Zes vragen en antwoorden over het coronavirus

Het coronavirus is ook in ons land aan een opmars bezig. Wat zijn de recentste richtlijnen? 

Het coronavirus SARS-CoV-2 dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt stak nooit eerder de kop op. Dat betekent dat 100 procent van de bevolking er geen immuniteit tegen heeft. Bovendien steekt een besmette patiënt gemiddeld 2 à 3 mensen aan, terwijl dat bij een gewone griep maar 1,3 is. En wetenschappers schatten dat de besmettelijke periode gemiddeld zeven dagen duurt. Dat ligt in lijn met de besmettelijke periode bij griep, die vijf tot zeven dagen aanhoudt. Hoe moeten we daarmee omgaan?

Hoe loop je een besmetting op?

Je loopt een besmetting in de meeste gevallen op door rechtstreeks contact met een geïnfecteerde patiënt. Wanneer die hoest en niest, kunnen grote druppels beladen met viruspartikels in je neus, mond en slijmvliezen belanden. Je kan ook een infectie oplopen wanneer je een besmet persoon de hand schudt of wanneer je voorwerpen aanraakt waarop druppeltjes met het virus zijn beland.

Hoe beperk je je risico? 

De beste manier om een besmetting te voorkomen is door met zijn allen de gekende preventiemaatregelen in acht te nemen. Je kan er daarbij het best van uitgaan dat iedereen potentieel besmet is.  Want niet iedereen die besmet is wordt ziek, maar al wie besmet is kan wel het virus doorgeven. 

Heeft een masker dragen zin? 

Voor wie niet besmet is, heeft het dragen van een gewoon masker weinig zin. Alleen specifieke hoogfiltratiemaskers – type FFP2 of FFP3 – filteren de lucht die je inademt en beschermen de dragers. Maar door een internationaal tekort aan deze maskers worden ze voorbehouden voor artsen en verzorgend personeel.

Wie besmet is moet wel een masker dragen om zijn omgeving te beschermen. Belangrijk daarbij is dat er geen uitblaasventiel op zit, want dan blaas je het virus net uit.

Wie loopt het grootste risico ernstig ziek te worden?

Zoals zo vaak bij infectieziekten bepaalt de mate waarin je immuunsysteem reageert op de besmetting hoe ziek je wordt. Belangrijk om daarbij in het achterhoofd te houden, is dat in meer dan 80 procent van de infecties de gevolgen beperkt blijven tot milde symptomen. 

Ouderen en in het bijzonder tachtigplussers behoren tot de risicogroepen waarbij de ziekte ernstiger verloopt. Vanaf de leeftijd van 80 is het risico op overlijden het hoogst.

Naast ouderen behoren ook patiënten die belast zijn met bepaalde andere ziektes tot de risicogroepen. Uit heel wat epidemiologische gegevens blijkt dat een derde van de patiënten cardiovasculaire problemen heeft, diabetes en/of een hoge bloeddruk. 

In tegenstelling tot de gewone griep zijn er nog geen aanwijzingen dat zwangere vrouwen een ernstiger verloop kennen. Maar omdat een zwangerschap gepaard gaat met een relatieve onderdrukking van het immuunsysteem, krijgen zwangere vrouwen wel de raad om extra waakzaam te zijn voor een besmetting en zich na contact met een bevestigde patiënt te laten testen.

Op basis van wat onderzoekers tot op heden weten, lijken kinderen geen echte risicogroep te vormen. Over patiënten waarbij de immuniteit gecompromitteerd is - zoals patiënten die chemotherapie krijgen, die hiv of aids hebben, of die een orgaan- of stamceltransplantatie kregen – zijn er op dit moment nog weinig gegevens beschikbaar. Zij worden geval per geval beoordeeld.

Wanneer moet je je laten testen? 

De klachten waarmee je te maken krijgt als je besmet bent en ziek wordt, zijn in de meeste gevallen hoest of ademhalingsmoeilijkheden, koorts of een koortsig gevoel, en spierpijn. 45,5 procent van de in het UZ Gent geteste patiënten had een combinatie van deze drie symptomen. 81,8 procent had last van twee van de drie. 

Door een tekort aan testmateriaal, kunnen ziekenhuizen niet iedereen testen. 

Wie geen symptomen vertoont, heeft geen enkele reden om zich te laten testen, ongeacht of er contact met een besmette persoon is geweest of niet. Wie koorts en klinische symptomen van een luchtweginfectie ontwikkelt (hoest en ademhalingsmoeilijkheden) maar in contact is geweest met een patiënt bij wie de ziekte werd vastgesteld, mag ervan uitgaan dat hij besmet is en hoeft zich niet te laten testen. 

Op dit moment worden alleen ernstig zieke patiënten en zorgverleners getest. 

Hoe verloopt de behandeling? 

Er bestaat op dit moment nog geen vaccin om een besmetting te voorkomen. Er zijn ook nog geen bewezen of geregistreerde behandelingen om de ziekte te bestrijden. 

Patiënten met milde symptomen krijgen alleen middelen die hun symptomen onderdrukken zoals hoestremmers bij prikkelhoest. Patiënten met ernstiger symptomen kunnen in het ziekenhuis terecht. Ze krijgen er de gepaste behandelingen, zoals zuurstoftherapie.

Bron: UZ Gent