Column
Psyche & Brein

Openheid, openheid, openheid

Onzekerheid, twijfel en kritiek horen bij wetenschap en democratie. Die openheid moet ook in coronatijden gewaarborgd blijven, schrijft psycholoog Vittorio Busato.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Kritiek is de motor van de wetenschap, zei wetenschapsfilosoof sir Karl Popper (1902-1994) ooit. Popper geldt als grondlegger van het kritisch rationalisme. Essentie daarvan is dat wetenschappers in plaats van zoeken naar bevestiging van hun hypothesen juist streven naar weerlegging ervan – falsificatie in filosofenjargon. Wetenschap gedijt immers bij onzekerheid en twijfel, het wegnemen ervan leidt uiteindelijk tot steeds robuustere kennis: meten is weten. Popper was tevens een groot pleitbezorger van een open samenleving en liberale democratie – wat de wetenschap als systeem ook is, of in elk geval zou moeten zijn.

Begint dat geniepige coronavirus onze democratie aan te tasten? In een scherpe analyse met de veelzeggende titel ‘Ook de democratie zit in een lockdown’ schrijft Jan-Hein Strop op journalistiek platform Follow the Money dat het begrijpelijk is dat het kabinet zich bij het nemen van besluiten laat adviseren door deskundigen, maar dat die deskundigen niet gekozen zijn door het volk. ‘Als Rutte naar eigen zeggen alle adviezen van deskundigen overneemt, moet de Kamer dan niet controleren wie die experts zijn, hoe hun adviezen tot stand komen en welke politieke afwegingen zijn gemaakt bij de besluiten over crisismaatregelen? Want welke aannames schuilgaan achter de modellen en spreadsheets van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is in nevelen gehuld, evenals de vraag waarom het RIVM geregeld afwijkt van internationaal beleid en van de adviezen van de WHO’.

Terechte, noodzakelijke vragen, me dunkt.

Ook Denny Borsboom, hoogleraar Grondslagen van psychologie en psychometrie aan de Universiteit van Amsterdam, pleit in een interview op Scienceguide voor meer openheid van het RIVM over afwegingen rondom gemaakte beleidskeuzes. ‘Ik vind dat de data openbaar zou moeten zijn. We zitten echt te wachten op dat model waarop ze al die scenario’s baseren’.

Waarom moeten mensen in bijvoorbeeld België en Nederland anderhalve meter en in Frankrijk één meter afstand houden?

Van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kreeg Borsboom zeer onlangs subsidie voor een multidisciplinair onderzoeksproject om via een grootschalige Open Science samenwerking tussen datawetenschappers, epidemiologen, economen, netwerkonderzoekers, psychologen en programmeurs zo snel mogelijk werkbare exit-strategieën te vinden uit de “intelligente lockdown”. Het principe van Open Science is niet dat het leuk of moreel verantwoord is, weet Borsboom uit ervaring, maar dat het twintig keer sneller gaat. ‘De belangrijkste vraag is: hoe komen we hieruit? Dat is niet meer een probleem dat het RIVM in zijn eentje kan oplossen. Er zijn te veel geheel nieuwe vragen: over gedrag, over de maatschappij, over de economie. Dat is voor geen enkel overheidsinstituut te behappen.’ Als je een model of gegevens voor jezelf houdt, houd je de boel tegen, stelt Borsboom. ‘Gooi je het open, dan gaan er dingen gebeuren die je echt niet verwacht, maar die je verder gaan helpen.’

Bij open, democratische samenlevingen horen kritische vragen en afwijkende meningen. Waarom moeten mensen in bijvoorbeeld België en Nederland anderhalve meter en in Frankrijk één meter afstand houden? Of neem de aanpak van het coronavirus in Zweden. Daar zijn concerten en voetbalwedstrijden verboden, moeten mensen als het even kan ook thuis werken, afstand houden en wordt van ouderen en kwetsbaren verwacht dat ze binnenblijven. Maar horeca, kinderopvang en lagere school zijn gewoon open. De Zweedse economie krijgt lang niet zo’n opdonder als de economie in de meeste landen. De cijfers laten vooralsnog zien dat in Zweden weliswaar meer mensen aan corona sterven dan in de buurlanden Denemarken, Finland en Noorwegen, maar dat Zweden het “beter” doet dan België, Italië, Nederland en Spanje.

De belangrijkste les voor een nieuwe pandemie die onze democratie ongetwijfeld ooit zal treffen: meten is weten, maar tellen is kwellen'

Als emeritus-hoogleraar epidemiologie aan de Universiteit van Stockholm en adviseur van de Zweedse overheid en Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is Johan Giesecke bepaald niet de minste. Hij durft zich zeer kritisch uit te spreken over de internationale lockdowns vanwege het ontbreken van wetenschappelijk evidentie. ‘Er is alleen bewijs dat handen wassen helpt tegen verspreiding van het coronavirus’. Pas over een jaar, schat hij in, weten we wat wel en niet werkt – en dat hoeft niet noodzakelijk in elk land hetzelfde te zijn. Volgens Giesecke is covid-19 wel degelijk een milde ziekte vergelijkbaar met griep. ‘We zijn vooral bang geweest omdat het om een onbekende ziekte gaat. Mensen die vandaag overlijden zouden anders binnen korte tijd ook zijn overleden’. Zelf vreest hij vooral voor de gevolgen voor onze democratie. ‘Hoe lang kan je mensen verplichten op deze manier thuis te houden? Politici waren zeer snel om zeer strenge maatregelen af te kondigen, maar hebben ze ook nagedacht over hoe je hier weer uit raakt?’

Zelf mag ik als overtuigd democraat uitspreken dat de bestrijding van het coronavirus in zeer belangrijke mate een logistiek managementprobleem is. Zoals de Italiaanse bestsellerauteur en natuurkundige Paolo Giordano in zijn essay In tijden van besmetting stelt: ‘Aan deze besmetting kunnen we afmeten hoezeer onze wereld is geglobaliseerd, verweven is geraakt, een onontwarbare kluwen is geworden (...) Besmetting is een infectie van het netwerk van onze onderlinge betrekkingen.’ Om grip op dat geïnfecteerde netwerk te krijgen doen we tijdens deze coronacrisis niet anders dan tellen, meent Giordano. ‘We tellen de besmettingen en de genezingen, we tellen de doden, we tellen de ziekenhuisopnames en de ochtenden dat we niet naar school zijn geweest, we tellen de miljarden die op de beurs zijn verdampt.’

Geven die getallen inzicht, overzicht, uitzicht? Leveren ze robuuste kennis op? Misschien is de belangrijkste les voor een nieuwe pandemie die onze democratie ongetwijfeld ooit zal treffen: meten is weten, ja, maar tellen is kwellen.