Vleermuis heeft gevoelige vleugels

30 april 2015 door Eos-redactie

Gevoelszenuwen in de vleugels helpen de vleermuis in zijn luchtacrobatie.

Dat de vleermuis in het donker toch uitstekend vliegt dankt het dier aan echolocatie, dat weet iedereen. Maar een groep Amerikaanse wetenschappers stelt in een nieuwe studie dat de amper bestudeerde gevoelszenuwen in de vleugels ook een niet te onderschatten rol spelen.

Een significant deel van de zenuwreceptoren op de vleugels zit aan de basis van microscopische haartjes die de gehele vleugels bedekken. Zij lijken vooral belangrijk om turbulentie tijdens de vlucht gewaar te worden. Ook tussen de vingers zitten zenuwreceptoren, zij merken hoofdzakelijk huidspanning en windrichting op. Die sensoren zijn erg gevoelig, zelfs de kleinste verandering in luchtstromen ontsnapt niet aan de vleermuis. De informatie wordt doorgestuurd naar de hersenen zodat het dier in een fractie van een seconde zijn vleugels kan bijsturen om bijvoorbeeld te draaien of sneller te gaan.

De vleugels van een vleermuis zijn eigenlijk diens voorpoten, maar toch verschillen ze op vlak van zenuwwerking erg van andere zoogdieren, merkten de onderzoekers. De neuronen leiden immers niet enkel naar de hogere delen van het ruggenmerg, zoals dat gangbaar is bij voorpoten van zoogdieren, maar ook naar de lagere delen waar normaal enkel zenuwen van de romp aansluiten. Waarschijnlijk is dat omdat tijdens de embryonale ontwikkeling de vleugels gedeeltelijk ook uit de romp ontstaan.

Het onderzoek verscheen op 30 april in Cell Reports en was een samenwerking van wetenschappers van de Johns Hopkins University, Columbia University en de University of Maryland. De onderzoekers gebruikten de grote bruine vleermuis als proefdier en willen in een volgende studie graag beter begrijpen hoe het zenuwcircuit van vleugel tot kop precies werkt. (tn)