Natuur & Milieu

‘De sprinkhanenplaag zal een impact hebben op de volgende generaties’

Miljarden sprinkhanen zwerven over Oost-Afrika en vreten er de velden kaal. Hoe ontstaat zo’n zwerm en wat valt ertegen te doen? ‘Als er niet efficiënt wordt opgetreden, kan deze plaag jaren blijven aanslepen’, zegt sprinkhaanexpert Heleen Verlinden (KU Leuven).

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Miljarden sprinkhanen teisteren Afrika. Na Ethiopië, Somalië en Kenia hebben ze inmiddels Tanzania en Zimbabwe bereikt. Ze verslinden alles wat ze op hun weg tegenkomen. Het is van eind de jaren 1980 geleden dat sprinkhanenplagen zulke proporties aannamen. ‘Op verschillende plaatsen komen nu grote zwermen voor’, zegt biologe Heleen Verlinden, die aan de KU Leuven de treksprinkhaan bestudeert. ‘Eén zwerm kan ongeveer de grootte van België aannemen en tot 80 miljoen individuen per vierkante kilometer tellen. Elke sprinkhaan eet dagelijks zijn eigen gewicht: dat is goed voor zo’n 120 ton voedsel per dag, per vierkante kilometer. Dat is genoeg om 2500 mensen vier maanden te voeden.’ De insecten doen zich niet alleen te goed aan voor de mens bestemde gewassen, maar ook aan bomen, grassen en veevoeder. ‘Zonder grootschalige voedselhulp zal dit tot massale hongersnood leiden. Stijgende voedselprijzen treffen de armsten het hardst. Uit het verleden weten we dat dit ertoe kan leiden dat kinderen, en vooral meisjes, niet langer naar school worden gestuurd. Zo zullen de gevolgen van deze plaag ook op de volgende generaties een impact hebben.’

Sprinkhaanexpert Heleen Verlinden (KU Leuven).

Hoe ontstaat zo’n gigantische zwerm?

‘Woestijnsprinkhanen (Schistocerca gregarialeven normaal solitair en mijden hun soortgenoten. Als het veel regent, neemt hun aantal toe. Volgt er dan opnieuw een droge periode, dan verzamelen ze zich noodgedwongen op de plaatsen waar er nog wat vegetatie is overgebleven. Dat kan hun gedrag in enkele uren tijd doen veranderen. De diertjes gaan zwermen vormen om samen op zoek te gaan naar voedsel. Dat is veiliger dan alleen reizen. Ze veranderen ook van uiterlijk: camouflage maakt plaats voor fellere kleuren en hun lichaam past zich aan het overbruggen van lange afstanden aan. Een zwerm kan op een dag tot 200 kilometer afleggen.

Dat het probleem nu zulke proporties aanneemt, heeft onder meer te maken met uitzonderlijke regenval in de voorbije jaren, waardoor de dieren zich erg succesvol konden voortplanten.’

De woestijnsprinkhaan in solitaire (links) en in zwermende vorm (rechts). Foto: Heleen Verlinden

Wat bepaalt waar zo’n zwerm heen gaat?

‘Woestijnsprinkhanen zijn passieve vliegers, die zich laten meevoeren door sterke winden. Er zijn zelfs gevallen bekend van zwermen die zo de Atlantische oceaan oversteken. Onderweg landen ze op schepen of op ‘eilanden’ van gestorven soortgenoten.’

Hoe blijft een zwerm samen?

‘Op basis van studies met computermodellen weten we dat daar slechts enkele eenvoudige regels voor nodig zijn. De sprinkhanen voelen zich tot elkaar aangetrokken en stemmen de richting van hun bewegingen af op de dieren rondom hen.’

Wat valt ertegen te doen?

‘De beste manier om de zwermen te bestrijden is preventie. Na de plagen in de jaren 1980 heeft de Wereldlandbouworganisatie (FAO) het programma Locust Watch opgericht, dat de sprinkhanenpopulaties continu monitort. Er zijn meerdere opeenvolgende periodes met goede voortplantingscondities nodig om zwermen van de huidige omvang te krijgen. Het is cruciaal om in een vroeg stadium de populaties zo klein mogelijk te houden. In een larvaal stadium, waarin de dieren nog niet kunnen vliegen, zijn ze veel makkelijker te bestrijden. 

Er wordt ook gezocht naar middelen die de dieren niet doden, maar inwerken op de biochemische processen die de dieren van solitaire insecten in groepsdieren veranderen. Zo zou je kunnen vermijden dat ze zwermen vormen, maar die middelen staan nog niet op punt.  

'Een wijfje kan op een paar weken tijd tweehonderd nakomelingen op de wereld zetten, waardoor er continu nieuwe zwermen ontstaan'

De huidige zwermen zijn echter ontstaan in de buurt van de grens tussen India en Pakistan, en in Oman en Jemen, gebieden die door de politieke situatie moeilijk te controleren zijn. Daardoor heeft het probleem zulke grote proporties aangenomen.

De zwermen worden nu vanuit vliegtuigen besproeid met insecticiden, maar in deze fase is het erg moeilijk om ze onder controle te krijgen. Een wijfje kan op een paar weken tijd tweehonderd nakomelingen op de wereld zetten, waardoor er continu nieuwe zwermen ontstaan. Dan loopt het snel uit de hand. Om de plaag efficiënt te bestrijden moet je negentig procent van de dieren kunnen doden. Daar zijn veel vliegtuigen, pesticiden en grensoverschrijdende samenwerking voor nodig, en dat is in de regio niet evident.’

Kan het probleem vanzelf overgaan?

Uiteindelijk doven de zwermen uit als de omstandigheden verslechteren. Als ze echt alles kaalgevreten hebben, kunnen de nieuwe generaties niet meer overleven. Maar dat kan jaren aanslepen.