Aardbevingen hebben langeafstandsgevolgen

24 juli 2013 door Eos-redactie

Een aardbeving op Java lokte een verwoestende modderstroom uit aan de andere kant van het eiland.

Een aardbeving op Java lokte een verwoestende modderstroom uit aan de andere kant van het eiland.

Op 27 mei 2006 richtte een hevige aardbeving op het Indonesische eiland Java veel schade aan. Duizenden lieten het leven en nog veel meer mensen werden dakloos. Niemand vermoedde dat nog geen twee dagen later aan de andere kant van het eiland de vulkaan Lusi zou uitbarsten. In plaats van gloeiende lava spuwde die hete modder metershoog de lucht in. Een modderstroom teisterde het gebied. Hoewel de oorzaak van de uitbarsting niet vast stond, werden nabijgelegen ontginningswerken verantwoordelijk geacht.

Onderzoekers van de universiteit van Bonn en Zürich denken nu eerder dat de aardbeving aan de basis lag van de Lusi-eruptie. Volgens hen dragen schokgolven diep onder de grond meer seismische energie over dan aan het aardoppervlak. Bovendien zou de koepelvormige morfologie van de vulkaan het effect versterken. De hete modder werd door de schokgolven door elkaar geschud, waardoor de druk zich langzaam opstapelde. Toen de modder vloeibaar genoeg was, schoot die door de scheuren in de aardkorst pijlsnel omhoog.

De onderzoekers waarschuwen dat zulke scenario’s niet alleen op Java gelden. Aardbevingen kunnen overal langeafstandsgevolgen hebben. Ook hopen ze dat er met hun ontdekking een einde komt aan het gebekvecht over wie de verantwoordelijkheid treft, en dat de hulpverlening bij toekomstige rampen vlotter zal verlopen. (il)