De klachten waar je na een bloeddonatie last van kan hebben, zijn in de eerste plaats het gevolg van het verlies in bloedvolume waardoor de bloeddruk wat lager kan zijn. Een gezond persoon zal daar in zijn dagelijks functioneren normaal heel weinig last van ondervinden. Vlak na donatie kun je je wat flauwer voelen en misschien wat misselijk zijn, maar dat is heel persoonlijk. Veel mensen hebben nergens last van.’

‘Doe op de dag van de donatie geen zware inspanningen. Dan gaat al je bloed (dat dus minder in volume is) naar je spieren en bovendien ga je zweten, waardoor je ook nog eens vocht verliest. Je hart zal dan extra moeten pompen om naast je spieren ook je inwendige organen, hersenen en de hartspier zelf van het nodige bloed en zuurstof te blijven voorzien. Doordat je rode bloedcellen die met hun hemoglobine (rode kleur) zuurstof vervoeren hebt afgegeven bij je donatie, zal je maximale uithoudingscapaciteit kort na een bloedgift wat lager liggen, maar enkele weken na donatie heeft je lichaam normaal weer voldoende rode bloedcellen en hemoglobine aangemaakt. Hiervoor heb je ijzer nodig en gezonde voeding die voldoende ijzer bevat, bevordert dat dan ook. Het aantal bloedgiften per jaar is beperkt tot vier en er moet voldoende tijd zitten tussen twee bloedgiften, om het lichaam de tijd te geven zich te herstellen en weer een voldoende ijzerreserve op te bouwen. Ook het hemoglobinegehalte wordt bij elke donatie gecontroleerd om te zien of wie wil bloed geven zelf voldoende reserve heeft.’

‘Het doneren van plasma is nog minder belastend dan bloed. In België mag je om de twee weken plasma geven. Plasma, het vocht waarin de rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes zitten, bevat heel belangrijke elementen als immuunfactoren en stollingsfactoren. Hiervan geef je maar een fractie af, de lever maakt de meeste van deze plasma-eiwitten heel snel weer aan en geheugencellen zorgen ervoor dat je bij contact met een infectie ook snel weer gerichte antistoffen aanmaakt. Dus het is niet zo dat je als gezonde persoon door een plasmadonatie plots veel vatbaarder bent voor infecties, je weerstand zal nauwelijks afnemen. Het lichaam herstelt heel snel.’

Een donatie neemt veel tijd in beslag.

FABEL

‘We vragen aan iedereen om eerst een afspraak te maken voor een donatie. Op die manier kunnen we wachttijden vermijden en kan elke donor zelf kiezen wanneer hij of zij langskomt. Eerst moet de donor zich aanmelden en een medische vragenlijst invullen, die een collecte-arts of gezondheidswerker in een gesprek met de donor overloopt. Het bloed geven duurt niet langer dan vijftien minuten, maar nadien blijf je een kwartiertje ter plaatse om zeker te zijn dat alles in orde is. In totaal moet je, zeker als het de eerste keer is, rekenen op een klein uurtje.’

‘Het doneren van bloedplaatjes en plasma duurt wel wat langer. Daarbij gaat het bloed na de afname door een toestel om de plaatjes of het plasma eruit te filteren. De andere bestanddelen, zoals de rode en witte bloedcellen, gaan terug het lichaam in. Daarvoor moet je bij een plasmadonatie ongeveer een half uur aan het toestel liggen, en voor bloedplaatjes moet je op een uur rekenen.’

Veel donaties worden niet gebruikt en weggesmeten.

FABEL

‘Het bloed dat we inzamelen wordt niet één op één toegediend. We verwerken het steeds tot verschillende fracties met verschillende doeleinden. Uit één bloedzak kunnen tot 3 fracties worden bereid: geconcentreerde rode bloedcellen, plasma en bloedpaatjes. Geconcentreerde rode bloedcellen gebruiken we voor een klassieke bloedtransfusie: mensen met veel bloedverlies, zoals bij bevallingen, verkeersongevallen en operaties, of bij bloedarmoede door chronische of ernstige ziekte. Een bloedtransfusie kan al heel vroeg in het leven levensreddend zijn, zelf vóór de geboorte (intra-uterien) en bij pasgeborenen die bij ernstige geelzucht een wisseltransfusie moeten ondergaan . Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij het op gang brengen van de stolling en zijn vaak nodig voor patiënten met bloedkanker of onder chemotherapie. Er zijn ook aandoeningen waarbij de bloedplaatjes afgebroken worden door het eigen lichaam, soms tijdelijk na een banale virale infectie door een foute reactie van het afweersysteem. Plasma is vooral belangrijk voor de eiwitten die het bevat, die het vocht in onze bloedbaan houden, en de stollings- en immuunfactoren die het bevat. Patiënten met veel bloedverlies of vochtverlies door zware brandwonden hebben daarom naast een bloedtransfusie met rode bloedcellen ook wel eens plasma nodig. Bij bepaalde ziektebeelden zijn soms hele plasmawissels nodig, meerdere liters per dag, waarbij het eigen ‘zieke’ plasma vervangen wordt door gezond donorplasma. Bovendien wordt er ook medicatie gemaakt op basis van plasma, vooral stollingsfactoren en immuunfactoren voor mensen die er zelf tekort aan hebben en levenslang afhankelijk zijn van deze medicatie.’

‘De restproducten van een donatie, in de zakken en staalbuisjes, of indien een donatie toch niet geschikt blijkt voor transfusie,  kunnen gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek naar ziekten en medicatie.’

