“Sint en Piet hebben altijd een boodschap, hoe je ze ook voorstelt”

Moeten we het sinterklaasfeest drastisch aanpassen? Of verliezen we dan een mooie traditie? De gemoederen lopen hoog op. “In plaats van ons blind te staren op de huidige symbolen en de geschiedenis, zouden we ons beter afvragen of het sinterklaasfeest wel een feest is voor alle kinderen.”

Samen met de blijde intrede van Sint en Piet barsten er sinds enkele jaren stevige debatten los over het kinderfeest. Dat is jammer, vinden pedagogen Lieselot De Wilde en Jolien De Lange (Universiteit Gent), want de polarisatie in het gesprek plaatst mensen in een voor- en tegenkamp. “Er is nagenoeg geen ruimte voor een echt gesprek. Het zou ons veel meer opleveren als we naar elkaar luisteren en begrijpen waar de weerstand vandaan komt, dan kunnen er ook andere vragen aan bod komen.” De Lange onderzocht, onder begeleiding van De Wilde, waarom ouders vasthouden aan de traditie van sinterklaas.

Jolien De Lange behaalde haar bachelordiploma in het Secundair Onderwijs aan de Arteveldehogeschool Gent (2018) en haar masterdiploma Klinische Orthopedagogiek en Disability Studies aan de Universiteit Gent (2021). Ze werkt als vervolgschoolcoach en leerkracht in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers in het Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen. Het onderzoek naar de beleving van sinterklaas was haar Masterproef.

 

 

Lieselot De Wilde is als professor sociale pedagogiek verbonden aan de faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen aan de Universiteit Gent en zetelt in de vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek. Ze onderzoekt de beelden van kinderen en jongeren in onze samenleving, de geschiedenis van opvoeding en onderwijs, pleegzorg en adoptie.

Waarom wilde u dit onderzoeken?

De Lange: “In de media en online is de voorbije jaren volop gediscussieerd over Zwarte Piet en racisme, en sinds kort wordt ook in vraag gesteld of het wel goed is om kinderen jarenlang een verhaal te vertellen dat niet waar is. Waarom we zo graag het sinterklaasfeest willen behouden, komt eigenlijk nooit aan bod. Terwijl het goed is om te weten wat de drijfveren zijn van ouders.”

“Dat hebben we onderzocht door zeventien ouders diepgaand te bevragen. Een divers publiek van (pleeg) ouders, alleenstaande ouders, nieuw samengestelde gezinnen, gezinnen met een migratieachtergrond, enzovoort. Je kan de resultaten natuurlijk niet veralgemenen, maar dat was ook niet de bedoeling. Bij een kwalitatief onderzoek gaat het om de zoektocht naar de betekenis in de leefwereld van de deelnemers.”

De Wilde: “Het sinterklaasfeest is een interessante case omdat het zo’n dominante traditie is. Zelfs als je dat zou willen, kan je er niet aan ontsnappen, want ook op school wordt het uitgebreid gevierd. En er is een druk om mee te doen.”

In 2009 is het sinterklaasfeest erkend als immaterieel erfgoed. Wat betekent dat?

De Wilde: “De erkenning zegt iets over de waarde van het sinterklaasfeest voor de Vlaamse cultuur, maar stelt ook uitdrukkelijk dat tradities mee moeten evolueren met de tendensen in de maatschappij. En daar wringt nu vaak het schoentje. Sinterklaas is een sterke traditie. De meeste mensen vieren het zonder zich daar vragen bij te stellen. Maar als je naar de geschiedenis kijkt, dan zie je dat de tradities binnen het kinderfeest al erg vaak veranderd zijn. Hoe we sinterklaas vandaag vieren, lijkt in niets meer op het feest van tweehonderd jaar geleden.”

“In plaats van ons blind te blijven staren op de huidige symbolen en de geschiedenis, zouden we ons beter afvragen of het sinterklaasfeest momenteel wel een feest is voor alle kinderen”

“Tot de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw was de Sint bijvoorbeeld een pedagogisch instrument om kinderen discipline en gehoorzaamheid bij te brengen. Daarna verschoof die functie naar Zwarte Piet. Die liep rond met een zak en roe om stoute kinderen te straffen. In de huidige manier van opvoeden past zo’n dreigende aanpak niet meer, en zien we dat alles veel speelser is.”

“Er zijn ook veel meer invloeden van buitenaf en we leven nu in een multiculturele samenleving. Het is dus logisch dat de vorm van het feest in vraag wordt gesteld en dat er elk jaar bedenkingen bijkomen, al merken we dat die
op veel weerstand stuiten.”

Het sinterklaasfeest veranderde dus al vaak van vorm. Waarom liggen veranderingen nu opeens moeilijk?

