De verrijzenis van uitgestorven diersoorten

31 augustus 2016 door Eos-redactie

Binnenkort kunnen wetenschappers uitgestorven diersoorten terug tot leven wekken. Zo zouden rond 2022 mammoeten opnieuw kunnen bestaan.

Over de uitgestrekte steppe trekt een kudde wolharige mammoeten. In de ijskoude wind houdt de dikke vacht hen warm. Lange slagtanden beschermen de mammoeten tegen roofdieren, maar ze worden zelden belaagd. Dit tafereel zie je nergens meer – de mammoet is al duizenden jaren uitgestorven.

Nu krijgt de mammoet een nieuwe kans. Onlangs slaagden wetenschappers erin de genen van deze uitgestorven diersoort te plakken aan het DNA van een Aziatische olifant. Een echte wolharige mammoet is daar niet van gekomen. Wel een harige olifant die zich net zo gedraagt als die uitgestorven neef.

Voorwaarden

De praktijk van het zogeheten ‘ont-uitsterven’ kent voor- en tegenstanders, en vraagt om bepaalde richtlijnen. Zo moeten wetenschappers precies weten wat een kandidaat-diersoort nodig heeft om te overleven, en waardoor ze wordt bedreigd. De diersoort mag mensen die in zijn buurt wonen geen problemen opleveren. Gebeurt dat toch, dan moeten de wetenschappers de dieren opnieuw kunnen verwijderen.

De richtlijnen werden uitgeschreven door ecologen aan de University of California, die zich hiervoor baseerden op een artikel van de International Union for the Conservation of Nature. Ze zijn gepubliceerd in het vaktijdschrift Functional Ecology.

Ecologische rol

De tot leven gewekte diersoort mag geen zombie in de zoo worden. Wetenschappers benadrukken dat een soort enkel teruggebracht moet worden om zijn oude ecologische rol opnieuw op te nemen.

De mammoet at veel en legde lange afstanden af. Daarbij verspreidde hij voedingsstoffen en zaden, zoals de olifant dat nu ook doet. Wetenschappers denken dat met het uitsterven van de mammoet ook de graslanden op veel plaatsen verdwenen. In Noord-Amerika kwamen loofbossen in de plaats van weides, en mos veroverde de toendra.

Lege plek opvullen

Als diersoorten uitsterven, laten ze een lege plek achter in het voedselweb. Soms neemt een andere soort die over, soms niet. De zeeotter eet zee-egels en andere ongewervelden die van kelp leven. Heel wat zeedieren gebruiken kelpwier om te schuilen voor roofdieren. Nu al verdwijnt dat wier op plaatsen waar de zeeotter niet meer voorkomt. Daardoor worden ook de opgejaagde zeedieren bedreigd. Als de zeeotter ooit volledig uitsterft, kan het nuttig zijn om die soort weer tot leven te wekken.

De zeeotter is nog onder ons, maar andere diersoorten hadden minder geluk. Voorstanders van ont-uitsterven maakten een lijst met verdwenen diersoorten wier rol in het voedselweb niet werd overgenomen door anderen. Op de lijst wordt de wolharige mammoet vergezeld door andere tot de verbeelding sprekende soorten: de sabeltandtijger, de dodo, de olifantsvogel en de Tasmaanse buidelwolf.

De olifantsvogel

Andere pogingen

De mammoet is niet de enige soort die genetici willen laten verrijzen. Het laatste exemplaar van de Pyreneese steenbok stierf in 2000 in Spanje onder een omvallende boom. Wetenschappers kloonden in 2003 het laatste vrouwtje, Celia, en lieten surrogaatmoeders van een verwante steenboksoort de zwangerschap uitdragen. Eén Pyreneese steenbok werd geboren, maar overleed na zeven minuten aan een longaandoening.

Voor de Tasmaanse buidelwolf is de wederopstanding nog niet voor morgen. Onderzoekers namen het DNA van een honderd jaar oude buidelwolf in het museum en testten of zijn genen nog werkten. Daarvoor verwerkten ze een gen van de buidelwolf in het DNA van een muis. Het gen werkte, maar het beschikbare DNA van de buidelwolf verkeert in slechte staat. Klonen is nog niet aan de orde.

De uitgestorven Tasmaanse buidelwolf

Het DNA van bevroren mammoeten bleef beter bewaard en heeft een groter potentieel. Het experiment om de wolharige mammoet opnieuw tot leven te wekken, is voorlopig nog niet helemaal geslaagd. Maar geneticus George Church, die aan het project meewerkt, schat dat het eerste mammoetkalfje geboren kan worden rond 2022. (mvdh)