‘Met één bloeddonatie kunnen er dus zeker tot drie mensen geholpen worden. We proberen echt het maximale uit elke gift te halen zodat niets verloren gaat.’

Je mag niet doneren als je zwanger bent.

FEIT

‘Dat klopt. Zelfs tot zes maanden na de zwangerschap mag je niet doneren. Zo krijgt het lichaam weer even de tijd om te recupereren. Tijdens de zwangerschap worden de reserves voor een stuk aangesproken. Het lichaam heeft dan extra bouwstoffen zoals ijzer nodig, ook voor de ontwikkeling van het kindje. Die reserves kan het lichaam in die zes maanden dan in alle rust weer opbouwen. Bovendien moet je rekening houden met zowel de bloedcirculatie van de zwangere vrouw als die van het ongeboren kindje. Tijdens een bloeddonatie gaat het lichaam op zoek gaat naar compensatiemechanismen om de bloeddruk op peil te houden ondanks het verlies aan bloedvolume door de donatie. Zo kan er tijdelijk minder bloed naar de hersenen gaan waardoor je je flauw of onwel voelt en kan flauwvallen, maar ook de bloedvoorziening naar de placenta kan in het gedrang komen. Het is dus vooral een extra veiligheidsmaatregel om zeker geen risico’s te nemen tijdens een zwangerschap.’

Enkel jonge, fitte mensen mogen doneren.

FEIT & FABEL

‘Iedereen tussen de achttien en 65 jaar mag starten met doneren. Mensen die fit en gezond zijn, mogen ook op latere leeftijd blijven doneren, mits ze de laatste drie jaar nog een donatie gedaan hebben. Als je gezondheid achteruit gaat, kun je er beter mee stoppen. De collecte-arts zal dit ook bij elke donatie evalueren. ’

‘We nemen minimaal 450 milliliter bloed af om er tot drie volwaardige bruikbare bloedproducten  uit te kunnen halen. Om te weten of iemand zoveel bloed kan geven, schatten we het totaal bloedvolume op basis van een formule die lengte, gewicht en geslacht in rekening brengt. De Belgische wetgeving bepaalt dat een bloedgift niet meer dan 13 procent van het geschatte totale bloedvolume mag bedragen. Ook moet je minimaal vijftig kilo wegen, voor elk type donatie.’

Het is gevaarlijk om bloed te doneren tijdens je menstruatie.

FABEL

‘Er is niet zoveel verschil in doneren tijdens de menstruatie of niet. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd hebben wel sneller een ijzertekort, door het maandelijks extra bloedverlies. Bij elke bloedgift bepalen we het hemoglobinegehalte en vrouwen in de vruchtbare leeftijd krijgen preventief extra ijzerpilletjes aangeboden. Een tekort aan hemoglobine (een belangrijk eiwit in de rode bloedcellen, de rode bloedkleurstof die zuurstof vervoert), ook wel bloedarmoede genoemd, wordt vaak veroorzaakt door een ijzertekort, dat er een belangrijk onderdeel van vormt. Dus wanneer je hemoglobinegehalte te laag is – en onze drempel ligt vrij hoog omdat je wat reserve moet hebben- , mag je even geen bloed doneren. Je kan wel plasma doneren bij een licht verlaagde hemoglobinewaarde omdat je tijdens de procedure van het plasma geven je rode bloedcellen voor het grootste deel terug krijgt.’

‘Tijdens je menstruatie kan je dus wel bloed doneren, tenzij je hemoglobinewaarde onder de drempelwaarde komt. Als je veel bloed verliest of je niet goed voelt tijdens je menstruatie, kies je uit voorzorg misschien beter zelf om niet te doneren.’

Ik mag niet doneren, want ik neem medicatie / ik ben op reis geweest / ik heb een tatoeage / ik heb een piercing.

FEIT & FABEL

‘Veel mensen denken dat ze niet mogen doneren omdat ze bijvoorbeeld medicatie nemen, maar dat hoeft zeker niet altijd een probleem te zijn. Vaak is ook de reden waarom medicatie genomen wordt minstens even belangrijk. De collectearts bespreekt samen met de kandidaat donor de medische vragenlijst en bepaalt op basis daarvan of de medicatie en de onderliggende indicatie wel of geen probleem is. Met een beperkt aantal medicaties mag je nooit doneren of moet er altijd rekening worden gehouden; de belangrijkste kan je op onze website terug vinden.’

‘Ook als je een tatoeage of piercing hebt, mag je doneren. Er is enkel een wachtperiode van vier maanden vlak na het plaatsen van de piercing of tatoeage. Dat is wederom de vensterperiode voor het testen op de belangrijkste via bloed overdraagbare infectieziekten.’

‘Reizen naar bepaalde landen of tijdens specifieke periodes kan een reden van uitsluiting zijn, maar dat is doorgaans slechts een tijdelijke wachtperiode en ook niet altijd voor elk type van donatie. Iemand die naar een risicogebied voor malaria is geweest, mag bijvoorbeeld zes maanden geen bloed geven, maar mag na een maand wel al plasma geven.’

Wil je zelf bloed geven? Kijk op de website van het Rode Kruis voor meer informatie en alle andere redenen voor (tijdelijke) uitsluiting van donatie en een korte zelftest: rodekruis.be.

Wat gebeurt er precies met mijn bloed na donatie?

Lees hier het antwoord