Natuur & Milieu

Zo mens, zo octopus

De hersenen van mensen en octopussen vertonen verrassende gelijkenissen.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Octopussen kunnen spelen, dromen, voorwerpen gebruiken en zelfs vooruitplannen. Dat is bijzonder intelligent gedrag voor dieren die nauw verwant zijn aan mosselen en slakken – schepsels die we niet meteen met intelligentie associëren. Octopussen beschikken dan ook over een complexe hersenstructuur. Ze bezitten een half miljard zenuwcellen. Dat is ongeveer evenveel als een kleine mensaap.

De hersenen van octopussen zijn om nog een reden bijzonder. Net als onze hersencellen vormen ook hun hersencellen zich vanuit hersenstamcellen, om daarna naar hun definitieve plaats in het brein te migreren. Dat is een opvallende vaststelling bij dieren die 600 miljoen jaar aan evolutie van ons verwijderd zijn.

Octopuseieren

‘Zowel bij octopussen als bij mensen ontwikkelen gespecialiseerde hersencellen zich niet op de plaats waar ze hun rol vervullen. Ze worden gevormd uit hersenstamcellen en migreren daarna naar de hersendelen waar ze hun functie hebben’, zegt postdoctoraal onderzoeker Astrid Deryckere (KU Leuven), de eerste auteur van de studie. ‘Die gelijkenis bewijst dat de migratie van hersencellen fundamenteel is om complexe hersenen te vormen.’

‘In een volgende fase willen we achterhalen hoe je van deze ingenieuze opbouw tot effectieve hersenactiviteit gaat. En hoe dat verder leidt tot bepaalde gedragingen’, vult ontwikkelingsbioloog Eve Seuntjens (KU Leuven) aan.

Voor hun onderzoek bouwden de wetenschappers in het lab een ideale omgeving waarin octopuseieren zich kunnen ontwikkelen. Doordat de eieren doorzichtig zijn, konden de onderzoekers elke fase van de ontwikkeling goed opvolgen. ‘Op deze foto zie je octopuslarven vlak na het ontluiken uit het ei, in voor-, zij- en achteraanzicht’, zegt Seuntjens. ‘Het brein bevindt zich tussen en boven de ogen – de ronde schijven aan de zijkant. Dankzij microscopische technieken konden we de breinontwikkeling volgen en de migratie van nieuw gevormde hersencellen in kaart brengen.’