Van barre winterkou naar vroege lente, is dat uitzonderlijk?

Vorige week vroor het de stenen uit de grond en hadden we te maken met een stevige winterprik. Dit weekend staat de lente voor de deur en mogen we temperaturen boven 15°C verwachten. Hoe komt het dat het weer nu zo abrupt omslaat en hoe uitzonderlijk is dat? Weer- en klimaatexpert Samuel Helsen legt het uit.

Winterprik, maar net geen koudegolf

Het was alweer enkele jaren geleden, maar vorige week haalde de winter nog eens alles uit de kast. Bijna elke dag kwamen de temperaturen niet boven het vriespunt uit en ’s nachts kregen we regionaal te maken met strenge vorst. Toch konden we nét niet spreken van een officiële landelijke koudegolf. Daarvoor zakte het kwik niet vaak genoeg onder de -10°C in Ukkel. 

Hoge druk boven Scandinavië

De koude periode van vorige week hadden we te danken aan een hogedrukgebied nabij Scandinavië dat koude polaire landlucht aanvoerde naar onze streken. Onder invloed van een ijskoude noordoostenwind kon de vrieslucht vanuit Oost-Europa afzakken tot bij ons en kregen we een week lang te maken met vriestemperaturen. Het was geleden van de winter van 2012-2013 dat we nog zo’n koude periode mochten meemaken. 

Een hogedrukgebied boven Scandinavië voerde vorige week koude polaire landlucht aan vanuit het noordoosten.

Volgend weekend lentetemperaturen tot boven 15 graden

Komend weekend staat ons een heel ander weertype te wachten. Amper een week na de barre winterperiode zullen de temperaturen dit weekend vlot kunnen klimmen richting 15°C en meer. Met vorige week betekent dat dus een temperatuurverschil van meer dan 20°C! Hoe kan de temperatuur op een week tijd zo omslaan?

Lucht afkomstig van Noord-Afrika

De abrupte omslag in temperaturen heeft alles te maken met de positie van de luchtdrukgebieden en de luchtsoort die wordt aangevoerd. Het hogedrukgebied boven Scandinavië dat voor de koude periode heeft gezorgd is uitgezakt tot boven Centraal-Europa, waardoor de luchtstroming bij ons is gedraaid van het noordoosten naar het zuiden tot zuidwesten. De aangevoerde lucht komt dit weekend dus niet meer van het koude Oost-Europa, maar wordt rechtstreeks van Noord-Afrika via Spanje aangevoerd tot bij ons. Zo komen we terecht in zeer zachte lucht die subtropisch is van oorsprong, waardoor de temperaturen snel zullen oplopen richting +15°C en meer.

Dit weekend en begin volgende week wordt onder impuls van de strakke zuidelijke luchtstroming subtropische lucht aangevoerd vanuit Noord-Afrika.

Hoe uitzonderlijk is +15°C in februari? 

Februari is klimatologisch gezien, samen met januari, de koudste maand van het jaar. De normale maximumtemperatuur voor februari ligt rond zo’n 6 à 7°C. Toch is februari vaak een overgangsmaand, waarin het soms zeer koud, maar soms ook relatief warm kan zijn en is een overgang van koud naar warm weer niet abnormaal. Temperaturen van +15°C of meer voor een langere periode zijn echter wel vrij extreem. Op 26 februari 2019 haalden we voor het eerst temperaturen boven 20°C in Ukkel. Dat was toen een absoluut warmterecord. Of het nu ook zo ver zal komen valt nog af te wachten, maar we zullen er wellicht opnieuw zeer dichtbij komen.

Of de zachte temperaturen van de komende periode te wijten zijn aan de klimaatverstoring is onduidelijk. We kunnen niet zomaar een enkele warme episode toeschrijven aan de klimaatverstoring. Wat wel vaststaat is dat de gemiddelde temperatuur in februari doorheen de jaren ook is toegenomen. Door een stijging in de gemiddelde temperatuur neemt eveneens de kans toe op het verbreken van warmterecords. Dat zien we de laatste jaren ook steeds vaker gebeuren, zoals bijvoorbeeld in 2019.

Is er een link met de klimaatverstoring?

Klimaatsceptici zien koude periodes graag komen. Zo kunnen ze immers verwarring zaaien door te stellen dat het klimaat helemaal niet opwarmt, met als illustratie de koude periode. Zulke sceptici zien echter een belangrijk detail over het hoofd. Het weer is niet hetzelfde als het klimaat. Het weer is zeer variabel, van dag tot dag, van maand tot maand, zelfs van jaar tot jaar. Het ene jaar is het andere niet en dus komen er door de natuurlijke variatie zowel koudere als warmere jaren voor. Koude periodes komen dus van nature om de zoveel jaar wel eens voor. En ook de komende jaren zullen koude periodes ook niet zomaar verdwijnen, zelfs niet door de klimaatverstoring. 

Door een toename in de gemiddelde temperatuur zwakken de koude extremen echter wel af en verkleint de kans op het verbreken van koude records. De kans op extreem warme temperaturen neemt echter toe en dat merken we ook duidelijk de laatste jaren. We verbreken steeds vaker warmterecords en gemiddeld gesproken verlopen onze winters veel milder dan vroeger. Het aantal vorstdagen en het aantal dagen met sneeuw vertonen de laatste decennia eveneens een dalende trend.