De Wilde: “Het debat is gepolariseerd, en dat is eigen aan onze huidige maatschappij. Je bent voor of tegen iets. Sinterklaas is een symbool geworden voor het opbod tussen mensen. Jammer, want het is en blijft een kinderfeest. Juist dat gegeven zou een argument moeten zijn om het gesprek open te houden.”

“In plaats van ons blind te blijven staren op de huidige symbolen en de geschiedenis, zouden we ons beter afvragen of het sinterklaasfeest momenteel wel een feest is voor alle kinderen. Worden er kinderen structureel uitgesloten of voelen ze zich uitgesloten? Dan moeten we er iets mee doen, want anders gaat het argument van een ‘onschuldig kinderfeest’ dat zovelen aandragen, niet meer op.”

“Vanuit pedagogisch standpunt vind ik het dan interessant om te achterhalen waarom het debat zo emotioneel geladen is en wat we kunnen doen om er een inclusief feest van te maken. Dat gaat trouwens ruimer dan multiculturaliteit. Ook armoede en andere kwetsbare situaties hebben impact op de beleving van het sinterklaasfeest.”

“Ook armoede en andere kwetsbare situaties hebben impact op de beleving van het sinterklaasfeest”

Maakt het voor kinderen een verschil of er een zwarte piet of een roetveegpiet langskomt?

De Wilde: “Er is nog niet veel onderzoek naar gebeurd, maar het schaarse onderzoek maakt duidelijk dat kinderen helemaal meegaan in een fantasie. Of Piet nu paars, zwart of gestippeld is, maakt niet zoveel uit. In die zin is het dus niet zo moeilijk om veranderingen door te voeren.”

“Het is wel cruciaal om na te denken over de beeldvorming die je meegeeft aan kinderen. Hoe je Sint en Piet ook voorstelt, er zit impliciet een boodschap in. Vandaag is dat het beeld van de witte, wijze oude man en zijn zwarte knecht.”

De Lange: “Zwarte Piet is niet racistisch bedoeld, hoor je dan. Maar ook al is de intentie goed, het gaat om het beeld dat we kinderen voorschotelen.”

Een ander heikel punt is de vraag of we onze kinderen voorliegen of nog even beschermen tegen de realiteit met deze fantasie. Wat vertelt jullie onderzoek?

De Lange: “De meningen zijn verdeeld. Sommige ouders vertellen meteen dat Sint en Piet niet bestaan; andere doen net heel veel moeite om de magie in stand te houden. Zoals met alles in de opvoeding gaat het vooral om de accenten die je als ouder wil leggen. Welke betekenis geef je er zelf aan? Wanneer is iets voor jou een leugen, en wanneer is het magie?”

De Wilde: “Het verschil met andere fantasieën zoals een sprookje, is dat iedereen mee in het complot zit. Zelfs onze ministers schreven vorig jaar, in coronatijden, een brief naar de Sint (om hem vrij te stellen van quarantaine en de avondklok, red.). Maar ook deze discussie vertrekt vanuit de denkwereld van volwassenen. Bij kinderen is dit een zogenoemde valse tegenstelling. Zij gaan volledig mee in een fantasie, of ze nu denken dat het echt is of niet.”

“Kinderen ontdekken op een gegeven moment vanzelf dat er bepaalde zaken niet kloppen. Zoiets gaat geleidelijk. Het is wel zaak om dan niet bij hoog en bij laag te blijven volhouden dat Sint en Piet echt bestaan. Je moet hen serieus nemen. Kinderen van zeven of acht jaar die het weten, vinden het trouwens heel leuk om in het andere kamp te zitten en mee te zorgen voor de kleintjes.”

De Lange: “Een ouder in het onderzoek gaf aan dat haar dochter zelfs vergat dat ze wist dat Sint en Piet niet bestaan, omdat het zo leuk is.”

Hebben jullie zelf ideeën voor een andere aanpak van het sinterklaasfeest?

De Lange: “Elk kind moet zich goed kunnen voelen bij het vieren van het sinterklaasfeest. Op welke manier dat dan ‘moet’ zijn, vind ik niet echt relevant. Het is een keuze die ouders – eventueel met hun kinderen – zelf kunnen maken. Het onderzoek toont aan dat sinterklaas als een echt gezinsfeest wordt beleefd. Het lijkt mij ideaal als elk gezin dat op zijn eigen manier kan invullen.”

De Wilde: “Ik sluit me aan bij Jolien. Het feest thuis kunnen ouders het best zelf vormgeven. In scholen zou ik eerder kiezen voor een diversiteit aan beelden en vergelijkbare verhalen uit bijvoorbeeld andere culturen.”

Het volledige artikel lees je nu in Eos Psyche&Brein.