Hoe je brein je identiteit vormt

Eén hersengebied is cruciaal voor ons vermogen om een consistente identiteit te vormen en te behouden.

Wij zijn tijdreizigers. Elke dag ervaren we nieuwe dingen terwijl we vooruitreizen in de tijd. Tijdens dat proces worden de talloze verbindingen tussen de zenuwcellen in onze hersenen opnieuw afgesteld om deze ervaringen te verwerken. Het is alsof we onszelf dagelijks opnieuw in elkaar zetten en een mentale constructie van onszelf in stand houden. De lijm die onze kernidentiteit bij elkaar houdt, is het geheugen.

We reizen niet alleen in de fysieke tijd, maar ook in de mentale tijd. We bezoeken het verleden via onze herinneringen en reizen naar de toekomst door ons voor te stellen wat morgen of volgend jaar zal brengen. Wanneer we dat doen, denken we aan onszelf zoals we nu zijn, herinneren we ons wie we ooit waren en stellen we ons voor hoe we zullen zijn in de toekomst.

Herinneringen aan jezelf

Een nieuwe studie, gepubliceerd in het vakblad Social Cognitive and Affective Neuroscience (SCAN), onderzoekt hoe een specifiek hersengebied helpt om gedachten aan het heden en de toekomst aan elkaar te knopen. Schade aan dat gebied leidt tot een verminderd identiteitsbesef. Het gebied - de ventrale mediale prefrontale cortex (vmPFC) - produceert mogelijk een fundamenteel model van ons Zelf en plaatst het in de mentale tijd. Op die manier, suggereert deze studie, kan het de bron zijn van ons zelfbewustzijn.

Psychologen hebben al lang opgemerkt dat ons brein anders omgaat met informatie over het Zelf dan met andere details. Herinneringen die verwijzen naar het Zelf zijn makkelijker op te roepen. Ze profiteren van wat onderzoekers een self reference-effect noemen, waarbij informatie over het eigen ik bevoorrecht is en meer opvalt in onze gedachten. Dit soort herinneringen zijn te onderscheiden van zowel het episodisch geheugen (herinneringen aan specifieke gebeurtenissen en ervaringen) als het semantisch geheugen (algemene kennis, zoals de kleur van gras en de kenmerken van de seizoenen).

We zijn streng in het oordeel over onze vroegere ik. We nemen er graag afstand van

In de nieuwe SCAN-studie gebruikten de onderzoekers het self reference-effect om herinneringen aan het huidige en toekomstige Zelf te beoordelen bij mensen met letsels aan de vmPFC. De wetenschappers werkten met zeven mensen die letsels hadden aan dit gebied en vergeleken hen met een controlegroep van acht mensen met letsels aan andere delen van de hersenen, evenals met 23 gezonde personen zonder hersenletsel. Door deze groepen te vergelijken, konden de wetenschappers onderzoeken of hersenletsels in het algemeen of aan de vmPFC in het bijzonder, het self reference-effect zouden kunnen beïnvloeden. De onderzoekers vroegen de deelnemers om bijvoeglijke naamwoorden op te sommen om zichzelf en een beroemdheid te beschrijven, zowel in het heden als tien jaar in de toekomst. Later moesten de deelnemers zich deze eigenschappen herinneren.

De onderzoekers ontdekten dat mensen in de controlegroep zich meer bijvoeglijke naamwoorden konden herinneren die gekoppeld waren aan henzelf in het heden en de toekomst dan bijvoeglijke naamwoorden die gekoppeld waren aan de beroemdheid. Met andere woorden, het self reference-effect strekt zich uit tot de toekomst.

Ook bij de mensen met hersenletsel was het self reference-effect van toepassing, zij het iets minder. Behalve voor de proefpersonen met letsel aan de vmPFC. Zij konden zich nauwelijks referenties naar het Zelf herinneren. Hun identificatie van bijvoeglijke naamwoorden voor beroemdheden in het heden of in de toekomst was ook significant aangetast in vergelijking met de rest van de deelnemers. Al deze aanwijzingen wijzen op een sleutelrol van de vmPFC in de vorming en het behoud van een identiteit.

Verzonnen verhalen

De nieuwe bevindingen zijn intrigerend. Hersenletsels kunnen ons helpen de normale functie van het betrokken hersengebied te begrijpen. Letsels aan de vmPFC worden geassocieerd met een veranderde persoonlijkheid, afgestompte emoties en een aantal veranderingen in de emotionele en executieve functies. Ze kunnen gepaard gaan met confabulaties. Patiënten hebben dan valse herinneringen waar ze stellig in geloven. Het lijkt of ze opzettelijk liegen, maar zij zijn zich er niet van bewust dat hun verhalen niet kloppen. Mogelijk komt hun verwarring voort uit slecht functionerende mechanismen voor het ophalen en controleren van herinneringen.

Meer in het algemeen verduidelijkt de studie hoe Zelf-gerelateerde herinneringen die nodig zijn om ons kerngevoel van identiteit te behouden, afhankelijk zijn van een goed functionerende vmPFC.

Maar hoe zit het met onze vroegere Zelven? Vreemd genoeg laat eerder onderzoek, waarin mensen nadachten over hun vroegere Zelf, niet meer activatie zien van de mPFC dan bij het nadenken over iemand anders. Onze vroegere Zelven lijken vreemd aan onszelf, alsof het om iemand anders gaat. Misschien zijn we nogal streng in ons oordeel over ons vroegere Zelf, en gebruiken we ons verleden vooral om vandaag een positief zelfbeeld op te bouwen, menen wetenschappers.

Vogels zoals de struikgaai lijken te anticiperen op toekomstige voedselbehoeften.

Omdat we fouten herkennen in het gedrag van onze vroegere ik, hebben we de neiging afstand te nemen van de p­ersoon die we ooit waren.

Subjectief geheugen

Het heden en de toekomst in de schijnwerpers zetten, staat dus centraal bij het begrijpen van de manier waarop onze hersenen en gedachten onze huidige identiteit opbouwen. In veel opzichten is het logisch dat de mPFC belangrijk is voor dat proces. De prefrontale cortex, inclusief de mPFC, vormt een netwerk dat betrokken is bij het plannen van de toekomst. Dat netwerk omvat de hippocampus, een hersenstructuur die centraal staat bij de vorming van het episodisch geheugen en die momenten structureert als opeenvolgende gebeurtenissen in de tijd. Eerder hebben onderzoekers ontdekt dat het manipuleren van de activiteit van de hippocampus fantasieën over de toekomst verandert. Hoewel we het geheugen vaak zien als een soort computer die nauwkeurig en objectief alles registreert, zien sommige experts het eerder als een vorm van fantasie.

Is het denken over de toekomst een uitsluitend menselijke eigenschap? Daarover bestaat discussie. Vogels zoals de struikgaai lijken bijvoorbeeld te anticiperen op toekomstige voedselbehoeften en die te plannen. Maar het is duidelijk dat het denken over de toekomst een belangrijke rol heeft gespeeld in de menselijke evolutie. Dit vermogen kan hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van taal, en het speelt een sleutelrol in menselijke interacties. De vmPFC staat centraal bij het evalueren van en voordeel halen uit de sociale context. Dankzij dit nieuwe onderzoek hebben we een beter idee dan ooit tevoren hoe dit kernvermogen in de hersenen is opgebouwd.